Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Moleculaire celbiologie 2 €12,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Moleculaire celbiologie 2

 96 vues  3 achats

Volledige en duidelijke samenvatting van moleculaire celbiologie 2 in de 1ste bachelor van revalidatiewetenschappen en kinesitherapie aan de KU Leuven --> heel veel tijd en moeite in gestoken

Aperçu 4 sur 124  pages

  • Oui
  • 27 octobre 2022
  • 124
  • 2021/2022
  • Resume
  • celbiologie 2
  • celbio
book image

Titre de l’ouvrage:

Auteur(s):

  • Édition:
  • ISBN:
  • Édition:
Tous les documents sur ce sujet (16)
avatar-seller
linderoosen
Celbio 2
Conceptenmap




1

,Hoofdstuk 8: GENEXPRESSIE & DIFFERENTIATIE




→ Zelfde DNA in elk celtype (epitheelcellen, spiercellen, zeuwcellen,..), maar andere genen komen tot expressie
(contracties, insuline vrijgeven,..)

Hoe verklaar je dat een zenuwcel en een spiercel binnen 1 organisme totaal andere functies kunnen vervullen? → A:
elk celtype bevat hetzelfde DNA, maar het DNA wordt op een andere manier gebruikt, zodat er unieke celfuncties
ontstaan

De begrippen genexpressie en differentiatie
Geregelde genexpressie = het aan- en uitzetten van genen (combinatie van genen bepalen)
→ niet elk celtype gebruikt alle genen (daarom is een spiercel een spiercel en een zenuwcel (neuron) een zenuwcel)
LET OP: het DNA wordt dus niet in stukjes geknipt

Differentiatie = proces van specialiseren van cellen (aka proces van verwerven van alle celtypes) → in totaal 200
verschillende celtypes

Celgeheugen = cel kan onthouden dat de cel gelijk moet splitsen over dochtercellen

Verschillende celtypes van een multicellulair organisme bevatten hetzelfde DNA, maar gebruiken het anders
Terminale differentiatie: eenmaal de cel gedifferentieerd is in een bepaalde richting, kan je de cel niet meer
DEdifferentiëren (vb: zenuwcel kan geen spiercel worden opeens) → maar uitzonderingen

Differentiële genexpressie: Genen → vormen RNA of mRNA (en vanuit mRNA eiwitten)
In de wortelcel zit alle DNA om de hele wortel te vormen (de blaadjes, wortel zelf,..) → gedifferentieerde cellen
bevatten alle info nodig voor de vorming van een gans organisme, er gaan geen genen verloren tijdens
differentiatie

DNA sequentie: woordenboek, maar dan zonder samenhangend verhaal → niet elk gen in elk celtype wordt
afgeschreven

Verschillende cellen exprimeren verschillende genen
1. selectieve expressie van 19000 eiwit coderende genen → een typische cel drukt 30-60% van de eiwit
coderende genen uit (30-60% wordt ‘aan’ gezet)

- ‘House-keeping’: alle ‘standaard’ eiwitten die ieder celtype heeft (denk aan: iedereen heeft een dweil,
bezem,.. in zijn huishouden)
→ vertonen constitutieve expressie: staan constant aan, worden niet aan- of uitgezet
vb: DNA of RNA polymerase, ribosoom eiwitten,..

- Gespecialiseerde celtypes exprimeren bovendien specifieke proteïnen typisch voor en speciale celfunctie
→ geregelde expressie: wel aan- en uitzetten, specifiek voor iedere cel
vb: hemoglobine in rode bloedcellen, insuline in bèta cellen vd pancreas,..



2

, 2. Selectieve expressie van 5000 RNA coderende genen
→ Combinatie van genen bepaald de genexpressie (aan- en uitzetten)

Voor elk gen:
- Lage tot hoge expressie mogelijk → variabel per celtype
- Combi van genen die tot expressiekomen, bepaalt het celtype en de celfunctie
→ ER KOMT GEEN ANDERE SET VAN GENEN TOT EXPRESSIE IN DE SPIERCEL EN DE ZENUWCEL (wel andere combi die
tot expressie komen)

Een cel kan zijn expressiepatroon aanpassen onder invloed van externe stimuli
Tijdens inspanning/ vasten worden suikers (glucose) gewonnen uit aminozuren (vb: tyrosine) geregeld door
cortisol
RESPONS hangt af van CELTYPE:
- Levercellen: tyrosineaminotransferase stijgt
- Vetcellen: tyrosineaminotransferase daalt
- Andere cellen nog anders
Hoe gebeurt deze geregelde genexpressie en op welke niveaus wordt dit geregeld?
→ Cortisol (hormoon uit bijnier) regelt heel deze genexpressie (bijsturen van genexpressie, specifiek voor ieder
celtype)

Multiple stappen die genexpressie kunnen controleren
Afbraak is even belangrijk als de synthese (eiwitten worden niet alleen gevormd, maar ook afgebroken door
lysosomen etc.)


Links: kern
Rechts: cytosol




GENEXPRESSIE KAN IN VERSCHILLENDE STAPPEN WORDEN GEREGULEERD VAN DNA → RNA → EIWIT
Als verschillen tussen de verschillende celtypen van een organisme afhankelijk zijn van de specifieke genen die elke cel
tot expressie brengt, op welk niveau is deze controle van genexpressie uitgeoefend?

Cel kan de eiwitten die het bevat controleren door:
(1) Bepalen wanneer en hoe vaak gentranscriptie (transcriptiecontrole)
(2) Regelen hoe een RNA-transcript gesplitst (gespliced: verwijderen van introns) of verwekt
(gepolyadenyleerd)
(3) Selecteren welke mRNA’s uit de kern geëxporteerd worden naar het cytosol
(4) Reguleren hoe snel bepaalde mRNA-moleculen worden afgebroken
(5) Selecteren welke RNA’s door ribosomen in eiwit worden vertaald
(6) Reguleren hoe snel specifieke eiwitten worden vernietigd na ze zijn gemaakt
(7) Activiteit van individuele eiwitten (eenmaal gesynthetiseerd) reguleren

DNA → RNA-transcript → mRNA (kern) → mRNA (cytosol) → Eiwit

Transcriptieregeling (meest efficiënt): 1 → hangt af van sterke/ zwakke promotor
Post-TRANSCRIPTIOnele regeling: 2,3,4,5
3

, Post-TRANSLATIOnele regeling: 6,7 → post-translationele modificaties en eiwitstabiliteit (aan- en uitzetten)
Hoe transcriptieschakelaars werken
Transcriptiefactoren/ genregulatorische eiwitten binden aan regulatorische DNA sequenties
Expressie van een gen: DNA + DNA-bindend eiwit = aan/ uit schakelaar
→ transcriptieschakelaars werken via genregulatorische proteïnen: eiwitten die binden bepalen of proces start

groene gebied= genregulatorisch
gebied
- DNA sequenties: binden transcriptie
factoren op eiwit

Op einde: stopcodon + onvertaald stuk
(= UTR)


Hoe kan een eiwit een specifieke bindingsplaats op het DNA herkennen en binden?
- Eiwit gaat op DNA grijpen → bewegen langs DNA, de aminozuren van het eiwit functioneren als ‘tentakels’
- Waterstofbruggen (tussen eiwit en DNA) houden het eiwit op z’n plaats tot het heel wat interacties kan
aangaan (afhankelijk van code van DNA)
- Direct verband tussen DNA-sequentie en wat de eiwitten scannen aan de buitenkant door contact te maken
met de overblijvende factoren tussen aminozuren en DNA via waterstofbruggen.

Transcriptie (DNA→ RNA) gebeurt door RNA-polymerase
PROMOTER: specifieke plaats in DNA waar RNA-polymerase kan binden aan DNA (na genregulatorisch gebied)
→ bevat (zowel eukaryotisch als bacterieel):

o Transcriptie-initiatie plaats: positie ‘+1’ is de start van het RNA
o Bindingsplaats voor RNA-polymerase (50 nucleotiden lange zone stroomopwaarts

REGULATORISCHE DNA SEQUENTIES

- Simpel in bacteriën: vanaf 10 nucleotiden (vb: operator in operon)
- Complex in eukaryoten: tot 10.000 nucleotiden → input van verschillende signalen

Regulatorische DNA sequenties binden transcriptieregulators (transcriptiefactoren, genregulatorische eiwitten,..)

Een transcriptieregulator bindt op de grote DNA groeve: contacten tussen aminozuren en nucleotiden
Een eiwitoppervlakte van de transcriptieregulator past nauwkeurig op de oppervlakte van de DNA dubbelhelix thv de
regulatorische DNA sequentie → voor elkaar gemaakt zoals puzzelstukjes

- Sterkte van de interactie: hangt af van aantal chemische interacties tussen aminozuren en nucleotiden
(waterstofbruggen)
- 20-tal ‘matchende’ factoren (verbonden met waterstofbruggen) zorgt voor goede stabiliteit
o Waterstofbruggen tss basenparen worden niet verbroken

Hoe basenparen herkend worden door gen-regulatorische eiwitten zonder de DNA helix te openen
DNA-sequentie wordt herkend door genregulatorisch eiwit

- Eiwit gaat op DNA grijpen → bewegen langs DNA, de aminozuren van het eiwit functioneren als ‘tentakels’
- Waterstofbruggen (tussen eiwit en DNA) houden het eiwit op z’n plaats tot het heel wat interacties kan
aangaan (afhankelijk van code van DNA)
- Direct verband tussen DNA-sequentie en wat de eiwitten scannen aan de buitenkant door contact te maken
met de overblijvende factoren tussen aminozuren en DNA via waterstofbruggen.



4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur linderoosen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

72841 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€12,99  3x  vendu
  • (0)
  Ajouter