RELIGIE, ZINGEVING EN LEVENSBESCHOUWING
Thema 1:Reflectie op het begrip religie
1.1Begripsomschrijving
Religie is de verbondenheid van de mens met het hogere, het
overstijgende, datgene wat absoluut bovenmenselijk is, welke naam we
het ook geven. En Religie werkt helend en verdelend.
1.2het religieuze tonen
- religieus erfgoed
= hetgeen die getoond wordt. Het is zichtbaar. in wat men bijzonder
waardevol vindt en wilt blijven koesteren zit veel erfgoed. Wint aan belang
binnen het geloof en toerisme. In erfgoed wordt de verbondenheid
getoond.
Bv. gebouwen, plaatsen, beelden, natuurelementen = basis van een
heilige plaats. Gelovigen komen er samen om God te eren. Heiligdommen
zijn belangrijken, het is een plaats waar het Heilige toonbaar wordt.
oorlogen… heiligdommen aanvallen of vernietigen.
- Religieuze rituelen
= Een ritueel is een serie handelingen die gezien worden als een gebruik
en bepaald zijn door achtergrond en cultuur.
= De elementen waaruit rituelen kunnen bestaan zijn o.a. houding,
mimiek, gebaar, zang, woord, klanken, schreeuwen, eten, vasten, drinken,
slachten of zich verwonden.
( = zichtbare elementen die in elke cultuur/religie aanwezig zijn. Sommige
zaken zijn heel religieus gekleurd, sommige rituelen zijn zuiver cultureel.
De grens soms moeilijk OF/OF)
= Het is een manier om een religie zichtbaar te maken.
1.3het religieuze verwoorden (wat betekent het?)
- waar?
> In Heilige geschriften (= geschriften die door de eeuwen zijn erkend als
het meest belangrijke element om die religie in de verf te zetten)
> Mythologische verhalen (= verzonnen verhalen: proberen duidelijk te
maken wat de verhouding tussen de mens en de hogere is, meervoud)
> Film/series (= inspiratie uit religieuze verhalen)
> Toespraken in gebeds-en ontmoetingsplaatsen (= waar mensen samen
komen, samen bidden, wereldwijd)
verklaren op hun manier het goddelijk bestaan en hoe de wereld
verankerd kan zijn in een goddelijk wezen of wezens.
- Waarom?
> Op zoek naar woorden voor de relatie tussen het Heilige en de mens.
(= geen definitie want die is altijd fout. Het maatschappelijk
verantwoordelijk binnen het culturele denken evolueert en verandert.
Een zoektocht naar het juist verwoorden)
> Voedsel voor ‘nieuwe’ levenswijze (ethiek) omdat je anders naar
werkelijkheid kijkt. (Een keuze maken en de levensbeschouwing wordt
hun nieuwe levenswijze, ze gaan hier tot leven. Ze kunnen niet anders.
De verwoording van de essentie van religie en welke boeken enzo hier
worden voor gebruikt = voedsel voor de nieuwe levenswijze)
“De mythologie verankert de mens in de eeuwige manifestatie van het Heilige.
Maar tegelijk maakt zij de omwenteling naar een eigen autonome geschiedenis van de mens
mogelijk.”
, 1.4 het religieuze ervaren
Aangeraakt worden door het heilige = een roeping, een spirituele ervaring of een mystieke
ervaring? Er overkomt je iets, je wordt geraakt door, er is iets. Een gebeuren dat zich precies
aan jou lijkt te voltrekken. Je doet niets maar het gebeurt (passieve houding).
Studie uit 1917= rudolf otto = HET NUMINEUZE ‘das heilige’
- nadenken over iets gemeenschappelijks over de culturen heen. Probeerde
gemeenschappelijke kenmerken vast te leggen voor religieuze ervaringen, voor het besef van
een overstijgende grootheid. Zoekt kenmerken van dat ‘iets), dat overstijgende wat in elke
religie een andere naam kan krijgen en gelijklopende kenmerken heeft.
- Een neutrale term, niet geassocieerd met een gekende levensbeschouwing.
Wordt in een drietal dimensies beleefd:
tremendum
• Gevoel dat het startpunt is van de religieuze ontwikkeling in de geschiedenis. Het is het besef
dat het numineuze aan de religie ten grondlsag ligt.
- Vrees
- Ontzag
- Onberekenbare kracht
- Overweldiging
- Schrikwekkende kracht
- Onzichtbare kracht
- Macht
Het krijgt de mens op de knieën in ontzag en bezwerende smeking om genade. Het
numineuze bezit een bepaalde vorm van oeverloze enerige. het wordt door de mens
beleefd als absoluut ongenaakbaar, als macht die hem overstijgt. Het numineuze
wordt af en toe een als duivels ervaren.
fascinorum
• Gevoel van
- Levensnabijheid
- Fascinatie
- Bewondering
- Passie
- Verwondering
- Verbondenheid
Vereniging en verbondenheid. De aantrekking is zo groot dat men wil participeren.
Het brengt de mens in vervoering. Het rekt de mens aaj om zich er mee te
identificeren.
Resultaat: elke religie kent een werkelijkheidservaring en die oneindig veel machtiger en
schrikwekkender is dan welke natuurmacht ook en oneiding veel fascinerender dan het
meest boeiende voortbrengsel daarvan. Geen mens kan ooit het numineuze worden.
desideratum = het verlangen om 1 te worden met het numineuze.
Thema 2: levensbeschouwelijke diversiteit
4 vragen als invalshoek:
- Is iedereen gelovig?
- Zijn alle geloofsovertuigingen gelijkwaardig?
Ja/nee: te zien hoe je er zelf naar kijkt.
, - Gaat iedereen op een gelijkwaardige manier om met levensbeschouwelijke
diversiteit?
Manieren van houding
1. Onverschillig, relativerend
= We denken er allemaal anders over maar het is louter prive. Het is oke wat je doet en
denkt maar ik blijf er neutraal in. We gaan niet in gesprek, ik geef geen opmerkingen. Komt
vaak voor in de ms. ‘het ùaakt me niet uit’
2. Fundamentalitisch, exclusivistisch
= Tegenovergestelde. Iemand denkt fundamentalistisch = deze visie is het fundament, dit is
exclusief de enige jusite waarheid en ik ben hier van overtuigd. Alle andere insteken zijn niet
gelijkwaardig. Het is mss wel oke maar ze zien het niet als gelijkwaardig. Ze hebben een
speicifieke denkwijze. Houdingen kunnen in alle religie’s voorkomen. ‘alleen mijn overtuiging
is de enige ware’
3. Dialoog vanuit het verschil
= Mensen gaan in gesprek, wetende we hebben verschillende standpunten ,verschillende
kaders. De dialoog vinden we boeiend, zodner te zeggen dit is juist of fout. !als je vanuit dit
standpunt spreekt, moet je je eigen levenbeschouwing kennen. Je kan niet zeggen ik heb er
geen en gewoon vragen stellen. je moet vanuit een bepaald kader spreken.? De ander kent
het ook maar heeft een ander stadpunt. ‘men communiceert vanuit de eigen houding met
respect voor de ander’
- Komen alle levensbeschouwingen uiteindelijk op hetzelfde neer?
Diversiteit zit in de invulling van de levensbeschouwing
- Niet religieuze levensbeschouwingen (geen numineuze, geen hoger gekoppeld aan
iets, bij geen 1 aanwezig)
o Atheïsme: ontkenning van het Godsbestaan
o Humanisme-vrijzinnigen: klemtoon op vrijheid en vermogen van de mens zelf.
o Boeddhisme (boedha is een mens en niet het numineuze): persoonlijke bevrijdingsleer
- Polytheïstische religiositeit (meer godendom, numineuze is meervoud)
o Natuurreligies, animisme (alles is bezield): geloof in hogere krachten, geesten…
o Hindoeïsme:
- Monotheïsme (1 god, 1 numineuze)
o Jodendom, Christendom, Islam: god is transcendent, iemand id verschillend van mens en
wereld, god openbaart zichn laat zich kennen, hij spreekt tot de mensen).
Global ethics: op een bepaald niveau zijn alle religies gelijk. Het gaat dan over een universeel
humanisme uitgedrukt in waarden. Vele religies delen de gedragscode.
o Je zult niet doden
o Je zult niet stelen
o Je zult niet liegen
o Oproep tot sociaal engagement
o Gebruik van rituelen
Thema 3: Levensbeschouwelijke diversiteit in onze samenleving
5 invalshoeken