In deze samenvatting kun je van alles vinden over hoofdstuk 9 en 12 van NaSk (mavo)
hoofdstuk 9:
1. weerstanden
2. LDR en NTC
3. Schakelen met een relais
4. Elektronische schakelingen
hoofdstuk 12:
1. Stroom en spanning
2. Spanning transformeren
3. Serie- en parallelschakeling
4. E...
Hoofdstuk 9 NaSk
1. Weerstanden.
De weerstand van een schakelonderdeel zegt iets over hoe gemakkelijk of moeilijk de stroom
erdoorheen kan lopen. Bij een grote weerstand kan de stroom moeilijk door het
schakelonderdeel heen. De eenheid van weerstand is ohm.
Een schakelonderdeel dat je gebruikt om alleen de weerstand in een schakeling te verhogen
noem je een weerstand.
Als je de stroomsterkte door de spanning over een schakelonderdeel weet, dan kun je de
weerstand van dat schakelonderdeel berekenen. Hiervoor gebruik je de formule R=U:I.
De weerstand van een schakelonderdeel kan steeds even groot zijn. In dat geval geldt voor
dat onderdeel De Wet Van Ohm. De spanning en de stroomsterkte zijn dan evenredig. De
weerstandswaarde van een weerstand kun je aflezen aan de gekleurde ringen die erop staan.
2. LDR en NTC.
Een eenvoudige automatische schakeling:
Een sensor zorgt voor een elektrisch signaal.
Een schakelaar schakelt iets in of uit.
Een actuator doet iets wat nuttig is.
Een LDR is een lichtsensor. De weerstand van een LDR hangt af van de hoeveelheid licht
die erop valt. In het donker is de weerstand van een LDR erg groot. In fel licht is de
weerstand vrij klein. Is een LDR in een schakeling geplaatst, dan is de stroom sterkte door
de LDR in dat geval groter dan in het donker.
Een NTC is een temperatuursensor. De weerstand van een NTC hangt af van de
temperatuur. Als de temperatuur van een NTC stijgt, dan neemt zijn weerstand af. Is een
NTC in een schakeling geplaatst, dan wordt de stroomsterkte groter bij toenemende
temperatuur.
Weerstanden kun je in serie schakelen. De totale weerstand van zo’n schakeling bereken
je door de afzonderlijke weerstanden bij elkaar op te tellen. Hiervoor gebruik je de
formule Rv=R1+R2+….
Bij een variabele weerstand kun je de grootte zelf instellen. Dit doe je door een
beweegbaar contact over een weerstandsdraad te schuiven. Hoe langer het
ingeschakelde deel, des te groter de weerstand.
3. Schakelen met een relais.
Een relais is een automatische schakelaar. Bij een relais heb je te maken met twee
verschillende stroom kringen:
De stroomkring van een elektromagneet
De stroomkring van een actuator
In een relais zit een elektromagneet. Een elektromagneet is een lange, geïsoleerde
koperdraad die rond een ijzeren kern is gewikkeld. Zo’n spiraalvormig gewikkelde
koperdraad heet een spoel. Als je stroom door een spoel laat lopen, wordt hij magnetisch.
Als er geen stroom door de spoel van het relais loopt, is de spoel niet magnetisch. Een veer
trekt een beweegbaar anker. Daardoor wordt het anker tegen het breekcontact aangedrukt.
Een reedcontact is een schakelaar die reageerd op een magneet. Als je een magneet bij het
reedcontact houdt, klikken twee stalen strips tegen elkaar aan. Zo wordt de stroom
ingeschakeld. Als je de magneet weghaalt, veren de strips weer van elkaar af. Zo word de
stroom uitgeschakeld.
, 4. Elektronische schakelingen.
Met zowel een relais als een transistor kun je een apparaat automatisch aan- en uitzetten.
Een transistor is kleiner en goedkoper dan een relais. Een transistor verbruikt minder energie
dan een relais. Met een transistor kun je alleen kleine spanningen schakelen.
Een transistor heeft drie aansluitpunten:
De collector (C)
De basis (B)
De emitter (E)
Door een transistor kunnen twee stromen lopen:
Van de basis naar de emitter
Van de collector naar de emitter
De stroom door de basis bepaalt of de transistor uit- of aanstaat.
De transistor staat in de uit-stand als de stroom door de basis nul of bijna nul is. Er kan dan
ook geen stroom lopen van de collector naar de emitter.
De transistor staat in de aan-stand als er een kleine stroom door de basis loopt. Er kan dan
een veel grotere stroom lopen van de collector naar de emitter.
Een condensator kun je in schakelingen gebruiken om elektrische energie in op te slaan. Je
moet hem dan aansluiten op een spanningsbron. Een condensator laadt veel sneller op dan
een batterij, maar is ook veel sneller weer leeg.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessvanalphen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.