ATYPISCHE ONTWIKKELING 3
,HF1: PROFESSIONEEL REDENEREN EN EVIDENCE BASED PRACTICE
1. Professioneel redeneren
Professionaliteit: professioneel oordeel en beargumenteerde besluitvorming
“proces van systematische besluitvorming, gebaseerd op een aanwijsbaar
professioneel referentiekader, waarbij gebruik gemaakt wordt van subjectieve en
objectieve gegevens en dat dient om het therapieproces te plannen, uit te voeren en
te evalueren, zowel vooraf, tijdens als na afloop van het proces”
Ergotherapeut: redeneert over motivatie en wensen van cliënt, de mogelijkheden en
beperkingen, invloed van omgeving, organisatorische context, geschikte theorieën en
modellen, persoonlijke overtuigingen, …
2. Evidence based practice
Oordeelkundig gebruik maken van systematisch verzamelde resultaten bij het nemen
van beslissingen bij individuele cliënten
Doel: kwaliteit van zorg te verbeteren en geleverde zorg te verantwoorden
Gaat over stellen van klinische vragen en het vinden – beoordelen en toepassen van
huidige beste bewijs in gegeven situatie én in relatie tot vraag – kennis en wens of
voorkeur van cliënt
Drie kernelementen
Wetenschappelijke evidentie
Klinische expertise van zorgverlener
Voorkeur en waarden van cliënt
Proces in 5 stappen
- Formuleren van een beantwoordbare,
professionele vraag
- Zoeken van best evidence om vraag te
beantwoorden
- Beoordelen van gevonden literatuur op validiteit
en betrouwbaarheid
- Toepassen van bevindingen in praktijk
- Evaluatie van veranderingen in praktijk
- (kennis delen met beroepsgroep)
Hiërarchie van evidence (krachtigste bewijs naar minder krachtig bewijs)
1. Systematische review of meta analyse van RCT’s
= overzichtsartikelen van gegevens uit verschillende gerandomiseerde
gecontroleerde onderzoeken
2. Gerandomiseerde gecontroleerde onderzoeken (RCT’s)
= onderzoek waarbij deelnemers willekeurig worden toegewezen aan
onderzoeks- of controlgroep
3. Gecontroleerde klinische onderzoeken (CCT’s)
= niet gerandomiseerde experimentele onderzoeken waarbij toewijzing niet
willekeurig gebeurt
4. Niet experimentele studies
= kan studie zijn met één proefpersoon of met cohort van patiënten
5. Meningen van deskundigen of algemeen aanvaard handelen
,Systematische review (SR) formuleert geen
aanbevelingen, maar enkel een literatuuroverzicht
waar publicaties over een bepaald onderwerp zijn
samengebracht
Klinische richtlijnen zijn best hanteerbaar
bewijsmateriaal voor praktijk: ze worden opgesteld
door experts en gevalideerd door wetenschappelijke
organisaties
HF2: JURIDISCHE ASPECTEN
1. Verdragen
VN verdrag inzake rechten van persoon met handicap
2 juli 2009: België ondertekend het verdrag en verbindt zich hierdoor om de inhoud
ervan te respecteren en regelmatig verslag uit te brengen aan comité van
onafhankelijke deskundigen.
Verdrag sluit aan bij de visie van ergotherapie = verbeteren of in stand houden van
de levenskwaliteit en participatie van persoon
Definitie ‘handicap’ in verdrag: “een belemmering die een persoon hindert bij het op
volwaardige wijze deelnemen aan de maatschappij waarin ze zich manifesteren”
= het begrip is veranderlijk en systemisch want handicap evolueert naargelang de
aanpassingen of belemmeringen in de omgeving
Verdrag stelt dat alle personen met handicap moeten kunnen genieten van alle
mensenrechten
= recht op gelijkheid, recht op vrijheid, recht op veiligheid, recht op deel uitmaken
van maatschappij, …
VN verdrag inzake rechten van kind IVRK
16 december 1991: België ondertekend
Doel: specifieke rechten van kinderen beschermen, erkent de burgerlijke – politieke –
sociale – economische en culturele rechten
Bestaat uit 54 artikelen, maar enkele zijn belangrijk als ergotherapeut
1: De definitie van een kind: een mens jonger dan 18 jaar ...
2: Non-discriminatie
3: Het prioritair belang van het kind
4: De verbintenis van de Staten die Partij zijn om de rechten die door het Verdrag
inzake de rechten van het kind worden beschermd, ten uitvoer te leggen
6: Het recht van het kind om te leven, te overleven en zich te ontwikkelen
12: Het recht van het kind om zijn of haar mening te geven en de garantie dat
daarmee rekening wordt gehouden
13: Het recht van het kind om een uitdrukkingswijze naar
keuze te gebruiken (mondeling, schriftelijk, artistiek, ...)
16: Het recht op privacy
18: Het recht om door de ouders opgevoed te worden. De
overheid moet ouders daarbij zo nodig ondersteunen.
19: Bescherming van het kind tegen alle vormen van
geweld, misbruik en verwaarlozing
20: Bescherming van kinderen die van hun gezinsomgeving
zijn beroofd
22: Bescherming en bijstand van vluchtelingenkinderen
, 23: Volwaardig en fatsoenlijk leven voor kinderen met een handicap: waardigheid,
autonomie en actieve deelname aan het gemeenschapsleven
28: Het recht op onderwijs
29: Het doel van het onderwijs
31: Het recht op spel, rust en ontspanning
2. Decreten
Vlaams decreet inzake gelijke kansen en gelijke behandeling
Decreet zorgt voor gecoördineerd en samenhangend beleid om iedereen gelijke
kansen te geven ongeacht geslacht, seksuele geaardheid of handicap.
“Handicap” = “elk langdurig en belangrijk participatieprobleem van een persoon dat
te wijten is aan het samenspel van tussen functiestoornissen, beperkingen bij
uitvoeren van activiteiten en persoonlijke en externe factoren”
M decreet
21 maart 2014
Doel: meer inclusie binnen onderwijs realiseren en meer leerlingen in gewoon
onderwijs
= inclusief onderwijs moet eerste optie zijn en minder leerlingen doorverwijzen naar
buitengewoon
Decreten en verdragen aan de basis van dit M decreet
VN verdrag inzake rechten van personen met handicap
VN verdrag inzake rechten van kind
Vlaams decreet inzake gelijke kansen en gelijke behandeling
M decreet concretiseert wat in VN verdrag staat = alle
scholen moeten openstaan voor alle kinderen
Inhoud
• Eerst gewoon dan buitengewoon
• Recht op redelijke aanpassingen
• Recht op inschrijven in een gewone school
• Nieuwe types in het buitengewoon onderwijs
= basisaanbod en type 9 ASS zonder verstandelijke beperking
• Nieuwe toelatingsvoorwaarden buitengewoon onderwijs
= school en clb moeten aantonen dat redelijke aanpassingen werden gedaan,
pas als deze niet voldoende blijken vanuit clb kan kind naar buitengewoon
• Ondersteuning voor het gewoon onderwijs
= vroeger ION en GON onderwijs, vervangen door ondersteuningsnetwerken
Zorgcontinuüm
M decreet stelt dat het de taak van de school zelf is om een zorgcontinuüm uit te
bouwen
Leraren, ouders en CLB gaan na welke redelijke aanpassingen een leerling met
specifieke onderwijsbehoeften nodig heeft