Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek (KOM)
Établissement
Universiteit Utrecht (UU)
Een volledige samenvatting van de tentamenstof van het vak Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek, KOM. Gegeven voor de studies ISW/Psych/CA op de Universiteit Utrecht.
Samengevat zijn alle Grasple lessen, hoor- en werkcolleges en bijbehorende voorbereidende literatuur. EN EEN BEGRIPPEN...
Kennismaking Met Onderzoeksmethoden En Statistiek (KOM)
Tous les documents sur ce sujet (71)
2
revues
Par: charlotte51 • 1 année de cela
Par: eden9 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
saen
Avis reçus
Aperçu du contenu
Saskia Ensel 2022-2023
Kennismaking met onderzoeksmethoden en statistiek
(KOM) – een samenvatting van de voorbereidende stof,
de hoorcolleges en werkgroepen. Complete
samenvatting voor het tentamen.
Schooljaar 2022-2023
Bronnen
• Colleges Universiteit Utrecht schooljaar 2022-2023
• Grasple lessen
• Morling, B., Carr., D. Research Methods and Statistics, Universiteit Utrecht.
Samengevoegd boek: Research Methods by Beth Morling, 4th edition + Science of
Social Research by Deborah Carr et al., 2nd edition.
o H1 t/m H5
o H7 & H8
o H10 t/m 12
o H14
o H16
o Statistics Review - Morling
Inhoud
DEEL 1 (tot de tussentoets) ...................................................................................................... 2
Hoorcollege 1: Introductie ...................................................................................................... 2
Hoorcollege 2: Onderzoeksvraag, steekproeven, interviews en focusgroepen.................... 3
Hoorcollege 3: Observatie, bestaande gegevens en triangulatie ......................................... 5
Hoorcollege 4: Ethiek, coderen, rapporteren en kwaliteit van onderzoek ............................ 6
Hoorcollege 5: Onderzoeksvragen, aselecte steekproeven en meten ................................. 9
Hoorcollege 6: Beschrijvende statistiek, validiteit, betrouwbaarheid, correlatie ................. 11
Hoorcollege 7: Observatie, bestaande gegevens en triangulatie ....................................... 15
Hoorcollege 8: Responsiecollege ........................................................................................ 19
Basiskennis .......................................................................................................................... 20
Het lezen van een wetenschappelijk artikel......................................................................... 22
Begrippenlijst ........................................................................................................................ 22
DEEL 2 (na de tussentoets) .................................................................................................... 26
Hoorcollege 1: Causaliteit, interne en externe validiteit, PICO, inferentiële statistiek, Null
Hypothesis Significance Testing (NHST), toetsingsgrootheid t .......................................... 26
Hoorcollege 2: Invloeden op t en p, Power, type I, type II fouten ....................................... 29
Hoorcollege 3: Statistische validiteit, effectgrootte, betrouwbaarheidsinterval, replicatie .. 32
Hoorcollege 4: Review en kritisch lezen .............................................................................. 34
Hoorcollege 5: Wetenschappelijke integriteit....................................................................... 34
Hoorcollege 6: Open Science en vergelijking typen onderzoek .......................................... 36
Hoorcollege 1: Introductie
Kenmerken wetenschappelijk onderzoek
• Empirisch → het onderzoek is gebaseerd op systematisch waarnemingen
• Controleerbaar → het onderzoek moet herhaalbaar zijn
• Probabilistisch → (tegenovergestelde deterministisch). Dit is de
waarschijnlijkheidsgraad, er worden algemene verbanden gelegd. Het
tegenovergestelde van probabilistisch is deterministisch.
DE EMPIRISCHE CYCLUS
Idee/theorie
Het onderzoek begint met een theorie
Theorie: “een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge
samenhang worden beschreven. In de wetenschap is een theorie een getoetst model ter
verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid”
Kenmerken van een goede theorie:
• Hij is ondersteund door data
• Falsifieerbaar → een theorie moet weerlegd kunnen worden aan de hand van
verzamelde gegevens. Je moet hem kunnen bewijzen maar ook kunnen bewijzen dat
de theorie niet klopt.
• Spaarzaam (parsimonius) → als een eenvoudige theorie volstaat, is het niet nodig
om deze complexer te maken.
Onderzoeksvragen
In wetenschappelijk onderzoek zijn er 2 soorten onderzoeksvragen:
2
,Saskia Ensel 2022-2023
1. Fundamenteel onderzoek (basic)→ er wordt onderzoek gedaan naar algemene
principes. Hoe komt dit? Waarom doen mensen dat?
Voorbeeld: Worden jongeren narcistisch van het gebruik van social media?
2. Toegepast onderzoek (applied) → de vraag is toegepast op een bepaalde situatie,
bijvoorbeeld een specifieke stad of leeftijdsgroep. Er wordt vooral gekeken hoe iets
gerealiseerd kan worden of hoe iets aangepakt moet worden.
Voorbeeld: Wat kan Facebook doen om de schermtijd van gebruikers te
verminderen?
Extra/soms gebruikt: Translational → bevindingen van het onderzoek kunnen ook
toegepast worden in een andere setting. Bijvoorbeeld de resultaten uit een Nederlands
onderzoek zijn ook nuttig in Spanje.
Onderzoeksontwerp.
Een onderzoek kan een kwalitatief design of kwantitatief design hebben.
Kwalitatief → de resultaten zijn vooral teksten, citaten etc.
Kwantitatief → de resultaten staan vooral omschreven in cijfers (aantallen/percentages).
Hoorcollege 2: Onderzoeksvraag, steekproeven, interviews en focusgroepen
Het doen van kwalitatief onderzoek heeft de volgende doelen:
• Sociale fenomenen begrijpen vanuit hun natuurlijke context
• Empirische patronen vinden
• Ontwikkeling nieuwe theorie
• Aanpassing of uitbereiding bestaande theorie
Kenmerken kwalitatief onderzoek:
• De onderzoeker is geïnteresseerd in de natuurlijke omgeving van de respondent
• De onderzoeker heeft een contextuele benadering
• Het perspectief van de respondenten staat centraal
• Via specifieke observaties probeert de onderzoeker: de sociale werkelijkheid te
omschrijven in al haar diversiteit & naar algemeenheden te zoeken die nieuwe theorieën
vormen of bestaande theorieën aanpassen. Inductie = vanuit waarneming theorieën
ontwikkelen.
Bij een kwalitatief onderzoek hoort een onderzoeksvraag opgesteld volgens de SPICE-
elementen.
S Setting In welke context wordt het onderzoek gedaan of waar?
P Populatie In wie is de onderzoeker geïnteresseerd? Welke groep?
I Interest Waarin is de onderzoeker geïnteresseerd?
C Comparison (hoeft niet altijd gebruikt te worden) In vergelijking met..
E Evaluatie Welk resultaat wordt verwacht? Wat wordt er beoordeeld?
Het verzamelen van data
Kan door kwalitatieve interviews, hierin vraagt de interviewer naar ideeën, motieven,
ervaringen of gedragingen. Er worden open vragen gesteld. Er zijn drie verschillende
soorten interviews:
1. Ongestructureerde interviews → de inhoud, volgorde en formulering van vragen hangen
af van het verloop en de context van het interview.
2. Semi-gestructureerd → er is een topiclijst.
3. Gestructureerd → alle vragen en hun volgorde zijn vooraf vastgelegd.
Het is belangrijk dat de interviewer zorgt voor een goed rapport = een goede
verstandshouding tussen de interviewer en participant.
3
,Saskia Ensel 2022-2023
The qualitative interviewing method has several variations:
• Informal interviews → with someone who has background information
• Oral history → unstructured or semi-structured, people are asked to recall their
experiences in a specific historical event (example: witnesses).
• Life history interviews → in-depth interview to understand how lives unfold over time
• Cognitive interviews → with survey respondents
Probes = follow up questions and non-verbal reactions
Steekproef = een subgroep uit de populatie (=alle mensen waarin de onderzoeker
geïnteresseerd is) waarvan de data verzameld gaat worden. De subjecten kunnen geheel
willekeurig uit de populatie worden getrokken (=aselecte steekproef) of de onderzoekers
selecteren de subjecten (=selecte steekproef). A sample can be biased or unbiased, in a
biased sample some members of the population of interest have much higher probability of
being included in the same compared to other members. In an unbiased sample all of the
population have an equal chance of being included. Bij een kwalitatief onderzoek is het doel
om bepaalde kenmerken zoveel mogelijk in de steekproef terug te laten komen, daarom
wordt er bij kwalitatief onderzoek vaak gebruik gemaakt van een selecte steekproef. Deze
steekproef kan op meerdere manieren geselecteerd worden:
• Als een onderzoeker op zoek gaat naar participanten die voldoen aan hele specifieke
voorwaarden heet dat purposive sampeling/doelgerichte steekproef.
o Case study logic = de onderzoeker gaat op zoek naar specifieke individuen die
belangrijke informatie kunnen geven. Het gaat om mensen die aan specifieke
voorwaarden voldoen.
o Sample for range = de onderzoeker gaat op zoek naar een zo breed mogelijke
scala aan ervaringen.
• Gemakssteekproef (conveinence sample) = de onderzoeker gebruikt participanten die
eenvoudig te bereiken zijn. A conveinence sample might cause bias.
• Quota steekproef = een gemakssteekproef met een voorwaarde voor aantallen binnen
de groepen, bijvoorbeeld het man/vrouw ratio. Om een quotasteekproef te kunnen
trekken moet de onderzoeker aan twee voorwaarden voldoen. Te weten: de onderzoeker
moet kunnen controleren in welke categorie iemand zit en de onderzoeker moet vooraf
aan de dataverzameling kunnen vaststellen welke relevante categorieën er te
onderscheiden zijn.
• Sneeuwbal steekproef = een vorm van doelgerichte steekproef waar de onderzoeker
de deelnemers vraagt één of meer anderen aan te bevelen. Deze methode is vooral
geschikt wanneer de beoogde populatie moeilijk bereikbaar is, maar wanneer (groepen)
mensen binnen deze populatie elkaar wel kennen.
• Sequentiële steekproef = onderzoekers leren gedurende het onderzoek pas welke
kenmerken belangrijk zijn om rekening mee te houden bij het selecteren van
respondenten.
De interviews worden opgenomen en later volledig uitgetypt in een transcript, tijdens het
interview maar de onderzoeker fieldnotes, bijvoorbeeld over iemands uitdrukkingen of
gevoelens. Deze kunnen later waardevol zijn bij de analyse.
Een focusgroep
Wanneer er een focusgroep nodig is, zal daar een moderator bij zijn. Dit zijn haar/zijn taken:
• Vragen stellen die de onderzoeker heeft geformuleerd.
• Ervoor zorgen dat het gesprek niet teveel afdwaalt
4
, Saskia Ensel 2022-2023
• Ervoor zorgen dat iedereen kans krijgt om actief deel te nemen.
Een focusgroep bestaat uit 6-10 mensen, hij is homogeen betreft achtergrond maar
heterogeen betreft ervaringen. Een focusgroep is alleen nuttig als het gaat om een
onderwerp waar discussie over mogelijk is. Het gesprek duurt zo’n 1-2 uur.
De kwaliteit van de focusgroep hangt af van de betrouwbaarheid en validiteit:
• Betrouwbaarheid (reliability) → als het onderzoek
herhaalt zou worden zou de volgende onderzoeker
hetzelfde moeten vinden.
o Door: zich te realiseren dat het verloop van het
gesprek van de moderator en deelnemers
afhangt.
• Validiteit (validity) → er wordt gevonden wat er
gevonden moest worden, de gegevens die je hebt
komen overeen met de waarheid.
o Door: door te vragen en te kijken naar non-verbale signalen en zelf ook non-
verbale signalen te geven om iemand op haar of zijn gemak te stellen.
Hoorcollege 3: Observatie, bestaande gegevens en triangulatie
OBSERVATIEONDERZOEK
Observatieonderzoek = je observeert en registreert gedragingen, gebeurtenissen en
interacties.
Er zijn verschillende typen observatieonderzoek
1. Participerend → de onderzoeker wordt deel van de groep waar de onderzoeker in
geïnteresseerd is.
2. Niet-participerend → de onderzoeker bestudeerd de groep van buitenaf.
3. Verhuld/covert → de groep is niet op de hoogte dat ze geobserveerd worden (hierop is
een ethische discussie van toepassing). There’s a great risk in misunderstanding
behavior.
4. Onverhuld/non covert → de groep is op de hoogte dat ze geobserveerd worden.
5. Systematisch → de onderzoeker onderzoekt n.a.v. een checklist en een timeline.
6. Niet-systematisch → de onderzoeker observeert de gehele context.
De keuze voor welk type hangt af van je onderzoeksdoel.
Om ergens te kunnen observeren heb je toestemming nodig om toegang te krijgen tot de
site, deze krijg je via een gatekeeper, dat is iemand met veel autoriteit in de groep. Some
researchers choose sites on the basis of their own ‘insider status’, they already have access,
they will be more accepted and they have an understanding of the site, shared norms,
attitudes and behaviors. There are also strengths of being an outsider. It gives you the
distance to see assumptions that are made about the group and the ignorance to questions
the behaviors that seem natural to the group.
Tijdens het observeren is het handig om een key informant te hebben, dit is iemand die je
kan introduceren tot de rest van de groep en je wat inzichten kan bieden.
Uit observaties ontstaan data, het verschilt per onderzoek(er) wanneer deze data worden
opgeschreven. Dit wordt er minstens beschreven:
• Directe observaties → in chronologisch verloop, fysieke beschrijvingen, beschrijvingen
van specifieke situaties.
5
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur saen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,59. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.