PR 1: Herhaling onderzoek 2de bachelor
Casus
Een 44-jarige man komt de eerste maal op consultatie bij jou voor klachten aan het linker
schouderblad – bovenrug. Hij werkt voor een bank, meer bepaald voor hypothecaire
leningen. Door het uitbreken van COVID-19 werkt hij meer van thuis uit. Na twee maanden
thuiswerk is hij last beginnen krijgen tussen zijn schouderblad en bovenrug aan de linkerzijde.
De pijn is diffuus en manifesteert zich nu reeds 6 weken. De patiënt wil graag van jou weten
wat hij hiermee moet doen. Tevens vertelt hij jou dat de laatste weken diep ademhalen wat
moeilijker gaat.
Welke informatie ontbreekt nog volgens jou? Stel de drie relevantste vragen voor deze
patiënt.
Veranderde werkhouding, wanneer verminderd pijn en wanneer meer pijn,
voorgeschiedenis, sport (i.v.m. ademhalen), soort pijn, houdings-bewegingsafhankelijk
(elevatie boven hoofd), manier omgaan werk (gele vlaggen), hoesten niezen persen
(misschien pijn ribben)
Wat is je hypothese?
1. Articulair (te veel extensie provocatie, gewicht ext)
-> thoracaal
-> CTO
-> gerefereerde pijn van laag cervicaal
2. Musculair (actieve houding extensie) -> overbelasting
3. Psychosociale factoren
4. GEEN gestoord pijnmechanisme want nog redelijk recent, geen aanwijzingen hiervoor
5. GEEN neurogene klachten
6. Neuromusculaire controle (nog onderzoeken) -> actieve prime movers bij extensie
→ planetenmodel
Wat zijn de mogelijke differentiaal diagnoses?
Wat zijn je onderzoeksdoelstellingen?
Evalueren articulair bewegingsprobleem T, CTO, LC regio
misschien nog verandering mobiliteit (AFO, PFO)
CTO (oriënterend onderzoek)
mobiliteit cervicaal? Flexie, extensie, lateroflexie, rotatie -> symmetrie verschillen,
beperkingen
mobiliteit CTO? Elevatie (beide armen), protractie, retractie, 3D extensie
functies spier: coördinatie, lengte, kracht, tonus
mogelijk probleem met de houding -> inspectie, doe houding voor, toon eens hoe hoog je
scherm staat/ bureau staat
rotatie link + pijn rechts -> spier (elevator scapulea)
rotatie links + pijn links -> eerder articulair of wanneer diffuus musculair trapezius
→ Nekpijn graad 2
,Wat verwacht je in de inspectie en het basisonderzoek? Waarom?
Bij hem verwachten we grote tonus extensoren
mogelijk probleem met de houding
Richtvragen:
- Wat maakt dat je deze keuze hebt gemaakt?
- Waarom is dit belangrijk?
- Hoe zou je het anders kunnen oplossen?
- Wat is de belangrijkste zaak/techniek om af te toetsen bij deze patiënt?
- Hoe zou je onderzoek eruit zien bij deze patiënt?
- Wat verwacht je dat er goed gaat gaan en wat niet? Hoe weet je dit?
Focus onderzoek:
articulair, musculair, neurogeen, neuromusculair, biopsychosociaal, verstoorde
pijnmechanismes
Adapted spurling test
C1 transversus
3D homonieme extensie
compressie, pijnprovocatie
beweging op? Volgende wervel
Manuele rotatie test
C2 palperen, lateral
V positie vingers
roteren eind vinger verplaatsen
C7 en rotatie verder
Casus
Een 55-jarige man klaagt sedert een drietal weken van nekklachten aan de linker schouder-
neklijn en schouderblad. Sedert een week is het gevoel van deze klacht veranderd en is de
pijn overgegaan naar een brandend, scherp gevoel. De pijn straalt tevens wat uit naar de
linker bovenarm aan de laterale en posterieure zijde. De patiënt merkt op dat trompet spelen
hierdoor erg moeilijk is geworden en is zelf gestopt omdat hij hier te veel last van had. Uit de
inspectie blijkt dat de M. Trapezius pars descendens en de M. Levator Scapulae sterk
hypertoon is. Verder houdt de patiënt zijn hoofd in een lichte lateroflexie rechts en rotatie
rechts.
Wat is je hypothese?
1. Neurogeen:
iemand ingeklemde radix -> antalgische houding meer ruimte voor intredende wortel
-> antalgisch beetje elevatie bescherming van het lichaam
hoe zien radiculair probleem uit? -> Cluster van Rubinstein
→ Nekpijn graad 3
radix C5-6-7??
,Wat zijn de mogelijke differentiaal diagnoses?
Wat zijn je verdere onderzoeksdoelstellingen en concrete tests?
Onderzoek radiculaire pijn:
Dermatomen kennen
Neurogeen onderzoek: Screening voor radiculopathie: cluster Rubinstein
1. ULTT n. medianus
N. medianus -> meeste takken in plexus brachialis
Startpositie:
ruglig + knieflexie -> distaal geen rek zenuwwortel
nek neutraal (neutrale positie CWZ -> oren thv acromion)
arm 90° abductie, arm tegen schoudertop op palperen
maximale exorotatie
extensie vinger II-III en duim + dorsiflexie pols
maximale supinatie
Test:
voer elleboog extensie uit
Wanneer schouderelevatie komt -> einde
Positief?
Herkenbare klachten, maar er zijn veel vals positieven
Negatief? Zeker geen radiculopathie (goede sensitiviteit)
, 2. Valsalva
Op hand blazen zonder lucht te ontsnappen
Abdominale druk ↑, druk op radix ↑
Positief? Klachten provoceren
3. Tractie
Uitgangshouding:
onderarm tegen schouders (fixeren)
webspace rond oren
tractie via C0 in lengterichting WK
Positief?
Wanneer de klachten afnemen
4. Regionale spurling test
3D homonieme extensie
Positief?
Klachten toenemen
meer compressie + irritatie zenuwwortel,
minder ruimte
AFO: schoulder abduction sign (EXTRA -> NIET IN CLUSTER)
Positief?
Klachten afnemen unilateral/bilateral
laag cervicaal beetje extensie, meer ruimte
radix