Hoofdstuk 4 : Ontdekking van de samenleving
II: de collectivistische variant
Vanaf dit hoofdstuk zullen we het vanzelfsprekende problematiseren
1.Individu en samenleving
Definitie van ‘het sociale’ volgens Mauss & Fauconnet (1901): “Hetgeen eigen is aan groepen, los van
de eigenschappen van individuen, en hetgeen het laven van zowel groepen als de individuen
structureert.”
Collectivistische kritiek op de individualistische benadering van het sociale:
1) Parsons: Sociologie moet preferenties, voorkeuren verklaren
2) Durkheim: Samenleving als vijandig, individu als bestaande los van de samenleving
➔ Welke van deze 2 is de correcte theorie van de samenleving?
Tegenstanders van de rationele-keuzentheorie wijzen erop dat de veronderstelling dat mensen altijd
rationeel uit eigenbelang handelen niet meer is dan: een veronderstelling.
Parsons: De sociologie moet voorkeuren, belangen en preferenties juist verklaren en de
omstandigheden waaronder rationeel geïnteresseerd gedrag verkozen wordt boven emotioneel,
impulsief, ondoordacht, routinematig handelen.
→ Als je onderzoek doet in groepen, zie je dat voorkeuren van persoon tot persoon verandert. Er
moet theorie zijn van waarom voorkeuren er zijn.
Emile Drukheim formuleerde ook een kritiek op de rational-choice theorie. Meer bepaald op het
Utilitarisme. De stelling die hij bekritiseerde was een zeer verspreide opvatting over de relatie tussen
het individu en de maatschappij:
Er wordt telkens uitgegaan van individueel gedrag. Het sociale is dan slechts de som van individuele
gedragingen. Er wordt dan pas naar het sociale gekeken wanneer dat som negatieve effecten heeft
en pervers wordt. Het samenleven verschijnt dan als iets wat zich tegen de individuen keert, als een
probleem. Dus de aanhangers van die veronderstelling zien zogezegd de relatie tussen het individu en
het sociale als dwang en manipulatie. Voor hen is het alsof er individuele atomen zijn die elk een
eigen baan volgen en steeds maar pijnlijk tegen elkaar botsen. Het sociale is dan, volgens hen, het
onaangename gevolg van die botsingen.
Waar komt dat individu vandaan? → Volgens Drukheim kan het zijn preferenties, zijn kennis,
opvattingen en gedragsvoorkeur slechts halen uit de samenleving. Hij wees erop dat mensen van
nature groepswezens zijn. Hij stelt vast dat mensen hun samenleving nodig heeft. Men heeft daar
nood aan en dat kan je zien a.d.h.v. volgende voorbeelden:
Bv 1) De mens kan prematuur geboren worden en is daardoor extreem afhankelijk van anderen.
,Bv 2) Drukheim verwees ook naar Wolvenkinderen. Dit zijn kinderen die vroeg in hun leven gescheiden
werden van hun ouders en in leven werden gehouden door dieren. Het bleek dat wanneer zij later
werden teruggevonden, dat ze moeilijk bepaalde vormen van communicatie en emoties nauwelijks
nog aangeleerd kunnen worden.
Volgens hem kan een individu zijn preferenties, kennis, opvattingen, gedragsvoorkeuren slechts
halen uit de samenleving. De samenleving is dan niets anders dan het product van het handelen en
denken van individuen. Men moest dus een eenheid individu-maatschappij leren voorstellen. En dat
op zo’n manier dat de individuen steeds de producten zijn van de maatschappij en de maatschappij
slechts uit de handelingen en de ervaringen van individuen bestaat.
➔ Hij probeert dat idee te verduidelijken door te stellen dat het geheel (de samenleving) altijd
meer is dan de som van de samenstellende delen (individuen).
Het verschil individu-maatschappij kan niet worden gebruikt om het sociale te definiëren.
Drukheim ontkent niet dat individuen soms op een rationele wijze uit eigenbelang handelen. Hij
meende zelf dat die manier van handelen frequent
in de samenleving waarin hij leefde voorkwam. Hij
was overtuigd dat het de ontwikkeling van het
sociale zelf was die de mensen toe brachten zo te
handelen.
Het mensbeeld (= de mens die rationeel uit
eigenbelang handelt) is voor Durkheim het product
van een specifieke historische ontwikkeling in een
welbepaalde samenleving (sociaal geproduceerd).
Michel Foucault onderscheidt 3 betekenissen van individualisering:
1) Belang hechten aan het individu → de waarde die aan het individu wordt gehecht als
onderscheiden van de groep waartoe het behoort
2) Belang hechten aan het privéleven, het dagelijks leven en de intimiteit van het individu
3) ‘Zelfwerk’ → de mate waarin het individu zichzelf als voorwerp van zijn handelen neemt, met
het oog op het zich verbeteren, veranderen, ontplooien
Foucault besloot dus dat wat het individu zijn echt betekent, afhangt van de cultuur en de
samenleving waarin het individu vorm krijgt. → Zelfwerk is niet overal even intens en het belang van
het privéleven is niet overal even groot. Het varieert van cultuur tot cultuur en veranderd doorheen
de geschiedenis.
➔ Het is daarom weinig zinvol in al die verschillende omstandigheden van eenzelfde ‘individu’
te spreken.
Hij besloot dus ook dat wat het individu zijn echt betekent, afhangt van de cultuur en de samenleving
waarin het individu vorm krijgt. Dat betekent dat de sociologie volgens Durkheim niet het individueel
organisme bestudeert, niet de natuur van het individu bestudeert maar de wijze waarop
,samenlevingen en culturen tegelijkertijd het individu als sociaal en cultureel gegeven maken en door
de individuen worden gemaakt.
1.Een wereld op zijn kop: over ziekte en misdaad
In Erewhon worden mensen die misdaad plegen behandeld door een “rechtzetter”/specialist en
krijgen ze dan een behandeling of een hospitalisatie. Bij een ziekte, die in Erewhon als slecht wordt
gezien, wordt er echter een gevangenisstraf opgelegd. De Erewhoners zien niet waarom zij ziekte,
“zoiets gevaarlijks”, zouden tolereren.
Ziekte is een natuurlijke verschijnsel en de begrippen schuld of straf hoeven daar toch niet aan pas te
komen, terwijl misdaad een bewuste handeling is en dus kan worden bestraft.
➔ Dit lijkt well absurd, maar is onze maatschappij ook hier weer niet vreemder dan het
vreemde Erewhon?
Ziekte is een onderdeel van de universele menselijke natuur. Soms voor even, soms niet. Soms
genezen we en soms ook niet. Ziekte heeft gevolgen, zoals we wanneer we niet komen opdagen op
het werk, beïnvloedt dit min of meer de gang van zaken op het werk. Het heeft effect op het sociale.
Er zijn echter veel verschillende manieren om, om te gaan met ziekte. Universeel is dat alle
maatschappijen op de een of andere manier rekening met de ziekte dienen te houden:
- Via berusting: we wachten tot de ziekte vanzelf beter wordt
- Activistisch zijn: we willen iets doen aan de ziekte en wij proberen de dood te overwinnen
Als we ernstig ziek worden gaan de meeste van ons naar de dokter. ‘Genezen’ heeft steeds één van
de volgende vormen aangenomen:
1) Tactiel: Men grijpt fysiek in op het lichaam door bijvoorbeeld medicijnen in te nemen
2) Het gebruik maken van woorden: bijvoorbeeld placebo
Over onze tijdgenoten kunne we steeds twee opmerkingen worden geformuleerd:
1) Zij stellen meer vertrouwen in de tastzin dan in het woord: Vele mensen hebben de indruk
dat het doeltreffender door et medicatie in te grijpen. Dit zien we aan de dosissen
antidepressiva dat Belgen namen en die met 230 miljoen is gestegen in 20 jaar tijd.
2) De meerderheid gaat eerder bij artsen die in onze universiteiten zijn afgestudeerd, eerder
dan bij de ‘alternatieve genezers’. Men stelt hier vooral vertrouwen in de wetenschappelijke
geneeskunde.
Zie syllabus voorbeeld Laura-Ouder-School
Voordat symptomen door de omgeving erkend wordt als een ziektesymptoom kan het op
verschillende manieren worden geïnterpreteerd: : Bij het leger → profiteurs, Bij vrouw →
gezinsverplichtingen enz. Door een dokter kan klachten gelegitimeerd worden. Een kind dat pijn
heeft en niet naar school wilt kan twee mechanismen gebruiken: de ziekterol en het gezag van de
dokter.
→ Er is dus een verschil tussen de ziekte zelf (de toestand van het organisme) en de ziekterol (het
sociaal verschijnsel), wat in feite een culturele uitvinding is.
, 2.1.De ziekterol
Het was Talcott Parsons die de ziekterol voor het eerst uitdrukkelijk beschreef. Volgens hem heeft
het 2 belangrijke kenmerken:
1) Als de ziekterol aan iemand wordt toegekend, wordt meteen aangenomen dat die persoon
niet meer normaal kan functioneren. Hij mag dan bijvoorbeeld thuis blijven,… Die rol kan
door heel wat personen worden toegekend. In onze maatschappij ligt het laatste woord
betreffende ziekte, gezondheid en ziekterol bij erkende artsen.
2) Rechten: De zieke wordt niet gestraft door zijn onbekwaamheid. Ook al kan iemand ziek zijn
door zijn onvoorzichtig gedrag, ziet men daarin geen reden om hem daarvoor te straffen.
Plichten: Men verwacht wel dat de zieke zo goed mogelijk meewerkt aan zijn genezing. Men
heeft bewondering voor zieken die er proberen goed uit te zien, het is een teken van de wil
tot genezing (Bv: haar kammen, make-up opdoen, …)
Ook de rol van artsen bevat rechten en plichten
1) Ze passen uitsluitend wetenschappelijk onderbouwde medische kennis toe. Zo wordt van
hen verwacht dat eenzelfde ziektebeeld op een de geijkte manier behandeld wordt.
2) Artsen moeten zich tot hun vakgebied beperken. We verwachten dat zij ons helpen en als ze
dit niet doen valt de arts uit zijn rol: ze hangen ze bijvoorbeeld niet de moralist uit.
3) Ze gaan zakelijk om met hun patiënten. Ze mogen zich niet laten leiden door persoonlijke of
sociale kenmerken van hun patiënten en nog minder door hun gevoelens.
4) Het belang van patiënten moet voorgaan op hun eigenbelang. Artsen mogen patiënten niet
kiezen op basis van hun kredietwaardigheid en worden ze geacht geen reclame voor hun
praktijk te maken.
➔ Dit is niet enkel onder artsen. Er is variatie
De ziekte rol zelf is een element van die sociale werkelijkheid (de ziekterol laat ons beter begrijpen
wat er onder Drukheim ’s ‘sociale werkelijkheid verstaat). Die ziekterol is een legitieme,
verantwoorde wijze van afwijking. Wie ziek wordt verklaard, mag afwijken van de normale
gedragsverwachtingen (Een niet zieke die in bed blijft zitten is gewoon lui, een zieke niet). Er gelden
wel specifieke verwachtingen zoals bijvoorbeeld eerder gezegd; willen genezen.
Voor sommige sociologen zijn zulke rollen en de opvattingen over hoe men zich kan en hoort te
gedragen, fundamenteler dan belangen en preferenties. Voor hen schuilt het sociale in dergelijke
verwachtingen.
We zagen al hoe men in de rational choice-theorieën het eigensoortige van het sociale aantoont door
te wijzen op het bestaan van effecten die aan de individuele bedoelingen ontsnappen. In de
drukheimiaanse opvatting van het sociale moet de eigensoortigheid ervan worden aangetoond door
te wijzen op de relatieve autonomie van het sociale t.o.v. andere werkelijkheidsniveaus. Zo is de
ziekterol in deze opvatting een sociaal verschijnsel dat niet kan worden teruggebracht tot een
toestand van het organisme
Het sociaal karakter van de ziekterol wilt ons al eens ontgaan. Wij zien ziekte dan als een louter
fysieke toestand. De afwijkingen en onbekwaamheden die in de ziekterol toelaatbaar zij, worden
beschouwd als gevolgen van de ziekte zelf.