Praktijkonderzoek in Zorg en Welzijn - Samenvatting
Samenvatting Praktijkonderzoek in zorg en welzijn - Praktijkonderzoek
Aantekeningen van onderzoeksmethoden
Tout pour ce livre (50)
École, étude et sujet
Saxion Hogeschool (Saxion)
Social Work
Inleiding Onderzoek (T.48606)
Tous les documents sur ce sujet (3)
Vendeur
S'abonner
marreduteweerd
Aperçu du contenu
Samenvatting Inleiding Onderzoek
H1 – Een inleiding op praktijkonderzoek
1.1 – Een positiebepaling van praktijkonderzoek
Onderzoek doen is nauw verbonden met leren en ontwikkelen en ligt aan de basis van ons bestaan.
Als je bewust via een bepaalde systematiek antwoord probeert te krijgen op je vragen, heet dat
intentioneel leren.
1.1.1 – Het belang van een onderzoekende beroepshouding
De huidige visie op gezondheid gaat uit van mogelijkheden van mensen en is gericht op het waar
mogelijk stimuleren en ondersteunen van het functioneren, de veerkracht en de eigen regie van
burgers. Een professionele, geïntegreerde benadering van de totale gezondheidszorg heeft grote
consequenties voor de zorgberoepen. De professionele ontwikkeling van zorgprofessionals zal zich
steeds meer kenmerken door samenhang tussen vakbekwaamheid, samenwerkend vermogen en
lerend vermogen.
De onderzoekende houding vormt de basis voor je beroepsuitoefening. Die stuurt de wijze waarop je
je werk uitvoert en je reflectie daarop. Je richt je niet enkel op gedrag en gebeurtenissen die
zichtbaar zijn, maar ook op patronen, structuren en mentale modellen die veelal verborgen zijn voor
directe waarneming.
Er zijn verschillende visies op wat een onderzoekende beroepshouding is en hoe deze beschreven
kan worden. De kenmerken zijn geclusterd in drie dimensies:
1. De open houding: de professional staat open voor nieuwe indrukken, is bereid tot
perspectiefwisseling, wil begrijpen en wil delen.
2. De kritische houding: de professional wil nagaan of iets klopt, wil onderbouwen en wil
verantwoorden.
3. De creatieve houding: de professional is gericht op vernieuwing en wil voortbouwen en
toevoegen.
Door praktijkonderzoek te doen spreek je je onderzoekende beroepshouding niet alleen aan, maar
houd je deze ook in ontwikkeling. Je ontwikkelt een open, kritische en creatieve houding om
passende oplossingen te realiseren voor praktijkproblemen.
1.1.2 – Hoofddoelen van onderzoek
Drie hoofddoelen van onderzoek:
1. Je wilt theorieën ontwikkelen of toetsen. Het onderzoek levert kennis op die
generaliseerbaar is. met een theorie bedoelen we een geheel van logisch samenhangende
uitspraken die samen een deel van de werkelijkheid proberen te verklaren.
2. Je wilt kennis toepasbaar maken in een brede beroepscontext. Het onderzoek levert
oplossingen op voor generieke problemen.
3. Je wilt op zoek gaan naar antwoorden op vragen in een specifieke beroepssituatie met als
doel deze situatie beter te begrijpen en waar nodig te verbeteren. Het onderzoek levert
kennis op die in eerste instantie alleen van toepassing is op de specifieke beroepscontext
waarin het onderzoek is uitgevoerd.
,Fundamenteel onderzoek = wanneer het accent op de ontwikkeling en toetsing van theorie ligt.
Toegepast onderzoek = wanneer het accent op kennis ligt die tot de oplossing van generieke
problemen moet bijdragen. Dit onderzoek moet nieuwe kennis leveren, zodat er effectiever
gehandeld kan worden. Zo algemeen mogelijke kennis waarmee een antwoord wordt gegeven op
hoe-vragen.
Praktijkonderzoek = wanneer professionals in hun eigen beroepspraktijk onderzoek doen met als
doel deze praktijk beter te leren begrijpen of te verbeteren.
Fundamenteel onderzoek Toegepast onderzoek Praktijkonderzoek
Theorievorming en Toepassing van kennis om Begrijpen en verbeteren van
theorietoetsing generieke problemen op te de eigen praktijk
lossen
Kennis is generaliseerbaar Kennis is probleemgebonden Kennis is probleemgebonden
in een specifieke context
Landelijk: Psychiatrische instellingen: Specialiseerde instelling:
Welke problemen ervaren welke professionale Hoe kunnen wij cliënten met
cliënten met een ondersteuning hebben cliënten een posttraumatische
posttraumatische met een posttraumatische stressstoornis ondersteunen
stressstoornis bij het aangaan stressstoornis nodig om bij het aangaan van nieuwe
van nieuwe relaties? nieuwe relaties aan te kunnen relaties?
gaan?
1.1.3 – Onderzoeksbenaderingen
Er bestaan verschillende opvattingen over wat goed onderzoek is. deze opvattingen zijn onder meer
gebaseerd op hoe we denken over de sociale werkelijkheid en over hoe kennis verworven wordt. De
verschillende opvattingen over wat goed onderzoek is noemen we onderzoeksbenaderingen. Drie
belangrijke onderzoeksbenaderingen:
1. De positivistische onderzoeksbenadering
Volgens deze benadering is kennis gebaseerd op dat wat direct waarneembaar is, er is één
bestaande werkelijkheid. Hieruit volgt dat deze werkelijkheid beschreven kan worden aan de
hand van algemene wetmatigheden, bijvoorbeeld duur van behandeling, inrichting ruimtes,
methodieken. Onderzoeksresultaten zijn hierdoor eenvoudiger te generaliseren. Er zijn
echter allerlei factoren die de algemene wetmatigheden beïnvloeden en daardoor
vertroebelen. Bijvoorbeeld het nieuws van de dag, humeur van dienstverlener, sfeer,
persoonlijke omstandigheden. Kenmerkend voor een positivistische benadering is dat je
probeert je onderzoek zo in te richten dat deze vertrouwbeling geminimaliseerd wordt.
2. De constructivistische of interpretatieve onderzoeksbenadering
Volgens deze benadering kunnen er meerdere interpretaties van de werkelijkheid naast
elkaar bestaan. Interpretaties worden gekleurd door persoonlijkheden en ervaringen. Kennis
wordt door ieder mens op eigen wijze geconstrueerd en ontstaat in de interactie tussen deze
mensen en de sociale omgeving. je zoekt dus niet zozeer naar algemene wetmatigheden,
maar naar interpretaties van gebeurtenissen die zich in een specifieke beroepssituatie
voordoen. de resultaten van ene beroepspraktijk kun je niet zomaar vertalen naar andere
beroepspraktijk.
3. De kritisch-emancipatorische onderzoeksbenadering
Deze benadering is gebaseerd op de opvatting dat kennis niet waardevrij is en dat deze
bepaald wordt door de mensen met macht. Volgens deze benadering moet onderzoek
bijdragen aan processen die emancipatie van bepaalde groepen bevorderen en mensen in
, staat stellen hun eigen omgeving te veranderen. Empowerment = het versterken en
verbinden van personen, organisaties en groepen in de samenleving. Het gaat met name om
het versterken van de capaciteiten van maatschappelijk kwetsbare personen en groepen en
inclusie van mensen die sociaal dreigen uit te vallen. In deze benadering staat de dialoog
centraal, is er veel aandacht voor het perspectief van de belanghebbenden zelf en worden
bestaande structuren ter discussie gesteld.
1.1.4 – Praktijkonderzoek in relatie tot evidence-based practice en practice-baded evidence
Evidence-based practice (EBP) voor zorg- en dienstverleners gaat over het zorgvuldig gebruikmaken
van het huidige, beste bewijsmateriaal om beslissingen te nemen met individuele cliënten om de
zorg en dienstverlening te verbeteren. Wordt gecombineerd met individuele kennis en ervaringen
van professional en wensen en voorkeuren cliënt.
Kanttekeningen EBP: het benutten van extern bewijs in de lokale situatie is meer dan alleen
implementatie. Het wetenschappelijke bewijs doet niet altijd recht aan de pluriformiteit van de
beroepspraktijk. Hebben nog een te hoog abstractieniveau en zijn te weinig op de specifieke
beroepscontext gericht.
Practice-based evidence (PBE) gaat uit van het idee dat kennis over het handelen van een
professional ontstaat in de specifieke context van de beroepspraktijk en dat die kennis evolueert
door de interactie tussen de personen die in deze context een belangrijke rol spelen. PBE zet
professionals aan tot het expliciteren van de eigen beroepspraktijk en de door hen waargenomen
effecten. Er wordt in dit verband ook wel gesproken van het ontstaan van praktijktheorieën.
Het grote verschil tussen EBP en PBE is dat evidence bij EBP onder wetenschappelijke condities
verkregen wordt en dan vertaald wordt naar de praktijk, terwijl bij PBE evidence onder realistische
condities verkregen wordt en dan eventueel in een volgende stap verder onderzocht kan worden.
Tip-downonderzoek en bottom-up onderzoek. Bij praktijkonderzoek ligt het accent op de verwerving
van PBE.
1.1.5 – Een definitie van praktijkonderzoek
Praktijkonderzoek in zorg en welzijn is onderzoek dat wordt uitgevoerd door zorg- en
dienstverleners, waarbij op systematische wijze in interactie met de omgeving antwoorden
verkregen worden op vragen die ontstaan in de eigen beroepspraktijk en gericht zijn op verbetering
van deze praktijk.
Twee soorten praktijkonderzoek:
1. Kennisgericht praktijkonderzoek = praktijkonderzoek waarbij je indirect werkt aan
verbetering van je eigen beroepspraktijk door je grondig te verdiepen in een
praktijkprobleem.
2. Ontwerponderzoek = praktijkonderzoek waarbij je direct werkt aan verbetering van je eigen
beroepspraktijk door je te verdiepen in zowel het praktijkprobleem als de oplossing ervan om
op basis daarvan een ontwerp te maken en dit doelgericht te testen en in te voeren.
1.1.6 – praktijkonderzoek in relatie tot het methodisch handelen
Van Keken stelt dat praktijkonderzoek een relevantie moet hebben voor de beroepscompetenties die
een zorg- of dienstverlener moet verwerven of onderhouden. Hij onderscheidt drie
competentiesegmenten:
- Segment 1: werken met/voor cliënten. Het gaat hier om de deskundigheid op het gebied van
begeleiding, behandeling en dienstverlening die je als professional dient te bezitten.
- Segment 2: werken in en vanuit een arbeidsomgeving. Het gaat om de vaardigheden die
nodig zijn om goed te functioneren in de organisatie in je rol als collega, teamlid,
samenwerkingspartner, enz.
, - Segment 3: werken aan professionaliteit en professionalisering. Dit segment omvat de
verantwoordelijkheid voor het onderhouden van je beroepscompetenties en de ontwikkeling
van je beroepsgroep in het geheel.
1.2 – De kernactiviteiten van praktijkonderzoek
De cyclus voor praktijkonderzoek omvat zes kernactiviteiten voor het uitvoeren van beschrijvend,
vergelijkend, definiërend, evaluerend en verklarend praktijkonderzoek. Bij een kennisgericht
praktijkonderzoek doorloop je deze cyclus. Vaak leiden deze
verworven inzichten tot plannen om veranderingen door te voeren
in de praktijk. Wanneer je dit innovatieproces op een onderzoekende
wijze aanpakt, spreken we van een ontwerponderzoek. Je doorloopt
dan aanvullend de innovatiecyclus een of meer keren. Je test het
ontwerp uit in de praktijk.
Wanneer je praktijkonderzoek doet, doorloop je alle kernactiviteiten
minimaal één keer. De kernactiviteit ontwerpen voer je alleen bij
ontwerponderzoek uit. Het onderzoeksproces is iteratief van aard.
Iteratief = herhalend.
Oriënteren
Je probeert in beeld te brengen welke praktijkproblemen er zijn,
voor wie deze belangrijk zijn, wat erover bekend is en wat het belang van je onderzoek kan zijn voor
jezelf en de organisatie. Bezig met het verkennen en beschrijven van het praktijkprobleem in dialoog
met anderen en met behulp van de vakliteratuur.
Richten
Het richten van je onderzoek betekent dat je inzoomt en het praktijkprobleem probeert af te
bakenen om tot een duidelijke onderzoeksvraag te komen. Je bepaalt wat je wel en niet gaat
onderzoeken. De kernactiviteit leidt tot de probleemstelling, die bestaat uit een beschrijving van het
praktijkprobleem, de literatuurstudie, het doel van het onderzoek en de onderzoeksvraag, al dan niet
uitgewerkt in deelvragen.
Plannen
Je verkent verschillende manieren van dataverzameling en maakt op basis hiervan keuzes voor de
vormgeving van je onderzoeksproces. Je schrijft je onderzoeksplan, dat beschouwd kan worden als
het resultaat van de drie kernactiviteiten oriënteren, richten en plannen.
Verzamelen
Je voert de geplande onderzoeksactiviteiten uit en verzamelt data die je nodig hebt om je vraag te
kunnen beantwoorden. Je maakt gebruik van een kijkkader, observatieschema, interviewleidraad of
vragenlijst.
Analyseren en concluderen
Je analyseert de verzamelde data. Op basis van je analyseresultaten formuleer je concrete
antwoorden op je onderzoeksvraag in de vorm van conclusies.
Ontwerpen
Alleen bij ontwerpvraag. Richt zich op een doelbewuste verandering van de dagelijkse praktijk. Je
maakt een ontwerp dat je daarna test in de praktijk. De data die je vervolgens verzamelt, gebruik je
om te bepalen of het ontwerp voldoet in de praktijk.
, Rapporteren en presenteren
Wanneer je onderzoek leidt tot kennis en nieuwe inzichten, verspreid je deze resultaten door te
rapporteren en te presenteren.
1.3 – Onderzoeksfuncties
Een onderzoeksfunctie maakt duidelijk wat je met je onderzoek beoogt. Zes onderzoeksfuncties:
1. Definiëren
2. Beschrijven
3. Vergelijken
4. Evalueren
5. Verklaren
6. Ontwerpen
In de praktijkonderzoek kunnen meerdere onderzoeksfuncties gecombineerd worden. De hoofdvraag
laat zien welke onderzoeksfunctie leidend is. De deelvragen maken duidelijk welke andere
onderzoeksfuncties hieraan bijdragen.
Wanneer je kennisgericht praktijkonderzoek doet, kies je voor een van de eerste vijf
onderzoeksfuncties. Ontwerponderzoek wordt als een op zichzelf staande onderzoeksfunctie gezien.
1.3.1 – Definiërend praktijkonderzoek
Als je een definiërend onderzoek uitvoert, probeer je de verschillen in overeenkomsten in
denkbeelden van mensen over bepaalde begrippen in kaart te brengen.
1.3.2 – Beschrijvend praktijkonderzoek
Beschrijving: het in kaart brengen van een thema of praktijksituatie. Je gaat op zoek naar hoe iets in
elkaar zit. De uitkomsten van het onderzoek kunnen aanleiding zijn voor het maken van keuzes of
een startpunt zijn voor vervolgonderzoek.
1.3.3 – Vergelijkend praktijkonderzoek
Het doel van vergelijkend onderzoek is om de overeenkomsten en verschillen te bepalen tussen twee
of meer praktijken of tussen theorie en praktijk. Bijvoorbeeld als je te weten wilt komen of de ene
interventie tot betere resultaten leidt dan de andere.
1.3.4 – Evaluerend praktijkonderzoek
Evaluatie kun je zien als een systematische beoordeling op basis waarvan nieuwe beslissingen
kunnen worden genomen. De waarde van iets wordt vastgesteld.
1.3.5 – Verklarend praktijkonderzoek
Als je onderzoekt of zaken daadwerkelijk met elkaar verband houden, doe je verklarend onderzoek.
1.3.6 – Ontwerponderzoek
Bij praktijkonderzoek waarbij je direct werkt aan verbetering van je eigen beroepspraktijk door
doelbewust een ontwerp in te voeren en te testen spreken we van een ontwerponderzoek.
Onderzoek en praktijkverbetering vinden gelijktijdig plaats. De kenmerken van ontwerponderzoek:
Er wordt in de dagelijkse praktijk een interventie ingevoerd, bijvoorbeeld een nieuwe aanpas,
methodiek, gesprekstechniek, verandering in leefomgeving
Het ontwerpproces heeft een onderzoeksmatig karakter waarbij interventies in verschillende
cycli worden ontworpen, geëvalueerd en bijgesteld.
Het proces van invoering van de interventie wordt nadrukkelijk gevolgd om een beter begrip
te krijgen van de interventie en de verbetering van de situatie.
De meerwaarde van het ontwerp voor de mensen die er in de praktijk moeten werken, staat
centraal.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur marreduteweerd. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.