Basis Diervoeding
1. Samenstelling van voeder
Voeder = voor dieren
Voedsel = voor mensen
Nut van voeding?
Onderhoud en soms extra: groei, dracht, productie
Nut van veevoeding? BASIS!
o Nutsdieren: productiespecifiek
(behoefte is niet hetzelfde VEM voor melkvee als voor een kip of
varken)
o Vormt basis voor diervoedingsleer: veel onderzoek, veel kennis
o Vee als type dieren = identieke systemen bij hobby’s,
gezelschapsdieren of andere
Nut tov andere diersoorten?
Parellel gaan denken: vb. reactie in spijsverteringsstelsels
1.1. Het vergelijken van 2 voeders door gebruik van 1 taal
Samenstelling/bestanddelen uitdrukken in:
o Ingrediënten = voedermiddelen, grondstoffen
o Nutriënten = chemische samenstelling
Vb.
- Gehaltes vocht/energie/vet/eiwit/mineralen/…
- In procent (1% eiwit is 10 gram eiwit in 1 kg voeder)
- Via Weende-analyse
1.2. Vermeldingen op producten
Verplicht op etiket: Samenstelling (vb. p. 13 en 14)
Vroeger: ingrediënten en %
Sinds 2007:
o Ingrediënten Categorieën
Vb. tarwe, gerst graanproducten
o % opsomming in afnemende volgorde van belangrijkheid van
gewichtspercentages
Vb. In 1 kg product weegt eerste categorie meer dan volgende
Naast grondstoffen kunnen ook additieven (= toevoegingmiddelen)
aanwezig zijn. Ster gereglementeerd voor veevoeders.
= een snelle en eenvoudige analyse om te weten in welke fracties/ van
chemische stoffen voedermiddelen op te delen zijn.
Alle grondstoffen (plantaardig + dierlijke oorsprong) zijn opgebouwd uit
dezelfde fracties/componenten, maar in verschillende hoeveelheden.
Nadeel: grote groep stoffen die niet bepaald kunnen worden via Weende-
methode wegens zeer kleine hoeveelheid.
Vb. vitaminen, hormonen, antibiotica speciale apparatuur vereist
Schematische opdeling
Stikstofhoudend Ruw eiwit 19%
e stoffen (N)
Organische stof 20% Amiden of niet-eiwithoudend
90% (NPN) 1%
(vb. ureum)
(koolstof- Niet Vet 3%
Droge stof verbindingen) stikstofhoudend
100% e stoffen Ruwe celstof
(stikstofvrij) Koolhydraten (RC) = vezels
70% 67% Zetmeel Overige
Suiker koolhydraten
Organische (OK)
zuren
Anorganische As: (na verhitten)
stof Mineralen
10% Spoorelementen
Eventuele grondverontreiniging (zand)
Voedermiddel uitgedrukt in Verse Stof (VS):
Verse Stof (VS) = Droge Stof (DS) + vocht
Start van analyse altijd bij droge stof
Basisbegrippen:
Organische stof Gemaakt door organismen in natuur. Bevat altijd
koolstof-verbinding (C)
Vb. vet, koolhydraten, cellulose
Anorganische stof Niet per se gemaakt door organismen in natuur.
Hoofdzakelijk in levenloze materie.
Zonder koolstof-verbinding (geen C)
Vb. water, zouten
Droge stof (DS) De stof die overblijft na drogen bij 105°C het water uit
het voedermiddel verdwenen is
Vocht (VO) Hoeveelheid water in een voedermiddel aanwezig
Ruw eiwit (RE) Een verzamelnaam voor alle N-houdende
Door Fien G.
, verbindingen waarbij re = N x 6,25
Ruw vet (RV) Gehalte aan vetachtige stoffen in een voedermiddel
Ruwe celstof (RC) Het gehalte aan ruwe vezel in een voedermiddel.
functie bij de vertering
As Gehalte aan as of totale minerale stoffen in het
voedermiddel
Verteringscoëfficiënt (VC) Getal dat aangeeft hoeveel procent van de aanwezige
voedende bestanddelen verteerbaar zijn voor het
dier. Uitgedrukt in procenten. Verschillend voor de
verschillende diersoorten.
Verteerbaar ruw eiwit Gehalte aan eiwit dat voor een bepaalde diersoort
(VRE) verteerbaar is (amiden inbegrepen)
1.6.2. Water
Functies van water:
Een oplosmiddel voor de voedende bestanddelen (vertering)
Trasportmiddel voor voedingstoffen, afvalstoffen, gassen en hormonen
Warmteregelaar
Regelaar voor de voornaamste lichaamsconstanten (vb. voor de
osmotische druk)
1.6.3. Droge stof
Blijft over na verhitting (105°C)
Resultaat afgewogen:
Op 1 kg gerst nog 860 g droge stof = 86% DS
Bevat voedingsbestanddelen
Zorgt voor verzadiging
1.6.3.1 Organische en anorganische stof
Droge stof verhitten tot 580°C:
o Deel dat volledig verbrand is (energiehoudend) = organische stof
o Deel dat overblijft (mineralen + zand = as) = anorganische stof
Door Fien G.
, Organische stof: 4 hoofdgroepen:
o Eiwitten
o Vetten
o Koolhydraten
o Vitaminen
Oorsprong zeer belangrijk:
Dierlijke grondstof: voornamelijk eiwit+ vet
Plantaardige grondstof: voornamelijk koolhydraten
Uitzondering: oliehoudende zaden (tussenin)
Anorganische stof:
o Hoofdelementen: Ca, P, K, Na, Mg
o Sporenelementen: Fe, Cu2, Co, Mn, Zn
1.6.4.2 Samenstelling moleculair vlak
Proteïnen = ketens van AZ opgevouwd tot bepaalde 3D structuur.
Bevatten altijd N.
Proteïden= proteïnen verbonden met niet-eiwitachtige groep (N-vrij)
1.6.4.3 Aminozuren
= een organische stof bestaande uit twee koolstofatomen
met daaraan een aminogroep (met N), een
zuurgroep en een restgroep
De restgroep bestaat uit C, H, O en soms uit S en P
Restgroep bepaalt de eigenschappen van het
aminozuur
Neutrale aminozuren:
o Glycine
o Alanine
o Valine
o Leucine
Zwavelhoudende aminozuren:
o Cysteine
o Taurine
Zure aminozuren en hun afgeleiden:
o Asparagine
o Glutamine
Alkalische aminozuren
o Arginine
Ongeveer 200 AZ gevonden in natuur, maar slechts 20-tal gangbare AZ
Heel veel verschillende eiwitten:
o Welke AZ?
Door Fien G.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fiengoeminne. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.