Dit document bevat een samenvatting van Maatschappijleer Pluriforme Samenleving. Geschreven door iemand uit vwo 5. Elke paragraaf duidelijk samengevat met alle belangrijke begrippen erin. Veel succes! Met deze samenvatting haal je gegarandeerd een goed cijfer.
In dit hoofdstuk staan deze vragen centraal: Hoe verdraagzaam is Nederland omgegaan met
verschillen? En hoe definiëren we tolerantie in een pluriforme samenleving? Een land waarin
mensen van verschillende sociale klassen, godsdiensten en levensstijlen samenleefden is een
pluriforme samenleving. Veel immigranten hebben in Nederland de laatste periodes de diversiteit
versterkt. Bij de eenwording van Nederland hebben communicatiemiddelen een belangrijke rol
gespeeld. De morele geografie van Nederland: het dicht op elkaar leven van mensen op een klein
grondgebied heeft invloed op de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Tolerantie was daarin
noodzakelijk, het was een pragmatische keuze: de bestuurders realiseerden zich hoe kwetsbaar de
maatschappelijke vrede was in een land met religieuze minderheden. Tolerantie had vroeger andere
betekenissen. Het werd gehanteerd ter aanduiding van het oogluikend toelaten van iets wat
eigenlijk verboden was, nu spreken we dan van gedogen. Er zat ook een principiële kant aan
tolerantie. Mensen waren ervan overtuigd dat er vrijheid van denken moest zijn. Na vele jaren
waarin Nederland om moest gaan met verschillen, heeft er zich een cultuur ontwikkeld die is
omschreven met woorden als poldermodel en pacificatiedemocratie. Het gaat dan vaak om
compromissen en samenwerking. Die begrippen zitten eigenlijk al lang in ons verleden, het begon
allemaal met de strijd tegen het water waarin samenwerken noodzakelijk was.
Het zoeken naar de middenweg in problemen gaat samen met de neiging tot conformisme.
Conformisme is het verlangen om zich aan te passen aan de opvattingen en gedragingen van de
meerderheid in de samenleving. In Nederland blijkt er weinig meer over te zijn van
gelijkgestemdheid en verdraagzaamheid. De politieke en sociale conflicten zijn scherper geworden.
Een oorzaak daarvan is de toegenomen globalisering, landen worden steeds meer afhankelijk van
elkaar. Een voordeel is de handel, maar er zijn ook meer tegenstellingen zichtbaar. De polarisatie
heeft geleid tot hevige politieke en maatschappelijke onzekerheden in de omgang met culturele
verschillen. Polarisatie is het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen.
De sociale cohesie staat onder druk in Nederland, het vertrouwen van burgers in elkaar en in de
overheid is sterk afgenomen.
Hoofdstuk 2 – Cultuur en identiteit
Mensen die langdurig met elkaar optrekken, ontwikkelen een gezamenlijke cultuur. Cultuur zijn alle
waarden, normen en andere aangeleerde kenmerken die de leden van een groep en samenleving
met elkaar gemeen hebben en als vanzelfsprekend beschouwen. De cultuur van je groep waar je bij
hoort bepaalt een deel van de persoonlijkheid. Door hun cultuur hebben mensen een
gemeenschappelijk referentiekader met deels dezelfde normen, waarden en gewoonten. Ze
begrijpen elkaar en kunnen makkelijke gedachten en gevoelens uitwisselen. Ook geeft cultuur
richting aan het denken en doen van mensen en werkt dus gedragsregulerend. Dat wil zeggen dat
het gedrag van mensen geordend en voorspelbaar verloopt. Om een hele samenleving te laten
, functioneren, moet er een dominante cultuur heersen. Een dominante cultuur is het geheel van
waarden, normen en kenmerken dat door de meeste mensen binnen een samenleving wordt
geaccepteerd. Als een specifieke groep waarden, normen en andere kenmerken ontwikkeld die
afwijken van de dominante cultuur, spreken we van een subcultuur. Veranderingen binnen een
dominante cultuur kunnen plaatsvinden onder invloed van subculturen en tegenculturen.
Tegenculturen zijn groepen die zich verzetten tegen de dominante cultuur of daar zelfs een
bedreiging voor vormen. Socialisatie is belangrijk bij cultuur, dat is namelijk het proces waarbij
iemand bewust en onbewust de waarden, normen en andere cultuurkenmerken van zijn groep krijgt
aangeleerd. Dat vindt vooral via imitatie plaats, denk aan het gedrag van ouders dat vaak wordt
overgenomen door het kind. De overheid en de media zijn ook socialiserende instituties. De
overheid vervult die rol omdat zij specifieke waarden en normen tot wetten omvormt waar iedereen
zich aan moet houden, de media omdat die grote invloed hebben op het denken en het gedrag van
mensen. Het socialisatieproces vindt plaats door middel van sociale controle, dat is de manier
waarop mensen anderen stimuleren of dwingen zich aan de geldende normen te houden. Bij
formele sociale controle gaat het om geschreven wetten. Bij informele sociale controle gaat het om
ongeschreven regels. Sociale controle vindt plaats in positieve en negatieve sancties. Door
socialisatie voelen mensen zich verwant met hun dominante cultuur.
Er zijn vijf verschillende dimensies waarin culturen van elkaar verschillen:
Machtsafstand: de omgang met gezag in een cultuur. Denk aan corrupte landen waar een
grote machtsafstand is.
Individualisme vs. Collectivisme: in welke mate voelen individuelen zich deel van een groep.
Maatschappijen waarin de verbanden tussen mensen over het algemeen vrij los zijn worden
individualistisch genoemd, er is veel eigen initiatief van burgers. In collectivistische
maatschappijen horen mensen vanaf de geboorte al bij een sterke en hechte groep, de
groep weegt zwaarder dan het individu.
Masculiniteit vs. Feminiteit: de rolverdeling tussen mannen en vrouwen in de maatschappij.
Bij feminiene culturen lopen de vrouwelijke en mannelijke taken min of meer in elkaar over,
er is zorgzaamheid en aandacht voor gevoelens. Bij masculiene culturen is het precies
andersom: de wereld van mannen en vrouwen is duidelijk gescheiden.
Onzekerheidsvermijding: de mate van angst voor de toekomst binnen een samenleving. Als
er een hoge onzekerheidsvermijding in een land is, willen mensen graag zekerheid in hun
werk, sparen veel en zijn vaak religieus. Bij een lage onzekerheidsvermijding wordt er
minder nadruk gelegd op regels, meningen en afwijkend gedrag worden geaccepteerd.
Oriëntatie op de lange vs. Korte termijn: de mate waarin de maatschappij gericht is op de
toekomst of juist meer op het heden. Een toekomstgerichte maatschappij zal veel plannen
en sparen. Een maatschappij gericht op het heden leven met de dag.
Culturen verschillen veel maar vooroordelen hebben ze allemaal gemeen. Dit wordt ook wel als
etnocentrisme gezien, het idee dat jouw cultuur beter is dan de andere. Onzekerheid is het
sleutelbegrip om vooroordelen te verklaren. Vooroordelen kunnen uitlopen op vijandigheid ten
opzichte van mensen die niet tot de eigen etnische groep behoren, we spreken van xenofobie.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FrederiqueHensen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.