Resume
Samenvatting Inleiding recht compleet
- Cours
- Établissement
- Book
Samenvatting aan de hand van het boek en aantekeningen. Alle hoofdstukken voor het tentamen zijn verwerkt.
[Montrer plus]
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
- Édition:
- ISBN:
- Édition:
Plus de résumés pour
-
Samenvatting inleiding in het recht
-
Samenvatting Recht: een introductie - Inleiding recht
-
Recht: een introductie. Inleiding Recht 1e jaar SJD
Vendeur
S'abonner
hofmanalisha
Avis reçus
Aperçu du contenu
Samenvatting inleiding RechtRecht: een introductie. Hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 11, 15 en 16
Hoofdstuk 1
De verdeling van recht:
1. Het nationaal recht in Nederland wordt onderverdeeld in:
- Privaatrecht (ook civiel- en burgerlijk recht):De rechtsbetrekking tussen burgers onderling
staat centraal. Burgers zijn natuurlijke personen (mensen van vlees en bloed) en
rechtspersonen (organisatorische eenheden die kunnen meedoen aan het rechtsverkeer).
Beiden zijn rechtsobjecten: drager van rechten en plichten. Op vermogensrechtelijk terrein
hebben zij dezelfde mogelijkheden.
Rechtsgebieden zijn: consumentenrecht, personen- en familierecht, arbeidsrecht,
rechtspersonenrecht, huurrecht en vermogensrecht (op te splitsen in verbintenissenrecht en
goederenrecht)
- Publiekrecht: Gaat over rechtsbetrekkingen tussen burger en overheid.
Rechtsgebieden zijn: staatsrecht, strafrecht, internationaal en Europees recht en
bestuursrecht (op te splitsen in vreemdelingenrecht en socialezekerheidsrecht).
2. De tweede indeling van privaat- en publiekrecht:
- Materieel recht: De regels waarin het recht personen bepaalde gedragingen voorschrijft of
verbiedt. Dit is de inhoud van het recht.
- Formeel recht: Helpt zo veel mogelijk de naleving van het materiële recht te verzekeren. Het
is van toepassing als je recht wordt geschonden of je jouw verplichting niet nakomt. Biedt
regels voor procedures.
3. De verdeling van wetten en regels:
- Objectief: Het geheel van rechtsregels die in Nederland gelden.
- Subjectief: De juridische bevoegdheden die een persoon kan hebben op basis van het
objectieve recht. Subjectief recht is de bevoegdheid die je hebt op aanspraak te doen op het
objectieve recht. Bevoegdheid om te vragen, vorderen of eisen.
4. Indeling van recht:
- Aanvullend: Ook wel regelend recht genoemd. Wanneer het wetsartikel geldt voor zover er
niet door een eigen regeling van partijen (op grond van partijenautonomie) van afgeweken
is. Het vult de afspraken van partijen aan als zij op een bepaald onderdeel zelf niks geregeld
hebben. Voor vele aanvullende regels ben je niet verplicht deze na te leven. Er is sprake van
contractsvrijheid tussen partijen in het privaatrecht.
- Dwingend: Partijautonomie of contractsvrijheid wordt beperkt door regels van dwingend
recht. Hier is met wel verplicht zich aan te houden.
Rechtsbronnen:
1. De wet:
Wetten worden gemaakt door regering en Staten-Generaal samen. Deze wetten zijn wetten
in formele zin. Wetgeving van overige organen (zoals een gemeente) is een lagere wetgeving.
2. Jurisprudentie:
Het geheel van rechtelijke uitspraken. Een rechter moet de uitspraak motiveren met
rechtsregels. Zij kunnen hierbij een weg inslaan waarbij andere rechters volgen. Er ontstaat
dan vaste rechtspraak = jurisprudentie.
3. Gewoonterecht:
Mensen ontdekken dat zij het beste op een bepaalde manier kunnen gedragen en
verwachten dit terug en beleeft met het gedrag als ‘behoort’. Nadelen zijn:
rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid.
4. Verdrag:
Verdragen zijn overeenkomsten tussen staten, of staten en internationale organisatie. Voor
, hedendaagse ontwikkeling zijn vooral verdragen van belang waarin mensenrechten zijn
neergelegd. Bijvoorbeeld verdragen tot stand gekomen in VN-verband en Raad van Europa
(IVBPR en IVESCR met als Europees tegenhanger EVRM en ESH).
Taken van de Staat:
1. Wetten maken;
2. Besturen;
3. Rechtspraak.
Totstandkoming van wetten in formele zin bij initiatief van het kabinet:
1. Minister laat ambtenaren een wetsvoorstel maken;
2. Ministerraad keurt het voorstel goed;
3. De Raad van State adviseert;
4. De Tweede Kamer neemt het voorstel aan;
5. De eerste kamer geeft zijn goedkeuring;
6. De koning bekrachtigd;
7. Een of meer bewindspersonen contrasigneren;
8. Aankondiging in het Staatsblad;
9. Inwerkingtreding.
• Artikel 81 tot 88 van de Gw
Hoofdstuk 2
Het verbintenissenrecht valt onder het privaatrecht. Een verbintenis is een vermogensrechtelijke
rechtsbetrekking tussen 2 of meer personen op grond, waarvan de ene persoon recht heeft op een
prestatie die door de andere persoon verricht moet worden. De personen hebben onderling rechten
en plichten. Bij een verbintenis is de schuldenaar/debiteur verplicht een tegenprestatie te leveren.
Degene die recht heeft op de tegenprestatie is de schuldeiser/crediteur.
3 voorwaarden om van een verbintenis te spreken:
1. Rechtsbetrekking;
Deze heeft juridische gevolgen.
2. Vermogensrechtelijk;
De rechtsbetrekking moet op geld waardeerbaar zijn. Uitzondering is de rechtsbetrekking dat
echtgenoten elkaar getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd zijn en het nodige te
verschaffen.
3. Tussen twee of meer personen.
Verbintenissen ontstaan bij:
• De rechtshandeling (bijvoorbeeld overeenkomst): 2 of meer mensen gaan met elkaar een
overeenkomst aan en daarmee ontstaat de verbintenis.
• De wet: Ontstaat zonder dat partijen dit willen. Een persoon doet iets waarna een
verbintenis ontstaat volgens de wet. Dit zijn onrechtmatige daden, rechtmatige daden en
algemene verplichtingen. Een rechtmatige daad is een verschuldigde betaling,
ongerechtvaardigde verrijking en zaakwaarneming.
,Hoofdstuk 3
Totstandkoming van een overeenkomst:
1. Meerzijdige rechtshandeling: Is een handeling die je verricht met de bedoeling om een
rechtsgevolg (juridisch gevolg) te laten ontstaan.
2. Een aanbod dat aanvaard wordt om een overeenkomst tot stand te brengen.
Het is belangrijk te weten of je te maken hebt met een overeenkomst, omdat een overeenkomst
iemand juridisch verbindt aan een afspraak. Uit een overeenkomst vloeien een of meerdere
verbintenissen voort.
Soorten rechtshandelingen:
• Eenzijdige rechtshandeling:
Een rechtshandeling is handeling waarbij je de bedoeling hebt om een rechtsgevolg in te
laten treden. Wanneer voor het intreden van het rechtsgevolg de wilsverklaring van een
persoon voldoende is. Komt tot stand wanneer je jouw wil kenbaar maakt en jouw verklaring
degene bereikt tot wie deze gericht is.
• Meerzijdige rechtshandeling:
De wilsverklaring (of handelingen) van twee of meer personen is vereist. De wilsverklaringen
zijn gericht op hetzelfde rechtsgevolg. Komt tot stand wanneer de wilsverklaring van persoon
A persoon B heeft bereikt en de wilsverklaring van persoon B persoon A bereikt. Deze kan
een overeenkomst tot stand brengen.
Een rechtshandeling is nietig of vernietigbaar:
• Nietig: Deze wordt geacht nooit tot stand te zijn gekomen. Deze was vanaf het begin niet
geldig. Het rechtsgevolg ontstaat niet.
• Vernietigbaar: Deze was in beginsel geldig, maar kan worden vernietigd door of in belang
van degene die door de wet beschermd wordt. Doet deze persoon niets aan de
rechtshandeling, dan blijft deze geldig. De persoon beschermd door de wet wordt ook de
kwetsbare partij van de overeenkomst genoemd.
Het is belangrijk te weten of een overeenkomst nietig of vernietigbaar is, omdat dit de status van de
overeenkomst die door de rechtshandeling is aangegaan bepaald. Nietig -> de overeenkomst heeft
nooit bestaan. Vernietigbaar -> is nog geldig maar de partij beschermd door de wet kan het laten
vernietigen.
Gronden voor nietigheid van een rechtshandeling:
• Wilsontreken of wilsdefect:
Om van een geldige rechtshandeling te spreken moet er sprake zijn van een wil bij iemand
die door een verklaring wordt bekendgemaakt. Er mag geen discrepantie tussen de wil en
verklaring zijn = wilsontbreken. Dan is de rechtshandeling in beginsel nietig.
Uitzondering van het moeten overeenkomen van de wil en verklaring is dat wanneer jij erop
mocht vertrouwen dat de verklaring van de andere partij overeenkwam met zijn wil, dan is er
sprake van een geldige rechtshandeling van zijn kant.
• De rechtshandeling is verricht in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden:
Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de openbare orde of de
goede zeden nietig is. De inhoud van de overeenkomst (prestaties) is datgene waartoe
partijen verplicht zijn. Strekking is de bedoeling van de ander (bv. Wapen kopen en
benoemen iemand te gaan vermoorden).
• De rechtshandeling is niet verricht in de voorgeschreven vorm:
In beginsel volgens de hoofdregel is de verklaring vormvrij, waardoor je je wil op iedere wijze
kan verklaren. In beginsel wil zeggen dat er uitzonderingen zijn die wel aan een vorm
gebonden zijn.
, Gronden voor vernietigbaar:
• Handelingsonbekwaamheid:
Handelingsbekwaam zijn betekent dat je bekwaam bent om rechtshandelingen te verrichten
(overeenkomsten aangaan). Hoofdregel is dat iedere natuurlijke persoon bekwaam is om
rechtshandelingen te verrichten. Uitzondering zijn minderjarigen en onder curatele
gestelden.
Minderjarigen zijn zij die nog geen 18 zijn en ook niet met toepassing van artikel 253ha
meerderjarig zijn verklaard.
Onder curatele gestelden zijn zij die door de kantonrechter onder curatele worden gesteld
wanneer tijdelijk of duurzaam zijn belangen niet behoorlijk waarneemt of zijn veiligheid of
die van anderen in gevaar brengt ten gevolge van lichamelijk /geestelijke toestand of
gewoonte van drank- en drugsmisbruik.
• Wilsgebreken:
Verschillen wilsgebreken en wilsontbreken:
1) Bij wilsontbreken verklaar je iets wat je niet wil verklaren, bij wilsgebreken is de wil op een
onjuiste (gebrekkige) wijze tot stand gekomen.
2) De consequentie van wilsontbreken is nietigheid, bij wilsgebreken is dit vernietigbaarheid.
• Geestelijke stoornis.
Soorten wilsgebreken:
1. Bedreiging;
2. Bedrog;
3. Misbruik van omstandigheden;
4. Dwaling.
5 voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een overeenkomst te vernietigen bij bedreiging
(wilsgebrek):
1. Bedreiging;
Bedreigd worden met een nadeel in eigen of andere personen of goederen.
2. Onrechtmatige bedreiging;
3. Deze of een derde;
Het maakt niet uit tot wie de bedreiging met enig nadeel is gericht.
4. Causaal verband;
De bedreiging is de oorzaak en gevolg is het aangaan van de overeenkomst.
5. Reële bedreiging;
Het moet een bedreiging zijn waardoor een redelijk oordelend mens beïnvloed kan worden.
3 voorwaarden waaraan moet worden voldaan om een overeenkomst te vernietigen bij bedrog
(wilsgebrek):
1. Kunstgreep;
Tegenpartij moet hiervan gebruik hebben gemaakt om je te overtuigen een overeenkomst
aan te gaan. Tegenpartij deed een onjuiste mededeling of verzweeg een feit. Kunstgreep is
een vorm van bedrog dat aanleiding kan geven om de daarop gebaseerde rechtshandeling te
vernietigen.
2. Opzet;
De bedrieger moet de bedoeling hebben om je te misleiden en jou ertoe te bewegen een
overeenkomst aan te gaan.
3. Causaal verband;
Door bedriegen (oorzaak) ga je de overeenkomst aan (gevolg).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur hofmanalisha. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €12,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans