FORMATIEVE
KENNISTOETS
Thema 2.2 -> neurologie en ergotherapeutische
methodiek
,Ergotherapeutische methodiek ................................................................................................................................................... 2
Ergotherapeut......................................................................................................................................................................... 2
Het redeneren van ergotherapeuten ....................................................................................................................................... 2
Handelen ................................................................................................................................................................................ 3
Analyse van het handelen........................................................................................................................................................ 4
Methodisch handelen.............................................................................................................................................................. 4
modellen................................................................................................................................................................................. 6
Neurologie ................................................................................................................................................................................ 10
Zenuwstelsel ......................................................................................................................................................................... 10
Zenuwweefsel ....................................................................................................................................................................... 10
Gebieden van de hersenen .................................................................................................................................................... 11
Prefrontale functiestoornissen .............................................................................................................................................. 14
Mentale basisfuncties ........................................................................................................................................................... 15
Breinontwikkeling bij adolescenten – use it or lose it ............................................................................................................. 17
, ERGOTHERAPEUTISCHE METHODIEK
ERGOTHERAPEUT
PERSOONLIJKE KWALITEITEN
Bij het mogelijk maken van dagelijks handelen sluiten ergotherapeuten aan bij de wensen van cliënten en hun
omgeving. Dit vraagt om empathie, flexibiliteit, creativiteit, meedenken, probleemoplossend vermogen en een
bepaalde benadering
HET GEBRUIK VAN JEZELF (USE OF SELF)
Het gebruik van jezelf is beschreven als het bewust gebruik maken van je eigen reactie in de relatie met de cliënt. Het
wordt ook wel gedefinieerd als een bewust, selectief of intuïtief gebruik van de eigen mogelijkheden en
karakteristieken om de interventie effectiever te maken. Er wordt niet verwacht dat de ergotherapeut perfect
reageert, maar wel dat hij zich bewust is van zijn eigen mogelijkheden en grenzen. Er zijn vijf elementen bij use of
self: empathie, authenticiteit, reflexiviteit, samenwerken en ondersteunen.
HET REDENEREN VAN ERGOTHERAPEUTEN
ERGOTHERAPIE ALS TWO-BODY PRACTICE
Ergotherapeuten redeneren over de client vanuit een empirisch-analytisch referentiekader en/of een interpretatief
referentiekader. Empirisch-analytisch referentiekader is gericht op het verminderen van een probleem, het opstellen van
hypotheses over de oorzaken en het vinden van bewijzen voor deze hypotheses. Interpretatief referentiekader gaat
ervan uit dat ieders leefwereld uniek is en mede gevormd wordt door ervaringen en sociale context.
VORMEN VAN PROFESSIONEEL REDENEREN
1. Procedureel redeneren vanuit ziekte, medische condities en het functioneren van de cliënt om het probleem te
begrijpen en mogelijke interventies te selecteren Staat het dichts bij het empirisch-analytische perspectief
De Hypothetisch-deductieve methode is de basis.
2. Interactief redeneren: Het redeneren over de betekenis die de ziekte of beperking heeft voor de cliënt op basis
van diens verhalen. Het redeneren over de relationele aspecten tussen de cliënt en de ergotherapeut.
3. Narratief redeneren: Het redeneren vanuit het levensverhaal van de cliënt over de betekenis van taken,
gewoonten en rollen van de cliënt in het verleden, heden en toekomst.
4. Redeneren vanuit het interpretatieve perspectief: Wij construeren verhalen om onze levensloop te beschrijven en
betekenissen te duiden. Ergotherapeut construeert een verhaal waardoor een nieuw toekomstbeeld wordt
gecreëerd op basis waarvan de betekenisvolle doelen opgesteld kunnen worden.
5. Pragmatisch redeneren is gericht op de invloed van praktische factoren, de invloed van de omgeving micro-,
meso- en macroniveau en de invloed van de ergotherapeut zelf op het therapieproces. Keuzes die
ergotherapeuten maken worden sterk beïnvloed door de visie en het beleid van de organisatie waar ze in
werken. Ze moeten zich voortdurend vragen stellen over de invloed van de eigen opvattingen en de invloed
van de omgeving op hun handelen.
6. Conditioneel redeneren: Het geïntegreerd toepassen van procedureel, interactief, narratief en pragmatisch
redeneren waarbij de gehele situatie van de cliënt en veranderingen daarin worden beschouwd.
Therapieproces moet elke keer afgestemd worden op de wensen van de cliënt, de situatie en nieuwe
gegevens of inzichten dan de ergotherapeut. Nadruk ligt op redeneren over ene mogelijk toekomstbeeld
voor de cliënt en de acties die nodig zijn om dit toekomstbeeld te realiseren.
7. Ethisch redeneren: Vorm van professioneel redeneren Betrekt het systematisch en kritisch nadenken over
normen en waarden in het redeneren en hoe deze normen en waarden een rol spelen in situaties waarin
mensen handelen en beslissen. Wordt toegepast om ethische beslissingen bij tegengestelde belangen te
kunnen nemen en wordt geactiveerd door het ervaren van dilemma’s.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur KvB2003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.