Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Grondslagen 2 Ontwikkelingspsychologie HU €6,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Grondslagen 2 Ontwikkelingspsychologie HU

 19 vues  2 achats
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van de stof van het boek ontwikkelingspsychologie. Social work leerjaar 1. De stof is samengesteld door de Hogeschool Utrecht dus zal alleen passen bij HU studenten. Elk hoofdstuk is behandeld behalve de schooltijd. Met alle begrippen die behandelt worden in het boek.

Aperçu 3 sur 26  pages

  • 14 novembre 2022
  • 26
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE ALLE STOF
1. Ontwikkeling van het kind.
Ontwikkelingspsychologie = Studie naar patronen van groei, verandering en stabiliteit van de
conceptie tot ouderdom.

Thema’s binnen ontwikkelingspsychologie =

 Fysieke ontwikkeling (lichamelijke en seksuele ontwikkeling)
 Cognitieve ontwikkeling (intellectuele vermogens, denken, leren enz.)
 Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling – emotionele ontwikkeling (sociale relaties, emoties)
en karakter, omgang met anderen.

Leeftijdsgroepen zijn:

1. Prenatale periode (conceptie tot geboorte)
2. Babytijd (0-2)
3. Peuter en kleutertijd (2-6)
4. Schooltijd (6-12)
5. Adolescentie (12-20)
Prepuberteit = voorafgaand aan puberteit met niet zichtbare veranderingen in menselijk
lichaam.

De leeftijden zijn niet precies maar een sociale constructie= de realiteit is breed geaccepteerd en
verschilt per cultuur en maatschappij.

Nature VS Nurture

Nature = alles wat je van je biologische ouders geërfd hebt, je genen, aanleg.

Nurture = omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen - bijv. een kind dat te klein geboren wordt
omdat de moeder alcohol heeft gedronken.

Maturatie = proces van geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische informatie (nature)

De verschillende perspectieven:

1. Het psychodynamische perspectief= SIGMUND FREUD

Gedrag wordt gemotiveerd door innerlijke krachten en herinneringen, onbewust en met geen
controle.

Verbonden aan de psychoanalytische theorie van Freud = dat inhoudt dat onbewuste krachten
bepalend zijn voor iemands persoonlijkheid en gedrag.

Met 3 aspecten:

1. ID = primitieve, aangeboren deel van de persoonlijkheid. Met driften vanuit het
genotsprincipe, zoveel mogelijk bevrediging en weinig moeite. Baby’s hebben alleen een
ID.
2. EGO= rationele deel van de persoonlijkheid. Met realiteitsprincipe, houdt het ID in toom
voor de veiligheid van anderen.
3. SUPEREGO= geweten tussen goed en kwaad.



1

,Volstrekt de psychoseksuele ontwikkeling lopend door fases

 Orale fase (via de mond) 12-18 maanden
 Anale fase (anus) 18 tot 3 jaar, kinderen gaan verzetten tegen ouders.
 Fallische fase (3-5/6 jaar) interesse in de genitaliën.
 Latentiefase (seksualiteit niet belangrijk) 6 jaar tot adolescentie
 Genitale fase (geslachtsdelen) 3 tot 5 jaar en vanaf adolescentie

- Fixatie = Blijven hangen in een fase.
- Regressie= teruggaan naar fase.

De psychosociale theorie van Erikson zegt dat je je hele leven verder ontwikkeld in tegenstelling tot
Freud. Met in elke fase een conflict dat je moet oplossen om verder te gaan.

Oedipuscomplex= de jongen wordt verliefd op moeder en ziet vader als rivaal.

2. Het behavioristisch perspectief

Kijkt naar waarneembaar gedrag en extreme stimuli (voorwerpen en gebeurtenissen) van buitenaf op
gedrag. (Nurture) kijkt naar gedrag in plaats van wat er in het hoofd gebeurt.

Gedragen/reactie (responsen) en omgevingsfactoren (stimuli) – stimulus, respons, leren

Klassieke conditionering= reageert op een stimulus die anders is dan normaal. Door twee prikkels
tegelijk aan te bieden gaat het individu ze met elkaar associëren.

Operante conditionering= door het individu te straffen of belonen gaat hij het gedrag associëren met
iets leuks of vervelends en het gedrag dan juist stoppen of herhalen.

Gedragsmodificatie= de frequentie van gewenst gedrag te verhogen en ongewenst gedrag te
verlagen.

De Sociaal- cognitieve theorie (Bandura) = Het gedrag van een ander observeren en daarna te
imiteren.

1. Aandacht: je neemt het gedrag van model waar.
2. Retentie: later tijdstip gedrag herinneren
3. Reproductie: nadoen van het gedrag
4. Motivatie: gedrag te leren en uit te voeren, omdat je ziet dat het iets oplevert.

3. Het Cognitief perspectief

‘Richt zich op de processen dat mensen de wereld steeds beter leren kennen, begrijpen en
overdenken.’ Wat mensen denken.

Jean Piaget – kinderen lopen een reeks cognitieve ontwikkelingsfases door waarbij onze kennis
toeneemt en verbeterd.

Menselijk denken is opgebouwd uit schema’s = georganiseerde mentale patronen die acties en
gedrag vertegenwoordigen.

- Adaptie van kinderen= Het aanpassen aan de omgeving.
- Assimilatie= hoe mensen een nieuwe ervaring ervaren door hun bestaande schema’s.
- Accommodatie= de verandering van het denken als reactie op de nieuwe ervaring en stimuli.


2

, De informatieverwerkingstheorie = benadering van cognitieve ontwikkeling om te achterhalen op
welke manier mensen informatie coderen, opslaan en terughalen. Gaan meer uit van kwantitatieve
verandering. Capaciteit van denken wordt groter.

4. Het systemisch perspectief

‘Relatie tussen individuen en hun fysieke wereld, persoonlijksheidswereld en sociale wereld’

Bio-ecologisch model van Bronfenbrenner = 5 omgevingsniveaus die elk organisme gelijktijdig
beïnvloeden. De systemen staan ook in verbinding met elkaar.

 Microsysteem = directe omgeving waarin kinderen leven. Zijn zelf actief in het micro-
systeem. Thuis, ouders, leraren, vrienden.
 Mesosysteem = zorgt voor verbindingen tussen de onderdelen van het microsysteem.
Directe en indirecte invloeden die ons met elkaar verbindt.
 Exosysteem = algemenere invloeden. (Gemeentes, scholen, kerken)
 Macrosyteem= culturen van een individu. Maatschappij, religie, overheid.
 Chronosysteem = invloed van het verstrijken van de tijd. Historische gebeurtenissen en
veranderingen.

Sociaal-culturele theorie van Vygotsky= ontwikkeling is het resultaat van sociale interacties tussen
leden van een cultuur. (Omgevingsfactoren, wederzijdse interactie)

Scaffolding = krijgen kinderen ondersteuning bij een taak die net boven hun niveau ligt. Waardoor zij
een hoger niveau kunnen bereiken.



5. Evolutionair perspectief

Bekijkt gedrag vanuit de genetische erfenis van onze voorouders. (Charles Darwin, evolutietheorie)

Ethologie = kijkt naar de invloed van biologische kenmerken op gedrag/gedragsgenetica =
erfelijkheid op gedrag.

Zelfdeterminatietheorie = menselijke motivatie uitgaande van 3 basisbehoeftes: autonomie,
verbondenheid en competentie.

Holistische benadering = meerdere perspectieven tegelijkertijd gebruiken.

Het is altijd een combinatie van nurture en nature. Omgevingsinvloeden kunnen invloed hebben op
de uiting van genen.

Temperament= Een individuele stijl van reageren die erfelijk is. En die door kan worden gezet als de
ouders daar een omgeving voor creëren.

Multifactoriële overerving = eigenschappen die bepaald kunnen worden door genetische en
omgevingsfactoren.

- Genotype = geërfd van ouders
- Fenotype = hoe die geërfde eigenschappen tot stand komen.

Neuroticisme= de mate van emotionele stabiliteit.

- Gameten= geslachtscellen van de moeder en vader die een nieuwe cel vormen tijdens de
bevruchting.

3

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lievehoorn. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,99  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter