Hoofdstuk 2: wat maakt een empirische studie kwalitatief?
2.2. Representatieve steekproef p19
Steekproef Representatieve groep proefpersonen uit
studiepopulatie
Selectie bias Vorm vertekening die ontstaan doordat de
analyse op een niet-representatieve groep
subjecten wordt uitgevoerd en de resultaten
daardoor systematisch afwijken van wat men
voor de studiepopulatie zou bekomen hebben
Representativiteit kan je verliezen: belangrijk ontbrekende gegevens = missing data rapporteren
2.3. Experimentele vs observationele studies p22
Experiment Reeks observaties die gemaakt worden onder
condities die gecontroleerd worden door de
onderzoeker (onderzoeker controleert factoren)
Observationele studie Reeks observaties die gemaakt worden zonder
tussenkomst van een onderzoeker (enkel
observatie huidige praktijk)
2 cruciale principes:
1) IS ER EEN CONTROLEGROEP?
Gecontroleerde studies Beschikken over controlegroep: uitkomstmeting
vergelijken tussen test- en controlegroep om
effect van een interventie te bepalen
Historische controle Soort niet-gecontroleerde studie: vergelijken
met historische controles (mogelijks misleidend
door bv. tijdsverschillen)
Pre-test/post-test studies Niet-gecontroleerde studie waarbij bepaalde
karakteristiek gemeten wordt bij groep
individuen die vervolgens onderworpen worden
aan een zekere behandeling/interventie &
zelfde karakteristiek opnieuw gemeten
Regression-to-the-mean effect Toestand evalueert na bepaalde tijd naar
normale waarden: in vele gevallen kan men
verwachten dat zelfs indien geen interventie
toestand toch evalueert naar meer normale
waarden door bv. opname in kritische toestand
pre-test/post-test zonder controlegroep vaak
onbetrouwbaar
1
,2) ZIJN DE BEHANDELINGSGROEPEN VERGELIJKBAAR?
Confounder Variabele die geassocieerd is met de
Confounding = verwarring blootstelling en de uitkomst, maar door geen
van beide zelf beïnvloed wordt =
e
gemeenschappelijke oorzaak = 3 factor
Confounders verstoren de associatie tussen
blootstelling en uitkomst zodat de
geobserveerde associatie tussen beiden
mogelijks niet het pure effect van die
blootstelling op die uitkomst uitdrukt
Problemen confounding inherent aan
observationele studies
Oplossing: corrigeren = adjusted
2.4. Gecontroleerde experimenten p26
Incidentie Verwachte aantal nieuwe gevallen ziekte dat
optreedt gedurende een vooraf bepaald
tijdsinterval, uitgedrukt per eenheid van een
ziektevrije populatie
Kans dat een individu zonder de bestudeerde
aandoening tijdens het gegeven tijdsinterval
deze aandoening zal opdoen
Prevalentie Proportie individuen met de ziekte in een
bepaalde populatie op een bepaald punt in de
tijd
Parallelle, gecontroleerde studie 2 groepen gelijktijdig vergelijken
Gerandomiseerde gecontroleerde studie Experiment waarbij toewijzing van subjecten
aan de verschillende interventiegroepen/armen
volledig lukraak gebeurt zodat de toewijzing van
een gegeven subject onmogelijk op voorhand
voorspeld kan worden
=> groepen in principe vergelijkbaar
Dubbel blind Wie interventie toedient en wie interventie
ondergaat zijn blind voor de toegediende
interventie
(niet-blinde studies: geen zuivere info leveren)
Enkel blind = single blind Enkel patiënt is blind voor behandeling
2
, Open-label studies Toegediende interventie gekend voor iedereen
2.5. Gerandomiseerde gecontroleerde klinische studies p30
Randomisatie slechts uitvoeren op patiënten die voldoen aan toelatingscriteria
Systemische allocatie = louter toevallige Toewijzingsmethode die mogelijks op een
allocatie lukraak mechanisme lijkt maar waarbij men de
toewijzing van patiënten al op voorhand kan
voorspellen
!! niet doen: randomisatie moet volledig lukraak
gebeuren
randomisatietechnieken om dit te vermijden
Eenvoudige randomisatie Lukrake toewijzing aan behandeling A of B:
iedereen evenveel kans om behandeling A of B
te krijgen maar verzekert niet dat beide
groepen uiteindelijk even groot zullen zijn (kan
leiden tot verschillen in aantallen patiënten op
beide armen)
Niet problematisch maar zorgt voor verlies
nauwkeurigheid
Gebalanceerde randomisatie = beperkte Om na randomisatie 2 behandelingsarmen van
gelijke grootte te bekomen: gelijke aantallen
patiënten worden toegewezen aan behandeling
per blok
In kleine studies mogelijks door toeval gebrek
aan vergelijkbaarheid (verzekert enkel gelijk
aantal patiënten, niet bv. gelijk aantal mannen
etc.): niet problematisch maar verlies aan
nauwkeurigheid vermijden door
gestratificeerde
Prognostische factor Variabele die geassocieerd is met de
bestudeerde uitkomst
Gestratificeerde randomisatie Gebalanceerde randomisatie die afzonderlijk
= gerandomiseerd compleet blok design wordt uitgevoerd per groep patiënten met
gelijkaardige prognostische factoren
bv. per centrum bij multicenter studies
voorkomen dat die prognostische factoren
3
, door toeval niet gelijk verdeeld over
verschillende behandelingsarmen waardoor er
een storende invloed zou kunnen zijn op
associatie tussen behandeling en respons
2.8. Belangrijke case studies p39
Clofibrate studie: gerandomiseerde studie
Intention-to-treat principe = ITT Alle patiënten die in een gerandomiseerde
klinische studie gerandomiseerd werden
moeten geanalyseerd worden volgens de
behandelingsgroep waaraan ze toegewezen
zijn, ongeacht of ze die behandeling gevolgd
hebben
+ garanderen vergelijkbaarheid groepen (geen
confouding)
- geen inschatting van behandelingseffect bij
perfecte therapietrouw
As-treated analyse Adherers en non-adherers vergelijken
- onderhevig aan confounding *
* Healthy user effect / sick stopper effect Patiënten die bezorgd zijn om hun gezondheid
zijn vaak trouwer aan de therapie, patiënten
zonder hoop op progressie geven vaak op
adherers en non-adherers zijn niet
vergelijkbaar
Vitamine E studie: observationele studie
Typisch confounding in observationele studie: minder ideaal voor causale beslissingen
corrigeren: KAN NOOIT UITSLUITEN dat belangrijke confounders niet in analyse van
gegevens opgenomen werden
Cohort = prosprectieve, longitudinale studie Opmeten uitkomsten die tijdens het verloop
van de studie voorkomen + deelnemers volgen
over tijd
richting causaliteit ontdekken
Cross-sectionele studie Op 1 ogenblik simultaan meten
richting causaliteit niet ontdekken
Reverse causality Richting van oorzaak-gevolg relatie die men uit
de gegevens denkt te zien gaat tegen de
verwachting in
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Farmaceut123. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.