H1. CRIMINOLOGIE: EEN TERREINVERKENNING...........................................................................................................
1.1 - DE OPDRACHT VAN DE CRIMINOLOGIE.........................................................................................................................
1.2 - WAT IS CRIMINOLOGIE?...........................................................................................................................................
1.3 - GESCHIEDENIS CRIMINOLOGIE....................................................................................................................................
1.4 - AANDACHTSGEBIEDEN CRIMINOLOGIE..........................................................................................................................
H3. HET STRAFRECHTELIJK SYSTEEM IN ACTIE............................................................................................................14
3.1 - AUTORITEITEN......................................................................................................................................................14
3.2 - SELECTIVITEIT IN DE STRAFRECHTSPLEGING..................................................................................................................16
H4. VERKLARINGEN VOOR CRIMINALITEIT: PSYCHOLOGISCH PERSPECTIEF................................................................18
4.1 - MEDISCHE EN BIOLOGISCHE FACTOREN......................................................................................................................18
4.2 - PERSOONLIJKHEID EN ANTISOCIAAL GEDRAG................................................................................................................20
4.3 - PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN..............................................................................................................................20
4.4 - OPVOEDING EN ONTWIKKELING................................................................................................................................22
4.5 - LEERPSYCHOLOGIE: HET AAN- EN AFLEREN VAN GEDRAG................................................................................................23
H5. HET ECONOMISCH EN SOCIOLOGISCH PERSPECTIEF.............................................................................................25
6.2 - TWEEDIMENSIONALE TYPOLOGIE VAN PREVENTIESTRATEGIEËN.........................................................................................30
H7. STRAFFEN EN CRIMINALITEIT...............................................................................................................................34
7.1 - DOELSTELLINGEN VAN STRAFFEN EN STRAFRECHTTHEORIEËN...........................................................................................34
7.2 - SOORTEN STRAFFEN IN HET NEDERLANDSE STRAFSYSTEEM..............................................................................................36
H1. Criminologie: een terreinverkenning
1.1 - De opdracht van de criminologie
Gedachte criminaliteit bij Nederlanders
- Veel Nederlanders vaak denken dat criminaliteit toeneemt; ouderen, lager opgeleiden en autochtonen.
- Nederland voelt zich onveilig; PVV-aanhangers vaker onveilig gevoel dan D66 of GroenLinks.
- Rechters straffen niet hard genoeg en criminelen worden ‘in de watten gelegd’; PVV-aanhanger vinden dit meer
dan D66, GroenLinks en PVDA.
- Herinvoering doodstraf gedachte gedaald; SGP nog steeds voorstander.
Trend leefwereld jongeren
- Geaccepteerde criminaliteit; verkeersovertredingen en drugsgebruik (lichte vergrijpen) en stelen en vechten
(zwaardere vergrijpen) -> indien zware jeugd.
- Negatief over politie -> rappers inspiratiebron.
Identificatie met slachtoffers
- Empathie; identificatie met slachtoffer (stel dat ik …), belangrijke reden voor vrijwillige hulp en stille tochten.
- Angst; vaak als bepaalde kenmerken overeenkomen met slachtoffer -> identificatie met slachtoffer.
- Geliefde lectuur; duidelijk geen overeenkomende kenmerken zorgen voor neerwaartse vergelijking = zichzelf
vergelijken met mensen die het slechter hebben/zijn -> verklaring voor populariteit van sensationele misdrijven
- Afschuw en woede; verontwaardigd over hoe men iemand zoveel leed kan aandoen -> sterkst als slachtoffer
weerloos/onschuldig was bijv. kind misbruik.
- Vergeldingsbehoefte; de wens dat overtreders van essentiële regels worden gestraft. (Is niet wraakbehoefte)
- Neiging te ontsporen; ‘eigen rechter spelen’, overheid grijpt in.
-> Het zondebokmechanisme: interne sociale spanningen opgeheven door de rituele doding van een
zogenoemde zondebok (vb: lynchpartijen donkere bevolking Amerika of rassenrellen nav misdrijf asielzoeker)
Socioloog Durkheim
Criminaliteit, door het oproepen van negatieve emoties, een positieve sociale functie vervult -> gevoelens van
morele verontwaardiging met elkaar te delen, bevestigen de leden van een gemeenschap elkaar in hun normbesef.
Identificatie met daders
- Misdaad fascineert -> identificatie met daders; Willem Holleeder afgebeeld als held of drillrappers die
beroemdheid hebben door geweld.
- Identificatie wekt schuldgevoel op; eigen hoofd staat niet toe dat men bewust in positieve zin identificeert met
misdadiger. -> schuldgevoel leidt tot een roep op zwaarder straffen.
- Gevoel van medelijden; dader wordt als slachtoffer gezien komt vaak voort uit verontrusting voor het lot van
gedetineerde. -> rooms-katholieke geloofsleer: het ‘bezoeken van gevangenen’ behoort tot een van de zeven
‘werken van barmhartigheid’ -> vrijwilligerswerk vanuit kerken is de oorsprong van reclasseringswerk.
- Collectieve frustratie bij dader als slachtoffer; vaak als men zelf gevoel heeft dat zich tekort is gedaan dan zien ze
gearresteerden ook als tekortgedane mede-slachtoffers.
-> Vorige eeuw: marxistische critici zien politie en justitie als instrument om arbeidsklasse te onderdrukken.
-> Nu: politie krijgt verwijt van rassendiscriminatie/‘etnisch profileren’
2
,Gevoelens bij misdrijven/identificatiemogelijkheden gevolg
- Kunnen onder de oppervlakte sluimerende maatschappelijke kwesties tot ontlading laten komen;
o Black Lives Matter beweging en MeToo beweging
Democratie
- Berechtiging van misdaders in handen van onafhankelijke beroepsrechters -> geen subjectieve beïnvloeding.
(Sinds 1813 in NL)
- Criminologen geven objectieve informatie aan overheidsinstanties.
Beroepsethiek criminologen
Criminoloog is iemand die zich beroepshalve toelegt op de bestudering van misdaad en straf maar daarbij, net als
rechters, het hoofd koel houdt waar bij andere de emoties hoog oplopen. De oordeelsvorming is zo objectief mogelijk.
Na alle relevante empirische feiten en theoretische inzichten grondig te hebben overwogen komt zijn/haar eigen, al
dan niet politiek, oordeel.
1.2 - Wat is criminologie?
“De criminologie is de wetenschap die zich bezighoudt met de bestudering van de aard en achtergronden van
menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de wijze waarop de overheid en de overige
maatschappij daarop reageert”
Wetenschappelijk object (criminaliteit) bepaald door de inhoud van de strafwet.
2 soorten strafbaar gesteld gedrag:
1. Gedragingen die naar hun aard moreel verwerpelijk zijn (= mala in se); moord, verkrachting of diefstal
2. Gedragingen die door overheid verboden zijn om praktische redenen (= mala prohibita); verkeersovertredingen
Criminologie is een ervaringswetenschap = empirische wetenschap -> middels waarnemingen kennis krijgen over
criminaliteit.
Grondleggers criminologie Nederland
- Prof. J.M. van Bemmelen; studieboek heette Leerboek der Misdaadkunde -> Het begrip misdaadkunde brengt tot
uitdrukking dat het om een praktijkgerichte tak van wetenschap gaat
- De eerste Amsterdamse hoogleraar criminologie W.A. Bonger; zag de criminologie uitdrukkelijk als een
praktijkgerichte, empirische wetenschap, vergelijkbaar met de medische wetenschap. Eigen woorden: 'De
criminologie dient voor alles om de mensheid de weg te wijzen hoe zij de misdaad met goed gevolg bestrijdt en
vooral voorkomt'
Het binnenlandse veiligheidsbeleid = het tegengaan van criminaliteit
Criminologie multidisciplinair
Bij de verzameling van kennis worden op grote schaal theoretische inzichten en methoden toegepast die afkomstig
zijn uit andere wetenschappen. Er is binnen de criminologie dan ook sprake van een veelheid van theoretische
gezichtspunten van waaruit de misdaad wordt beschouwd. Zo kunnen tegenwoordig onder andere economische,
sociologische, (sociaal)psychologische en biosociale richtingen binnen de criminologie beoefening worden
onderscheiden. De criminologie kan daarom worden gezien als een bij uitstek multidisciplinair vakgebied.
Tijd
- Romeins recht: enkele gedragingen strafbaar; godslastering en landverraad.
- Middeleeuwen: al verschil in vermogens- en agressieve delicten en heel klein deel seksuele delicten
- Wetboek van Strafrecht (1886): gedrag dat geen letsel of schade toebracht was terughoudend in strafbaarheid.
Politieke druk van christelijke partijen zorgde ervoor dat overspel toch strafbaar werd gesteld.
- Begin twintigste eeuw: door puritanisme (protestantse stroming als reactie op anglicaanse kerk) aantal
gedragingen alsnog strafbaar; overspel plegen, maken of verkopen van porno of voorbehoedmiddelen, uitvoeren
van abortus provocatus (medische term voor abortus) en homoseksuele handelingen met iemand jonger dan 21.
- Puriteinse elementen nu nog steeds aan opschonen -> 1999 bordeelverbod opgeheven; prostitutie en
mensenhandel eerder met bestuurlijke aanpak dan strafrechtelijke aanpak.
- Nieuwe strafbepalingen: 1950 milieuwetten, 1993 binnendringen van iemand anders computer, 1991 verkrachting
in het huwelijk strafbaar (invloed van vrouwenemancipatie), kinderporno strafbaarheid aangescherpt, enkele
gemeenten: tippelen en zoekgedrag prostituanten strafbaar.
- 2021 initiatiefwet: afnemen van seksuele diensten van slachtoffers van mensenhandel strafbaar gesteld.
- Nieuwe strafbepalingen op basis van internationale verdragen: witwassen, betalen van smeergeld = corruptie.
Nederland: uitbuiting van gastarbeiders als vorm van mensenhandel.
3
, Plek
- Drugsbezit softdrugs: Nederland, sommige staten VS en Duitsland geen misdrijf maar overtreding.
Onderzoek met voorzichtigheid want wetten, en dus criminaliteit, zijn plaats- en tijdgebonden. Net als appels met
peren vergelijken -> conclusie uit onderzoek mag niet te zwaar wegen.
1.3 - Geschiedenis criminologie
Opvattingen over misdaad en straf al vanaf het begin van de mensheid.
Klassieke oudheid tot middeleeuwen
- 1750 vc: oudste geschrift over misdaad en straf koning Hammurabi uit Mesopotamië; regels familie en handel,
diefstal, heling, moord en geweld. Strenge straffen en schadevergoedingen; dader niet gevonden? Gemeente
verplicht schade te vergoeden. Geschreven om goden te vereren.
- 380 vc: Plato schreef: ‘De Staat’ onderscheid tussen 3 soorten mensen obv hun zielsveel; hoogste klasse de
wijsgeren en laagste wordt gedreven door begeerte en genot. Afkeur op democratie; bestuurd door darren (bij)
met angels (crimineel) en zonder angels (bedelaars).
- 2e eeuw vc-5e eeuw nc: Romeinse rijk met invloeden uit oude Griekse cultuur. Vooral Europa en koloniën
gebaseerd op oud Romeins recht; beperkt tot misdrijven tegen openbare orde zoals godslastering en landverraad;
diefstal/mishandeling was probleem tussen burgers dus recht was voor conflictoplossing en schadevergoeding en
niet overheidsingrijpen. Vrouwen, kinderen en slaven geheel rechteloos.
- Na val Romeinse rijk bleef recht bestaan en ontwikkelen maar met inheemse rechtsregels.
- Germaans recht: gericht oplossen van conflicten tussen stammen door bijv. Schadevergoeding; zware straffen als
je onttrekt aan conflictoplossing want vrede werd verstoord. Feodale stelsel (leenstelsel door Karel de Grote) om
grote rijk te besturen; leenmannen besturen delen van gebied, deze gaven weer delen aan vazallen (later hoge en
lage adel). Na een tijd verschoof daarbij het machtsevenwicht van vorst naar lokale leenheren; crimineel gedrag
werd meer gezien als inbreuk op rechten van de leenheer dan op daden richting medeburgers -> verschuiving van
rechtvaardigheid van straffen.
- Juridische en religieuze hervormers streefden eind middeleeuwen naar rechtvaardigheid van strafrecht die
gebaseerd was op autoriteit die vertegenwoordigen. Crimineel gedrag werd niet gezien als conflict tussen burgers
maar als manifestatie van ‘het kwade’ / zondigen zoals Christelijke geloof benoemt.
- Strafproces verschoof van accusatoir (misdrijven worden beschouwd als particuliere aangelegenheden waarvan de
oplossing door overheidsbemiddeling tot stand komt) naar inquisitoir (misdrijven worden gezien als schendingen
van het vorstelijke vredesgebod waartegen dus de overheid met inzet van alle middelen dient op te treden)
systeem.
-> Dit inquisitoire systeem, inclusief de mogelijkheid tot toepassing van marteling voor bewijsvergaring, is
neergelegd in de eerste publicatie over misdaad en straf in de Nederlanden: Practycke ende handbouck in
criminele zaeken uit 1555
Renaissance naar Verlichting
- Tijdens renaissance: humanistisch denken zorgt voor nieuwe kijk op misdaad en straf; levensbeschouwing niet
langer op het goddelijke maar op ratio en universele waarden.
- Coornhert: bekendste NL denker (humanistisch); 1567 boek: Boeventucht, ofte Middelen tot mindering der
schadelyke ledighghanghers; het eerste Nederlandstalige criminologische traktaat avant la lettre (voor iets
bestond); beschreven waren de oorzaken en aanbevelingen van criminaliteit -> doodstraf minder erg dan lijdend
leven dus werkstraffen; enerzijds voor afschrikking en anderzijds effectief maken van wetsovertreders -> 1596:
eerste bouw van gevangenis in Amsterdam, later ook ‘spinhuis’ voor de vrouwen.
De klassieke school
- Eind 17e eeuw: de Verlichting; mens in stand door de rede (gezonde verstand), bestreden (bij)geloof, misbruik
van recht in kerk en staat.
- Verlichting misdaad en straf: absolute macht vorst, rechtelijke willekeur en wrede straffen moesten weg. Mens
is homo economicus: een op grond van de vrije wilsbeschikking handelende mens die voor- en nadelen van
gedragskeuzes afweegt.
- Cesare Beccaria: Italiaanse filosoof, publiceert in 1764 Dei delitti e delle pene (over misdaad en straf).
Volgeling van Jean-Jacques Rousseau (verlichtingsdenker). Criminaliteit was een overtreding van ‘het
contract’ (Rousseau) en kan alleen als inbreuk op contract worden bestraft (Proportionaliteitsbeginsel);
bovendien was wreed straffen in strijd met utilitaristische principe; er zou daardoor minder geluk zijn. Afkeer
op inquisitoire strafproces (bijv. Marteling) er moest wel straf zijn maar op maat gemaakt (gelijkheidsbeginsel)
en op basis van duidelijke wetten (legaliteitsbeginsel)
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MasterStrafrechtLeiden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.