Immunologie
Ontstekingscellen
Neutrofiele granulocyten (+/- 14um)
60 tot 70% van alle witte bloedcellen in het bloed (Never Let Monkeys Eat
Banana’s). Deze zijn normaal gesproken niet aanwezig in weefsel enkel bij schade
of infectie. Ze hebben korte levensduur (zelfmoordbommen) en zorgen voor
respiratory burst (HClO maken (bleekwater) dat erg antibacterieel is).
- Segmentkernige
Behoren tot de polymorf nucleaire leukocyten. De neutrofiel is gevuld met granula
die hydrolytische (afbraak) enzymen en myeloperoxidase bevat. Ze hebben een
overlevingsduur van 6 uur in het de bloedbaan en 1-2 dagen in het omliggende
weefsel. Vervanging vindt plaats uit het beenmerg. De neutrofielen gaan dood op de
locatie van ontsteking, dit gebeurt in grote mate bij bacteriële infectie en leidt tot
pusvorming.
- Staafkernige (band)
Zijn jonge stadia gesegmenteerde neutrofielen in het bloed. Deze worden aangemaakt in het
beenmerg door G-CSF (granulocyt stimulating factor).
Eosinofiele granulocyten (16 um)
Hebben een chemotaxische functie (cellen labelen) en brengen toxische
eiwitten aan op het membraan van parasieten.
Basofiele granulocyten (10-14 um)
Spelen een belangrijke rol bij overgevoeligheidsreacties.
Lymfocyten (9-20 um)
Deze cellen zijn ongeveer even groot als erythrocyten, de grote kan echter
verschillen door de activeringstoestanden. Lymfocyten nemen deel aan de
cellulaire en humorale afweer tegen infectie.
Monocyten (15-20 um)
1 tot 6% van alle witte bloedcellen. Zodra monocyten uit de bloedbaan het weefsel
intreden worden ze macrofagen genoemd. Deze verteren neutrofielen en hebben een
vergelijkbare functie enkel meer capaciteit (3-7 dagen na de neutrofielen).
Normaalwaarden
Door het gebruik van een klassiek bloeduitstrijkje (May Grunwald-Giemsa kleuring zuur →
paars - basisch → roze/rood) kan er onderscheid gemaakt in de volgende leukocyten typen:
Leukocyt Normaalwaarde
Segmentkernige neutrofiele granulocyten 55-70%
Lymfocyten 25-40%
Monocyten 2-8%
Eosinofiele granulocyten 1-4%
Basofiele granulocyten 0,5-1%
Staaf(band)kernige neutrofiele granulocyten <4%
, Aangeboren immuunsysteem (innate)
Het aangeboren immuunsysteem (innate immune system) heeft twee principale type van
reacties:
1. Ontsteking (inflammatie) → accumulatie en activatie van leukocyten en plasma eiwitten bij
de locatie van infectie of weefselschade. Deze zorgen voornamelijk voor het vernietigen
van extracellulaire microben en het elimineren van beschadigd weefsel.
2. Antivirale afweer → tegen intracellulaire virussen, deze wordt (ook bij afwezigheid
ontsteking) bemiddeld door NK-cellen (natural killer → vernietigen cellen) en IFNs (type
1 interferons → voorkomen replicatie))
De aangeboren immuniteit is al een zeer oud systeem en in andere organisme aanwezig (zelfs
simpelere organismen) en heeft een rol bij metabole ziekten. Het afweersysteem komt allerlei
verschillende vormen van schadelijke organismen (intracellulair en extracellulair).
Aangeboren immuunsysteem (innate) Verworven immuunsysteem (adaptive)
Herkenning ~1000 moleculaire patronen >107 antigenen
- PAMPs (pathogen-associated Herkend de microbiële en non-microbiële
molecular patterns) geven een antigenen.
indicatie van aanwezige infectieuze
agentia. Wordt gestimuleerd door het aangeboren
Door bijvoorbeeld bacteriële immuunsysteem.
liposachariden, mannose afval en
bepaalde soorten DNA.
- DAMPs (damage-asscoiated
molecular patterns) geven een
indicatie van aanwezige beschadigde
of necrotische cellen.
Receptoren - PAMPs → pattern recognition -
Opsonine-receptoren
receptoren (beperkte diversiteit). -
Door genen gecodeerd en geproduceerd door
- Effectief tegen microben omdat deze somatische recombinatie.
hier niet tegen kunnen muteren en - Microben muteren antigenen en ontwijken het
herkenningsstructuren zijn essentieel immuunsysteem.
voor de overleving van microben. - Lymfocyten krijgen tijdens ontwikkeling
- Receptoren worden doorgegeven in de andere gene segmenten, waardoor andere
genen/kiemlijn (nonclonal). receptoren ontstaan (clonal).
- <100 verschillende typen receptoren.- 2 typen receptoren (lg en TCR), met
miljoenen variaties.
Gezonde Worden niet herkend of gezonde cellen Eliminatie of in-activatie van lymfocten (niet
cellen hebben afwerende moleculen. altijd 100% garantie).
Reactie Zelfde wijze Snellere en sterke reactie per keer
(immunologisch geheugen)
,Twee lijnen van defensie
1. Barrières waardoor pathogenen niet het lichamen binnen kunnen treden.
- Fysisch: epitheelcellen (moeilijkste te penetreren), haar en mucus (vangt microben).
- Chemisch: zweet, tranen, speeksel en maagzuur. Bestaand uit de volgende enzymen:
lysozyme (celwand afbreken), peroxidases (zuurstofradicalen vormen), thiocyanaat (remt
ademhalingsketen pathogene organismen), lactoferrine (bind aan ijzer en voorkomt dat de
microbe ijzer kan gebruiken) en defensines (gaten in membraan bacteriën).
- Fysiologische: commensalen bacteriële microflora (door competitie met pathogenen, giftige
stoffen en activeren immuunsysteem voor actief te houden).
2. Cellen die pathogenen bestrijden (fagocyten).
- Dendritische cellen → voornamelijk aanwezig in het huid en nemen materiaal op om te
presenteren aan andere immuun cellen, maar ook de vernietiging van virus geïnfecteerde of
abnormale cellen.
- Macrofagen (afkomstig uit monocyten) → fagocytose (ook door neutrofiele granulocyten).
Presenteren antigenen en binden aan adhesie moleculen. Gebonden macrofagen zorgen voor
de productie van cytokinen (TNF en IL-1) die zorgen voor adhesie moleculen.
Pro-inflammatoir/ontsteking (door IL-12) activeren Th1 cellen en NK-cellen die (door IFN-
gamma) M1 macrofagen activeren.
Anti-inflammatoir/wondgenezing (door IL-25 en 33) activeren mestcellen, Th2 cellen en
basofielen die (door IL-4 en IL-13) M2 macrofagen activeren.
- Granulocyten → monocyten, NKC, basofiele, eosinofiele en neutrofiele. Granula hebben
een toxische werking op de pathogenen en stimuleren muceuze en sereuze secreten
basofiele en eosinofiele zorgen voor herkenning parasieten.
Overige cellen die ook pathogenen bestrijden:
- Mestcellen (allergieën) → scheiden histamine uit dat zorgt voor het vergroten van
bloedvaten waardoor immuun cellen naar buiten kunnen.
- Natural killer cellen → dit zijn grote granulaire lymfocyten. Ze herkennen afwijkende
kenmerken van de membranen van abnormale cellen, met name kankercellen of cellen
geïnfecteerd door een virus.
1. Ze controleren of een cel het MHC1 complex bevat, indien dit niet het geval is zal de
NKC IFN-gamma gaan uitscheiden (macrofaag activerend cytokine). IL-12
geproduceerd door macrofagen versnellen de reactie van NK-cellen.
2. Vernietigen de geïnfecteerde cellen door de secretie van cytotoxische moleculen
(perforine) dat zorgt voor gaten in het membraan of moleculen (granzymes) dat
apoptose begint door fragmenteren van DNA.
, Communicatiecellen die pathogene bestrijden
Cellen die pathogene bestrijden communiceren met elkaar via cytokines (paracriene moleculen.
Hier bestaan vier verschillende soorten van:
1. Interleukines: verschillende functies in zowel aangeboren als verworven immuniteit.
2. Chemokines/lymfokines: stimuleren de migratie van leukocyten.
3. Tumor necrose factor: helpt tegen afbraak van tumoren en zorgt voor apoptose.
4. Interferonen: controleren virale infecties (activeren antivirale staat → immuun voor
infectie) en stimuleren het herkennen van tumorcellen.
Cytokines hebben verschillende effecten. In het plaatje
is een grove indeling gemaakt tussen lokale en
systematische effecten.
TNF → Tumor necrose factor
IL → Interleukine
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Joey29. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.