SV ZW1 : voedingsleer
Algemene begrippen voedingspatronen en metabolisme
Voedingsstoffen: eiwitten
Voedingsmiddel: pasta
Verzadiging: je gaat dan stoppen met eten
Eetlust: enkel de mensen hebben dat zin in voeding
dit is een aangeleerd gedrag vb. hondje en bel
Dorst: kunnen we minder volhouden
Voedingstoffen
EN ALCOHOL
1.2 Beïnvloedende factoren
f
, Dit is niet goed voor de ecologische afdruk
Beter fruit van hier nemen dan van daar vliegtuig meer vervuild
Eten wordt ook gezien als macht; mama indien je niet eet
Er is een aangeboren voorkeur, de ene eet dit graag andere niet
Mensen gaan vaak eten om zichzelf te troosten
Hospitalisaties syndroom: ze hebben problemen thuis die ze eerst moeten regelen dan
pas kunnen ze gehospitaliseerd zij vb man die eerst voeding moest geven
,1.4 Huidige voedingspatroon
Mensen eten niet meer tijdens de uren
Makkelijker klaar te maken en mensen kunnen niet meer koken
Mensen gaan andere gerechten overnemen in hun eigen eetpatroon
We eten veel meer in een restaurant
Deze logo zijn ecologisch goed
, Dit zijn goed voor mensen zonder ziektes, van zodra er mensen zijn met ziektes, diabeet
bijvoorbeeld dan moeten ze wel oppassen
Toename welvaartsziekten tgv overconsumptiep.29
• Te hoge energieopname en te weinig lichaamsbeweging:
overgewicht, diabetes, hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker
• Te hoger opname van verzadigde vetten( slechten vetten deze zijn
VERKEERD) : hart- en vaatziekten, bepaalde vormen van kanker
• Frequent gebruik van suikers en zure voedingsmiddelen:
tandcariërs en tanderosie,
• Te lage opname van voedingsvezels: darmfunctiestoornissen,
bepaalde vormen van kanker
• Te hoog zoutgebruik: hypertensie, nierfunctiestoornissen
• Te hoog alcoholgebruik: hypertensie, levercirrose, mond-, keel-,
slokdarmkanker
1.5 Alternatieve voedingspatronen
1.5.2 Vegetarisme p29
Geen levensmiddelen die verkregen zijn via het doden van dieren, men eet dus geen
vlees, kip, vis enz...
Veganist vermijdt alle dierlijk voedsel eet niets dat afkomstig is van dieren
1.5.3 Macrobiotiek p31
Oorsprong: Verre Oosten
Streven naar een evenwicht staat centraal “ Yin-Yang”
Ruime hoeveelheid graanproducten, E+ plantaardige producten ( peulvruchten)
groenten, zeerwier, kleine hoeveelheden noten, zaden, fruit en vis
1.5.5 gezondheidskundige aspecten p33
Positieve aspecten
- geen of weinig dierlijke producten en veel plantaardige producten
- geen of weinig geraffineerde en/of industrieel bewerkt voedsel
- geen of weinig genotsmiddelen zoals koffie alcohol, suiker en zout
-> minder energie, minder verzadigde vetten, minder cholesterol, meer zetmeel, minder
suiker
> meer voedingsvezel, meer vit, mineralen en bio actieve stoffen ( vb carotenoïden )
> minder zout en alcohol
– Valkuilen
• let op! kwetsbare groepen