VAARDIGHEDEN VOOR DE MAATSCHAPPELIJK ASSISTENT 3
GELIJKWAARDIGE COMMUNICATIE
PROFESSIONELE CONTEXT
Je hebt een sociaal-emotionele rol
Je hebt een taakgerichte rol
Je bouwt aan een vertrouwensrelatie
VERTROUWENSRELATIE
Essentieel bij de aanpak van een veranderingsproces
Heeft zelfs meer effect op dat proces dan de eigenlijke methode
Start al bij het allereerste moment
De relatie zal groeien naarmate de gespreksleider zich deskundig, betrouwbaar en betrokken toont
AFSTAND VS. NABIJHEID
Niet kunnen loslaten Afstandelijkheid
Grenzen vervagen Minimaliseren
Verliefdheid of vriendschapsgevoelens Onverschilligheid
Redder/ beschermer Gebrek aan empathie
Zelfredzaamheid Zelfbescherming
Te grote betrokkenheid
EVENWICHT ZOEKEN EN BALANCEREN
Je hebt een sociaal-emotionele rol
Je hebt een taakgerichte rol
Je werkt aan een vertrouwensrelatie
Integriteit bewaren
COMMUNICEREN VANUIT GELIJKWAARDIGHEID
denken
praten ANDERS luisteren
omgaan
met gevoel
,Hoe hanteren?
Aansluiten bij je gesprekspartner
Als SW’er bewust hanteren van eigen grenzen
Duidelijke grenzen stellen
Integer handelen (in functie van doel organisatie en rol SW)
Denk aan de voorbereidingsfase
Oriëntatie op:
Onderwerp en doel
Gesprekspartner
Rol en doelstelling
Situatie
TRANSACTIONELE ANALYSE
DE 4 LEVENS(BASIS)POSITIES
De overtuigingen die je hebt over jezelf, over anderen en over de
wereld waarin je leeft beïnvloeden je waarneming en hebben een
effect op hoe je mensen benadert. In de transactionele analyse
vertrekt men vanuit 4 algemene posities die je als individu kan
aannemen. Dit zijn de levens(basis)posities. Er zijn 4 duidelijke
overtuigingen/posities die je kan innemen om naar jezelf, de anderen
en relaties te kijken.
Ik ben OK, jij bent OK + +: jij en ik zijn de moeite waard. Als
we een conflict hebben wil ik het oplossen, maar mijn inzet voor het resultaat gaat niet ten koste van jou of
mezelf.
Ik ben niet OK, jij bent OK -- + :mijn leven is minder waard, want jij bent beter en kunt meer dan ik. Ik ben
niet even belangrijk als jij. Als we een conflict hebben geef ik toe. Wat jij van mij vindt, is belangrijker dan
het resultaat. Ik ben niet gelukkig, ik zorg slecht voor mezelf en voel me vaak slachtoffer van situaties.
Ik ben OK, jij bent niet OK + --: ik ben belangrijker dan jij. Als wij een conflict hebben, zal ik mijn oplossing
doordrukken want het resultaat is belangrijker, ook al gaat dat ten koste van jou. Ik weet wat goed is voor
jou en jij weet dat niet.
Ik ben niet OK, jij bent niet OK -- --: het leven is niet de moeite waard en daar kunnen wij niets aan
veranderen. We hoeven ons niet in te spannen om een probleem op te lossen, het is toch hopeloos. We
kunnen beter alles uit de weg gaan.
MODEL EGO POSITIES
Transactionele analyse reikt een model aan om te begrijpen wat er
gebeurt als mensen met elkaar communiceren. Elke actie roept een
reactie op en die roept weer een reactie op, tot het gesprek eindigt.
Volgens het TA-model zijn er naast de 4 levensposities ook nog 3
egoposities of “ik-toestanden” van waaruit mensen communiceren en
waartussen wordt gewisseld.
, Het kind is spontaan, nieuwsgierig, lief, aanhankelijk, onverantwoordelijk, eigenwijs, tegendraads, snel
gekwetst, onderdanig en egoïstisch. Kindgedrag is hetgeen je nu doet, wat je als kind al deed.
Het kind heeft twee kanten:
Het vrije/spontane kind
Het aangepaste kind.
De volwassene redeneert, verzamelt of geeft informatie, oordeelt niet en laat weinig emotie zien.
De ouder zegt en doet dingen die die de eigen ouders heeft zien doen.
De ouder heeft ook twee kanten:
De voedende ouder (verzorgt, beschermt, voedt op, geeft complimenten)
De kritische ouder (bestraft, is dominant, trots en verwijtend, vraagt gehoorzaamheid en is
overdreven kritisch)
Risico’s
Door oudergedrag te laten zien, veroorzaak je bij de ander:
Oudergedrag (O-O levert meestal ruzie op)
Kindgedrag (O-K levert vaak slachtoffergedrag op)
Volwassen gedrag veroorzaakt meestal:
Volwassen gedrag (V-V levert een rustig en rationeel gesprek op)
Kindgedrag vraagt om:
Oudergedrag (vermanend of helpend)
Kindgedrag (K-K leidt misschien tot een leuk gesprekje, maar zelden tot een verstandige uitkomst)
DE DRAMADRIEHOEK
Drie rollen die we allemaal in ons kunnen hebben:
De aanklager
De redder
Het slachtoffer
Een samenspel tijdens ‘dramatische’ gesprekken en ruzies. De ene reactie lokt de
andere uit. De ene reactie kan de andere versterken
=> Bedoeling is om uit deze driehoek te geraken/blijven
Slachtoffer
Favoriet gevoel: depressie
Kenmerken van de slachtoffer rol:
Passief gedrag, afwachtend, grote vragende ogen, toont zich hulpeloos, druipt weg, zit in een hoekje
en is eerder op de achtergrond. Uitspraken die bij de rol passen Ik kan het niet, ik weet het niet, ik
durf niet, wat moet ik doen?, ik kan er niets mee, ik ben zo bang, ik loop weg hoor, help me
alsjeblieft, wat ben jij toch geweldig!
Winst van de slachtofferrol
De persoon in deze rol hoeft niet na te denken, hoeft dus ook niet zelf te kiezen want heeft geen
verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag. Deze wordt gedragen door de keuze, het gedrag van de
redder of de waarden van de uitspraken van de aanklager. Het slachtoffer heeft macht over de
ander, op de redder en de aanklager. Het slachtoffer bepaalt hun posities en kan genieten van een
ander die zijn best voor hem doet of hem verzorgt. Het slachtoffer krijgt op deze manier aandacht en
genegenheid, want mag als slachtoffer afhankelijk zijn, alleen op een manier waarbij het slachtoffer
de situatie bepaalt en dus ook afhankelijk blijft! Het is goed om je eigen verantwoordelijkheid te
nemen en op een "volwassen"/gezonde manier hulp te vragen.
, Redder
Favoriet gevoel: triomf
Kenmerken van de reddersrol
Meestal zit het al sterk in deze mensen de neiging om een ander te helpen, te verzorgen. Alleen in
de dramadriehoek wordt deze hulp ongevraagd gegeven. Het slachtoffer heeft niet op een
"volwassen"/gezonde manier verteld/gevraagd wat die nodig heeft. Adviezen, goede raad, hulp hoe
dan ook wordt automatisch gegeven in reactie op het gedrag van de slachtoffer. Dit betekent dat de
redder de ander afhankelijk maakt van diens hulp. De redder bedenkt de oplossingen, denkt, voelt
en handelt ongevraagd voor de ander.
Gedrag van de redder
Bemoederend, belerend, denken voor de ander, beslissen voor een ander, adviserend, het leven van
een ander organiseren en invullen. Uitspraken van redder kunnen zijn: ik help je wel, ik doe het wel
voor je, als ik jou was zou ik… Volgens mij kun je beter, het is in je eigen belang dat ik dit zeg hoor, ik
probeer je alleen maar te helpen, ik zal je laten zien hoe het moet. Let op: de bedenkingen,
uitspraken komen vaak ongevraagd
Winst van de reddersrol
Een redder kan laten zien hoe goed die is. Alleen door te denken, voelen en te handelen voor een
ander, hoeft een redder niet na te denken over het eigen denken, voelen en handelen. De redder
maakt zichzelf belangrijk, dingt bewondering af en maakt anderen afhankelijk van hem. De redder
vindt hierin een doel, een taak en haalt er ook voldoening uit, dus dit verhoogt het gevoel van
eigenwaarde. Het kan zelfs leiden tot hoogwaardige gedachten over zichzelf zoals: “Wat als ik er niet
was geweest...? Hoe zou het dan wel niet met het slachtoffer zijn gegaan?”. Belangrijk is dat deze rol
ten koste kan gaan van het welzijn van de redder zelf. Na enige tijd gaat de redder vaak in de
slachtoffer rol zitten of het slachtoffer aanklagen en dus in de aanklagersrol zitten.
Aanklager
Favoriet gevoel: boos
Kenmerken van de aanklagersrol
Gedrag van iemand in de aanklagersrol is vaak boosheid, bestraffend, verwijtend, daardoor irritant,
met de beschuldigende vinger wijzend. De aanklager zadelt de ander op met schuldgevoelens. Vaak
horen we uitspraken als: jij doet ook nooit iets goed, jij weet ook niks, het is met jou altijd hetzelfde.
Dit kan in duidelijke taal, maar ook in bedekkende taalgebruik. Een aanklager is onkwetsbaar:
probeer je die op iets te wijzen, dan draait die het altijd om en komt die geregeld in de verwijtende
rol en wijst die met de vinger naar de andere.
Winst voor de persoon in de aanklagersrol
Zoals al gezegd is de aanklager onkwetsbaar door het gestelde gedrag. De aanklager houdt zo
persoonlijk contact af, vergroot de psychologische afstand tussen zichzelf en anderen en creëert
door deze opstelling een reden om niet te hoeven bijdragen aan de verbetering van de relatie. Alles
wat de aanklager opmerkt of signaleert, legt die bij de andere. De aanklager stelt alleen de ander
verantwoordelijk voor wat er in hun relatie gebeurt. De persoon weet alles beter en is daar heel
tevreden over. Het streelt het gevoel van eigenwaarde. De aanklager voelt zich vaak beter dan
andere mensen. Ook zal de aanklager elke vorm van intimiteit, van directe
emotionele gebondenheid aan de ander of emotionele
uitingen, afhouden. Het eigen gedrag staat niet ter discussie en de
aanklager vindt zichzelf onfeilbaar.
DE WINNAARSDRIEHOEK