Diagnostiek Voor De Klinische Praktijk - Neuro (P_BDKPKN)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Dit document bevat de aanvullende literatuur (boekhoofdstukken Hendriks) voor de variant Klinische Neuropsychologie binnen het vak Diagnostiek voor de Klinische Praktijk. De samenvatting is geschreven in het Nederlands en zal voornamelijk relevant zijn voor de laatste variant-specifieke openvraag o...
Diagnostiek Voor De Klinische Praktijk - Neuro (P_BDKPKN)
Tous les documents sur ce sujet (1)
1
vérifier
Par: disjournal • 2 année de cela
5/5
Vendeur
S'abonner
fayhoffman
Avis reçus
Aperçu du contenu
Week 1
Hoofdstuk 2 (Hendriks)
Ethiek
Psychologen die zich hebben aangesloten bij de beroepscode van het Nederlands Instituut
Psychologen (NIP) dienen altijd professioneel te handelen en zich aan de regels van de
beroepsethiek te houden. Doen ze dit niet, dan kan er een klacht worden ingediend bij het
College van Toezicht.
Wie met neuropsychologen te maken heeft kan ook bij andere instanties terecht voor een
klacht, bijvoorbeeld bij de klachtencommissie van het ziekenhuis. Wanneer een psycholoog
in een van de registers van de Wet BIG is opgenomen, kan er een klacht worden ingediend
bij het regionaal tuchtcollege. Deze tuchtcolleges oordelen aan de hand van twee normen.
(1) Is er gehandeld in strijd met de zorg die een ‘’goed beroepsbeoefenaar’’ behoort te
beoefenen ten opzichte van de patiënt?
(2) Is er op andere wijze ‘’in strijd met het belang van een goede uitoefening van de
individuele gezondheidszorg’’ gehandeld?
De normen van de Wet BIG zijn algemeen geformuleerd in tegenstelling tot die van de NIP,
die zijn specifieker. Zowel klagers als verweerders kunnen de regels uit de NIP-code
gebruiken in een debat.
Klachtenprocedure
Criteria;
- De klacht moet altijd betrekking hebben op het professioneel handelen.
- Klagers moeten een direct belang hebben bij de zaak die zij aanhangig maken
(starten).
- Klagers moeten altijd open kaart spelen; een anonieme klacht wordt afgewezen.
Bij de behandeling van een klacht geldt het principe hoor en wederhoor. Klagers moeten
hun bezwaren en argumenten schriftelijk indienen. Deze worden vervolgens doorgestuurd
naar de (neuro)psycholoog waar het bezwaar betrekking op heeft. De (neuro)psycholoog
heeft dan een bepaald termijn om een verdediging te schrijven. De klager krijgt deze
vervolgens toegestuurd en kan hier dan weer op reageren. Op deze manier schrijft elke
partij twee schriften. De volgende stap is dan een mondelinge zitting. Het uiteindelijke
oordeel wordt schriftelijk uitgebracht. Wanneer een van de partijen zich niet in het besluit kan
vinden dan is hoger beroep mogelijk. Wordt de klacht als gegrond (terecht) gezien, dan
wordt de (neuro)psycholoog een maatregel opgelegd: waarschuwing, berisping, schorsing of
een ontzetting uit het lidmaatschap.
Vier basisprincipes NIP-code: verantwoordelijkheid, integriteit, respect en
deskundigheid.
Het accent van de beroepscodes ligt voornamelijk op het belang van de individuele cliënt of
patiënt. Elke cliënt heeft bepaalde rechten die ze beschermen tegen onkundig handelen.
Enkele van deze regels hebben te maken met de vrijheid om zelf beslissingen te maken,
,informed consent, de vrijheid om de professionele relatie met de psycholoog te beëindigen,
vertrouwelijkheid en openheid.
Of een (neuro)psycholoog juist/onjuist heeft gehandeld kan worden achterhaald met behulp
van marginale toetsing. Marginale toetsing: is iets in redelijke mate aanvaardbaar voor
goed geschoolde vakgenoten in vergelijkbare situaties.
Een patiënt of cliënt heeft altijd recht op inzage, correctie of blokkering van de rapportage.
Maar ook het recht om zijn dossier te laten vernietigen.
Functies van een dossier
- Kan dienen als geheugen.
- Kan dienen als reddingsboei: wanneer een psycholoog wegvalt kan een collega aan
de hand van het dossier de draad oppakken en verder werken met de patiënt.
- Kan dienen als wapen waarmee een psycholoog zich tijdens een klachtenprocedure
kan verweren.
Hoofdstuk 3 (Hendriks)
Anamnese: de aanvraag en eerste klachteninventarisatie.
Aanvraag
Meestal zal een patiënt voor onderzoek verwezen worden door een arts of psycholoog.
Deze verwijzers hebben vaak geen expertise in de neuropsychologie waardoor de aanvraag
erg breed en vaag geformuleerd is. Het is dan de taak van de neuropsycholoog om duidelijk
te krijgen of er naar onderkenning, evaluatie, verklaring, predictie of indicatie gevraagd wordt
en de verwijsvraag te herformuleren tot een duidelijke vraagstelling. Maar ook om de
vraagstelling, indien nodig, tijdens het onderzoek bij te stellen wanneer er nieuwe informatie
aan het licht komt.
Daarnaast dient het onderzoek rekening te houden met de behoeften en beperkingen van de
individuele patiënt. Dit maakt dat niet alleen de vraag, maar ook de achtergrond en de reden
voor het onderzoek voorafgaand duidelijk moeten zijn. Hiervoor zal men contact moeten
opnemen met de verwijzer.
Informeren patiënt
- De patiënt moet persoonlijk, bij voorkeur schriftelijk, worden uitgenodigd voor een
onderzoek. Hierin wordt alle informatie vermeldt zoals het doel, de manier van
rapporteren en welke rechten de patiënt heeft.
- Tijdens de eerste afspraak wordt de procedure nog eens toegelicht en is er ruimte
voor de patiënt om vragen te stellen.
Informatie vooraf
Voorafgaand aan de anamnese heeft men vaak al beschikking over diverse gegevens en bij
voorkeur heeft de neuropsycholoog inzage in het medisch dossier van de patiënt. Hiermee
wordt voorkomen dat de patiënt bij diverse hulpverleners steeds dezelfde vragen moet
beantwoorden. Tijdens de anamnese wordt deze informatie kort herhaald en krijgt de patiënt
de kans om de weergave te corrigeren waar nodig.
, De anamnese
Bij het eerste face-to-face contact zal een anamnese worden afgenomen. Dit is de tweede
gegevensverzameling over de patiënt en deze is mede sturend voor het formuleren van de
vraagstelling en hypothesen. Het doel van een anamnese is een zo goed mogelijk beeld
krijgen van de aard, het verloop en de ernst van de klachten maar ook wat de gevolgen
hiervan zijn voor het dagelijks leven. Hierbij is het mede belangrijk om de context erbij te
betrekken; wat is iemands ziektegeschiedenis, welke psychosociale factoren spelen een rol,
welk beroep oefent iemand uit, zijn er dingen veranderd in iemands privéleven toen de
klachten begonnen? De anamnese zal in de vorm van een gesprek worden afgenomen.
Wel moet dit op een gestructureerde manier gebeuren om de betrouwbaarheid te
waarborgen.
Heteroanamnese: bevraging van iemand uit de nabije omgeving van de patiënt (partner,
kind, ouder, leerkracht) over de klachten. Dit kan het beeld van verduidelijken of in contrast
staan met de informatie uit die de patiënt zelf heeft verteld. Tegenstrijdigheden kunnen erop
duiden dat de patiënt zijn/haar klachten bagatelliseert, maar hier kunnen ook andere
redenen voor zijn. Soms worden de anamnese en heteroanamnese gelijktijdig afgenomen,
een voordeel hiervan is dat de interactie tussen de patiënt en directbetrokkene kan worden
geobserveerd wat waardevolle informatie kan opleveren.
Hoofdstuk 4 (Hendriks)
Een verwijsvraag is nog geen vraagstelling. De diagnosticus moet de vraag van de
aanvrager en/of patiënt vertalen naar een toetsbare vraagstelling. Er zijn twee soorten
vraagstellingen; een diagnostische vraagstelling en beschrijvende vraagstelling.
Een duidelijke vraagstelling is noodzakelijk om een gerichte keuze te kunnen maken met
betrekking tot welke onderzoeksinstrumenten worden ingezet.
Hypothesevorming
Vanaf de eerste aanmelding van de patiënt zal de diagnosticus beginnen met het formuleren
van hypothesen. Deze hypothese wordt gaandeweg aangepast en bijgesteld wanneer er
nieuwe informatie wordt verkregen.
De diagnostische cyclus
De hypothesevorming is een dynamisch proces. Tijdens de hele diagnostische cyclus zullen
er nieuwe hypothesen gevormd worden en hypothesen bevestigd of verworpen worden.
Syndromen zijn clusters van symptomen die vaak samen voorkomen en daardoor
waarschijnlijk eenzelfde onderliggende pathofysiologie hebben. Hierbij moet men oppassen
voor het halo-effect: een clinicus zet zichzelf onbewust op het verkeerde been door
klachten en symptomen te veronderstellen gebaseerd op uiterlijk, die er in werkelijkheid niet
zijn. Een clinicus kan bijvoorbeeld onterecht een lage intelligentie verwachten bij een patiënt
die er onverzorgd uitziet.
In zowel de diagnosestelling als indicatiestelling doet men uitspraken met een zekere
waarschijnlijkheid; bijna nooit met volledige zekerheid. Er wordt altijd rekening gehouden
met een foutenmarge in de bevindingen. Daarnaast moet men ook kijken naar de
prevalentiecijfers van een bepaalde diagnose.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur fayhoffman. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.