Week 1 De student toont met behulp van de Gemeentewet en literatuur zijn kennis
over -en begrip van- de inrichting van de gemeente aan. De student toont met
behulp van literatuur zijn kennis over- en begrip van - de basisbegrippen in de
Algemene wet bestuursrecht (Awb) aan. De student kan:
Leerdoel 1: De samenstelling, werkwijze, taken en bevoegdheden van de gemeentelijke
bestuursorganen (zijnde de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en
de burgemeester) herkennen.
Leerdoel 2: De bestuurlijke en politieke verhoudingen tussen gemeentelijke
bestuursorganen onderling en tussen gemeentelijke bestuursorganen en ambtenaren
herkennen.
Begrippen: openbaar lichaam, bestuursorganen en ambtenaren.
- De gemeente is een zogenaamd openbaar lichaam en dus een
publiekrechtelijke rechtspersoon. (2:1 lid 1 BW
- Gemeenteraad (algemeen bestuur), het college van B&W (Dagelijks bestuur)
en de burgermeester zijn bestuursorganen. (6 Gemwet en 1:1 lid 1 sub a AWB)
- Ambtenaren
1. Dienen het algemeen belang
2. Worden benoemd door het college van B&W (160 lid 1 sub d Gemeentewet)
3. Bereiden beleid voor en voeren beleid uit
4. Beleid wordt vastgesteld door bestuursorganen
5. Kunnen namens het college van B&W en burgeremeester in mandaat
besluiten nemen (afdeling 10.1.1 AWB)
Leerdoel 3: De bestuursorganen van de (openbare lichamen) Staat, Provincie en Gemeente
benoemen.
- Gemeenteraad, vertegenwoordigt de bevolking, bepaalt waar het geld
naartoe gaat (189 e.v. Gemwet), stelt gemeentelijke verordeningen vast (147
Gemwet) en controleert burgermeester en het college van B&W (155, 169,
180 Gemwet)
- College van burgermeester en wethouders (het college van B&W), voert
besluiten van de gemeenteraad uit en voert eigen taken uit (160 Gemwet).
- Burgermeester, vertegenwoordigt de gemeente “in en buiten rechte”,
handhaaft de openbare orde en zit vergaderingen van zowel de gemeenteraad
als het college van B&W voor (170 e.v. Gemwet).
Leerdoel 4: De plaats van het bestuursrecht binnen het recht bepalen.
Je kunt het recht onderscheiden in privaatrecht en bestuursrecht:
Privaatrecht regelt de relatie tussen de burgers onderling. Met ‘burger’ wordt zowel een
natuurlijk persoon als een rechtspersoon bedoeld. Een natuurlijk persoon is een mens. Een
rechtspersoon wordt met een natuurlijk persoon gelijkgesteld (Art 2:5 BW). Voorbeelden
van privaatrechtelijke rechtspersonen: stichting, een vereniging of een BV.
,Publiekrecht regelt de relatie tussen overheden onderling en die tussen de overheid en
burger. De overheid is dan ‘machtspersoon’ (heeft dan een exclusieve bevoegdheid).
Leerdoel 5: De bronnen van het bestuursrecht noemen.
Bronnen van het bestuursrecht:
- Internationaal recht
- Nationale regelgeving
- Jurisprudentie
- Ongeschreven bestuursrecht
Leerdoel 6: Het bestuursrecht onderverdelen in algemeen en bijzonder bestuursrecht,
rekening houdend met het begrip gelede normstelling.
Algemene bestuursrecht, in het algemeen bestuursrecht vind je de regels die gelden voor
alle verschillende bestuurstaken van de overheid. Het zijn de regels die (in principe) altijd
gelden, ongeacht met welk deel van de bestuurstaak de overheid bezig is: het
vreemdelingenrecht, het milieurecht, belastingrecht, ruimtelijke ordening etc.
Bijzonder bestuursrecht, hierbij wordt vooral gericht op de inhoud van de verschillende
bestuurstaken. (Het vreemdelingenrecht, het milieurecht, belastingrecht, ruimtelijke
ordening etc.)
Leerdoel 7: Het bestuursrecht onderverdelen in materieel en formeel bestuursrecht.
Materieel bestuursrecht: bevat rechtsnormen waarin voor burgers en
bestuursorganen aanspraken of verplichtingen zijn opgenomen (inhoud).
Voorbeeld: Het is verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren,
voor zowel dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit:
a. Het bouwen van een bouwwerk.
b. Het uitvoeren van een werk, bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden in
gevallen waarin dat bij een bestemmingsplan, beheers verordening,
exploitatieplan of voorbereidingsbesluit is bepaald.
c. Etc.
Formeel bestuursrecht: betreft de procesrechtelijke regels die de burger nodig heeft
om tegen het optreden van de overheid iets te ondernemen (procedure).
Voorbeeld: het instellen van een beroep is formeel bestuursrecht.
Leerdoel 8: De gelaagde structuur van de Awb aantonen.
Hoofdstuk 1: inleidende bepalingen (Artt 1:1/1:9)
Hoofdstuk 2: verkeer tussen burgers en bestuursorganen (Artt 2:1/2:17)
Hoofdstuk 3: algemene bepalingen over besluiten (Artt 3:1/3:50)
Hoofdstuk 4: bijzondere bepalingen over besluiten (Artt 4:1/4:131)
Hoofdstuk 5: Handhaving (Artt 5:1/5:54)
Hoofdstuk 6: algemene bepalingen over bezwaar en beroep (Artt 6:1/6:24)
Hoofdstuk 7: Bijzondere bepalingen over bezwaar en administratief beroep (Artt. 7:1/7:29)
Hoofdstuk 8: Bijzondere bepalingen over de wijze van procederen bij de bestuursrechter
(Artt 8:1/8:119)
Leerdoel 9: De werking van het legaliteitsbeginsel en van het specialiteitsbeginsel aantonen
in een eenvoudige casus.
Het specialiteitsbeginsel Deze basisregel houdt in dat het bestuur een
bevoegdheid alleen mag gebruiken voor het doel waarvoor de wet deze bevoegdheid
geeft. Geeft de wet de bevoegdheid om het milieu te beschermen, dan mag het
bestuur deze bevoegdheid alleen daarvoor gebruiken en bijvoorbeeld niet om het
verkeer te regelen.
Het legaliteitsbeginsel houdt in dat bevoegdheden van de overheid altijd hun
basis moeten vinden in de wet. Dat geldt ook voor de bestuursbevoegdheden. Zo
mag de overheid alleen een deel van hun inkomen "afpakken" als de
belastingwetgeving dat toestaat.
Het legaliteitsbeginsel betekent voor het bestuursorgaan dat de bevoegdheden die zij
uitoefenen op de wet moeten rusten. Bevoegdheden om een vergunning af te geven,
subsidie te verstrekken of een belastingaanslag op te leggen, moet dus gebaseerd zijn
op de wet.
Leerdoel 10: De regels voor de wijze van bevoegdheidsverkrijging door middel van attributie,
delegatie en mandaat beschrijven.
Attributie het toekennen van een nieuwe bevoegdheid. Bv. art. 127 Grondwet,
art. 2.4 Wabo of art.
Bestuursorganen komen aan hun bestuursbevoegdheid door middel van attributie of
delegatie.
1. Attributie, in geval van attributie wordt er een nieuwe bevoegdheid toegekend aan
een bestuursorgaan. Dat gebeurt in een wet, deze schept bij attributie zelf en
bevoegdheid en kent deze bevoegdheid toe aan een bepaald bestuursorgaan.
2. Delegatie, in geval van delegatie draagt een bestuursorgaan een bestaande
bestuursbevoegdheid over aan een ander bestuursorgaan. Dit laatste bestuursorgaan
oefent zijn bestuursbevoegdheid na delegatie zelfstandig uit.
3. Mandaat, het is vaak onmogelijk voor een bestuursorgaan dat door attributie of
delegatie bestuursbevoegdheid heeft gekregen, om alle besluiten zelf te nemen en
zelf te ondertekenen. Daarom worden in de praktijk veel besluiten door anderen
genomen, meestal door ambtenaren en dat gebeurt op basis van Mandaat. (De
bevoegdheid om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noajoesri8. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.