Algemeen Strafrecht
INLEIDING
1) Het begrip “Strafrecht”
Wat is strafrecht?
Het strafrecht is het geheel van rechtsregels die bepalen welke handelingen of onthoudingen
misdrijven uitmaken, met welke straffen of maatregelen daarop kan gereageerd worden en in welke
omstandigheden (plaats, tijd, …) en ten aanzien van welke personen deze misdrijven kunnen bestraft
worden met de daarvoor voorziene sancties.
Voorbeeld nummer 1: Er wordt bepaald welke handelingen strafbaar zijn; een verkrachting, moord,
brandstichting,
Art. 461 Sw. : (bedriegl.) wegnemen van andermans zaak
Straf: art. 463 Sw.: gevangenisstraf van 1 maand tot 5 jaar
Als het niet meer is dan 5 jaar dan spreken we van een wanbedrijf
- Onthoudingen; je hebt iets niet gedaan wat je eigenlijk wel moest doen zoals bv hulp geven
aan iemand in groot gevaar als dat kon: art. 422 bis Sw. = “schuldig verzuim”.
Straffen: vrijheidsstraf (gevangenisstraf of opsluiting), geldboete, werkstraf, straf onder
elektronisch toezicht, probatiestrafvoorwaarden.
- Maatregelen (mensen die niet gestraft kunnen worden); minderjarige bv (gesloten
instellingen) staan allemaal in het jeugddelinquentiedecreet 2019, geestesgestoorden:
kunnen geïnterneerd worden.
- Omstandigheden; wettige verdediging dat je niet gestraft kunt worden (art. 416 Sw.), tijdstip
(art. 2 Sw) = als je een misdrijf pleegt kunt ge niet bestraft worden met een wet die pas na de
feiten tot stand is gekomen.
- Personen; Minderjarigen in principe niet strafbaar (uitzonderingen mogelijk!) = maatregelen
bijvoorbeeld opsluiting gesloten of open instelling. Geestesgestoorden nooit strafbaar,
wel maatregel nodig: internering. Koning kan ook nooit een strafbaar feit plegen.
2) Kenmerken van het strafrecht
Het strafrecht behoort tot het publiek recht, omdat de aantasting van het algemeen belang
en de maatschappelijke orde en niet van het individueel belang wordt bestraft. Het misdrijf
brengt een rechtstreekse verhouding tot stand tussen diegene die het misdrijf pleegde en de
Staat. Dader vervolgt door OM, straf door overheid en uitvoering ook door overheid.
Voorbeelden nummer 7: vrijheidsstraf (in de gevangenis), geldboete: staatskas, werkstraffen: bij een
overheidsinstelling, voorwaardelijke vrijheidsstelling/elektrisch toezicht/penitentiair verlof: door de
overheid beslist (strafuitvoeringsrechtbank).
Voorbeeld nummer 8: schadevergoeding (artikel 1382 BW).
Voorbeeld nummer 9: vb leven niet meer zien zitten en euthanasie duurt te lang & vraagt aan
iemand anders om hem te doden, maar doder blijft gestraft ook al is er een overeenkomst tussen
hen.
1
,Algemeen Strafrecht
Strafwetten zijn van openbare orde. Zij bewaken immers de kern van de maatschappelijke
orde + dwingend karakter.
Het strafrecht als sanctierecht heeft een preventieve en repressieve functie. De dreiging met
een straf moet de mensen ervan weerhouden misdrijven te plegen, maar faalt soms.
repressieve werking.
Voorbeelden nummer 10: tijdens gevangenisstraf werkt men aan herstel herstelgerichte detentie.
Contact tussen dader en slachtoffer, werken in de gevangenis, de mogelijkheid om een
diploma te halen, arbeidsroutine aanleren, het helpen bij zoeken van werk en woonst, …
Voorbeeld nummer 11: men vraagt strengere straffen (vaak onder druk), gemeenschapsgerichte
straffen te soft, voorwaardelijke invrijheidsstelling zijn te tegen, volledige straf uitzitten.
Het juridisch begrip “straf” is niet omschreven in het Strafwetboek. De rechtspraak heeft “straf”
gedefinieerd als een leed dat door de wet bepaald en door de rechterlijke macht opgelegd wordt als
sanctie wegens een gepleegd misdrijf.
Voorbeelden oefeningen: juist of fout
1. De regels over de strafbare poging (art. 51-53 Sw.) die zijn in principe van toepassing op
de fiscale misdrijven omschreven in het wetboek inkomstenbelasting.
Juist, want er staat “in principe”, dit betekent normaal, maar er zijn uitzonderingen
2. De strafrechtelijke principes over de wettelijke herhaling staan in de art 54-56 Sw. Die
zijn altijd van toepassing op de misdrijven omschreven in de drugswet
Fout, want er staat altijd en dat is niet noodzakelijk altijd zo
3. De regels over de bestraffing over mededadigers en -plichtige en zijn nooit van
toepassing op de misdrijven opgenomen in het bijzonder strafrecht
Fout, het kan wel uitdrukkelijk een bepaling voorzien
4. De principes over de verzachtende omstandigheden art 85 Sw. bij wanbedrijven zijn altijd
van toepassing op het wanbedrijf diefstal.
Juist omdat het gewoon in het strafwetboek deel 2
2
,Algemeen Strafrecht
DEEL 1: DE STRAFWET
1) Het legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel vormt de fundamentele basis van het strafrecht en is 2delig:
- Geen misdrijf zonder wet
- Geen straf zonder wet
De gevolgen van het legaliteitsbeginsel:
Op het moment van de feiten moet de wet aanwezig zijn, later geen wet stemmen over dat
vroegere feit.
Heldere en duidelijke strafwetten maken is de eis.
Wetten niet altijd duidelijk interpreteren van de wet, naar de meest strikte betekenis van
de wet gaan.
Voorbeelden nummer 12: art. 468 Sw. & art. 471, lid 6 Sw.
Bij de interpretatie zal voornamelijk rekening gehouden worden met de bedoeling van de wetgever.
Voorbeeld nummer 13: de strafwet mag tijdsgebonden, evolutief interpreteren.
Voorbeeld artikel 461 Sw. andermans ‘goed’ = elektriciteit of computerdata ook een
goed? Ja moet tijdsgebonden geïnterpreteerd worden.
2) Het toepassingsgebied van de strafwetten
Uit het legaliteitsbeginsel volgt dat een gedraging slechts gestraft mag worden, wanneer deze
gedraging wettelijk strafbaar gesteld was op het ogenblik dat zij plaatsvond.
Dit heeft als gevolg dat een wet die pas later van kracht is, niet kan toegepast worden op een vroeger
feit. non-retroactiviteit. Artikel 2, lid 1 Sw.
Voorbeelden nummer 14:
Stel de wet wordt gestemd o 30 april 2009, iemand stelt feiten op 3 mei 2009, is dit strafbaar?
De wet is nog niet van kracht, dit is pas vanaf die 10 de dag na de publicatie in het
Belgische Staatsblad.
Een belangrijke uitzondering op deze regel is het beginsel van de retroactiviteit van de mildere
strafwetten. Artikel 2, lid 2 Sw.
Voorbeelden nummer 15:
Stel een man pleegt overspel op 1/5/1987. Strafbaarstelling opgeheven 30/5/1987.
De persoon komt voor de rechtbank op 1/8/1987 vrijspraak
De persoon komt voor de rechtbank op 5/6/1987 strafbaarstelling want wet nog niet
van kracht maar kan nog in beroep gaan en dan geldt de nieuwe regel wet wel
vrijspraak.
3
, Algemeen Strafrecht
Voorbeeld nummer 16: als er een strafbaar feit wordt gepleegd en er is een vonnis in eerste aanleg
en onmiddellijk nadien wordt een mildere wet van kracht in beroep nog toegepast worden indien
pas na beroepstermijn de nieuwe wet van kracht, straf definitief. Wel mogelijkheid om genade te
vragen bij de Koning (strafvermindering of kwijtschelding).
Voorbeeld nummer 17: vb mildere strafwetten: lichtere strafwet, amnestiewet, verzwarende
omstandigheid die wordt opgeheven, nieuwe rechtvaardigingsgrond, het invoeren van een werkstraf
in plaats van een vrijheidsstraf.
De terugwerkende kracht van een mildere strafwet geldt voor zolang over de feiten geen definitief
vonnis werd geveld.
We kunnen dus besluiten dat iedere nieuwe strafwet waarvan de toepassing voor de verdachte of
beklaagde een gunstige uitwerking heeft, terugwerkende kracht heeft.
Op het principe dat een strengere strafwet niet retroactief kan toegepast worden gelden evenwel
een aantal uitzonderingen:
UITZONDERING examenvraag
= beveiligingsmaatregelen (internering, alle maatregelen voor minderjarigen) mogen wel strenger
retroactief zijn.
= tuchtmaatregelen ook.
= interpretatieve wetten ook. (uitleggen van een reeds bestaande wet)
= voorbeeld nummer 18: alles wat in het wetboek van strafvorderingen staat, kan ook terugwerken =
formele strafwet.
Ook op de regel van de retroactiviteit van de mildere strafwet bestaan uitzonderingen:
UITZONDERING:
= verkeersinbreuk: kijken naar de wet op het moment van de feiten, zelf indien straf later werd
verplicht!
= tijdelijke wet ook kijken naar het moment van de feiten.
Voorbeeld nummer 19: tijdelijke ophokplicht voor kippen geldt voor het moment van de feiten.
De toepassing van de strafwet naar de plaats:
Volgens het territorialiteitsbeginsel (artikel 3 Sw.) zijn de Belgische strafwetten van toepassing op alle
strafbare feiten op het Belgisch grondgebied gepleegd, ongeacht de nationaliteit van de daders.
Op grond van artikel 4 Sw. kan hier van afgeweken worden.
Het Belgische ‘grondgebied’ omvat:
- Het gebied binnen de landsgrenzen (= het eigenlijk territorium)
- De territoriale zee (= 22.224m vanaf de laagwaterlijn van de kust)
- Het luchtruim boven het eigenlijk territorium en boven de territoriale zee
- Belgische luchtvaartuigen, schepen die onder de Belgische vlag varen.
Ambassades, consulaten, gebouwen van internationale of supranationale organisaties maken deel uit
van het grondgebied waar ze zich bevinden, zodat de plaatselijke strafwet van toepassing is.
4