Ademhaling
Algemeen
C02 is heel toxisch voor de hersenen dus wil je zo snel mogelijk afvoeren.
Oxidatief ATP maken doe je in de mitochondrien. Protonen in de inner
membrane space geduwd, en creert een waterdam. Langs een generator
stromen, turbine laten draaien (complex 5 -> ATM maken). Dus als je de
cel zonder zuurstof zet, zullen de cellen die dit kunnen anaeroob verder
gaan. Spieren zijn altijd genoodzaakt zuurstof te gebruiken, zullen het dan
anders doen. Via de glycolyse ATP vormen, lactaat vorming. Spieren
verzuren omdat er niet snel genoeg bloed naartoe kan. Door pH daling
(H+ stijging). Dus dat leidt tot spierlyse.
Alveolaire ventilatie van belang voor concentratiegradient behouden en ademen.
Toegenomen ademhalingsfrequentie = hyperpne.
Iemand die niet meer ademt = apne.
Respiratoir minuut volume (examen) = hoeveelheid lucht geïnhaleerd
per minuut (zegt niks over locatie terechtkomen). 30% dode ruimte, 70%
alveolen voor uitwisseling.
Reactievergelijking : CO2 + H20 <->H2C03 <-> H+ + HCO3-
1. Hyperventilatie -> CO2 afvoer verhoogt (zie vergelijking)
2. pH omhoog (H+ omlaag) -> alkalose
3. autoregulatie -> c02 in bloed is gezakt arteriolen denken hersenen
werken niet meer en gaan dicht
4. onderdoorbloeding hersenen -> zuurstoftekort
.
Fysiologische functies ademhaling
Veneuze retour stimuleren (respiratiepomp) -> inademen creer je
onderdruk en trek je bloed naar de thorax -> EDV beinvleod door
ademhaling (bv respiratoire sinusaritmie zie bain bridge reflex zie
link H10)
Zuur base evenwicht
Thermoregulatie zie hijgen (hond hijgt niet tot in de aveolen, maar
larynx (anders respiratoire alkalose).
Geluid en communicatie (vocalisatie) bij afwijking aan ademhaling
kan geluid (snurken, roggelen etc).
, Metabole functie (angiotensine 2, omzetting van 1 gebeurt door ace
enzyme thv longen, alveolaire cellen).
De luchtwegen
Belangrijke functie is lucht voorverwarmen. Is eenlagig en zeer gevoelig,
daarom vertakkingssysteem voor verwarmen, bevochtigen (tegen
uitdroging alveolair epitheel) en filteren/zuiveren. Epistaxis is een
bloedneus bij het paard.
Neuholte
Niesreflex
Mondholte
Minder efficient opwarmen en bevochtigen. Mensen die via mond ademen
zijn gevoeliger voor infecties want die gebruiken niet de neusfilter. Paard
kan niet via de mond ademen.
Farynx
Farynx is de kruising van voedsel en lucht. Dit om de diepere luchtwegen
te beschermen.
Reflextorische apnee tijdens slikken, sluiten epiglottis en stemspleet.
Verbinding met buis van eustagius.
Larynx
Is strottenhoofd en
stembanden.
Trachea
Trachea kraakbeenringen houdt de luchtwanden open, bij inademen
zouden ze dichttrekken. Dus geluid bij inademen bij hond met afwijking.
Ook mucociliair transport, voor uitdrijven stof en pathogenen. Zuivert
partikels van 2-10 um, niet specifiek. Asbest zeer schadelijk voor de
longen, die asbest doorvliegen tot alveolen -> imuuncellen partikels
fagocyteren ze maar kan ze niet afbreken-> dus zichzelf kapot maken om
ze af te breken -> leidt tot ontstekingsreactie. Kan zo erg worden dat je
kanker krijgt. Asbestose -> mesoteriomen (kankersoort). Silicose is van
mensen in meinen. Mucociliar transport zeer belangrijk en
acetylcholine/parasympaticus stimuleert mucusproductie.
Mucus onder invloed van parasympaticus, door slijmbekercellen. Komt
boven op de ciliën. Te veel mucus kan voor obstructie zorgen. Dit kan
komen door een virus, hierdoor schade aan de cellen. Als ze specifiek
binden op bepaalde celcomponenten, bv cilien. Bij schade aan de cellen
kunnen de sluitbanden kapotgaan en komen de uitlopers van de 10e
kopzenuw (tussen de cellen) bloot te liggen en worden geprikkeld. Ook
wel irritantzenuwen (irritosensoren). Dit is dus viraal of bacterieel. Dan
overmatige stimulering van de 10e kopzenuw, en dus de parasympaticus,
dus mucusproductie erg stijgen. Daarom bronchitis (ontsteking bronchen)
, gepaard met veel slijm. Productieve hoest (met slijm), niet
productieve (zonder slijm). De luchtwegen worden steeds kleiner
waardoor de luchtstroom vertraagt, en verwarmt.
Bronchen en bronchiolen
Terminale bronchiolen kan ook al gasuitwisseling
gebeuren. Deze zitten voor de overgang respiratoire
bronchiolen en alveolen. Ook enorme opp toename
(vind fick fantastisch, difussie). Rond de diepe
luchtwegen zitten goed ontwikkelde gladde
spierlagen, tunica muscularis. Dit om de bronchen te
kunnen open gaan (dilatatie) of
dichtgaan(constrictie). Asthma of COPD (chronic
obstructive pulmonary disease, paarden) is
ongewilde constrictie van de diepe luchtwegen door
die spieren. Hierbij snoer je de alveolen af waardoor en geen uitwisseling
van lucht meer is. Om deze reden gaat het lichaam er voorzichtig mee om
door op tunica muscularis (gladde spiercellen) receptoren te zetten.
Receptoren op gladde spiercel bronchen en bronchiolen :
B2 receptor – gevoelig voor adrenaline (sympaticus). Zorgt voor
een bronchodilatatie. Hierdoor de doorstroming naar de alveolen
verbeterd. (examen : hoe zorgt de sympaticus ervoor dat bij een
bomaanslag ik toch gezond kan weglopen want meer gasuitwisseling
nodig). Er zijn veel meer B dan a receptoren (voor constrictie). Zie
ook wat sympaticus zal doen thv hart en arteriolen in de spieren.
o Toepassing B2 receptor is bij asthmapatienten met puffers.
Daar zit bronchodilatoren in. Die bootsen de sympaticus na en
binden de B2 receptor. B1 receptor hart minder beinvloed. Ook
wel een sympaticomimetisch product (sympaticus
nabootsen). Bv clenbuterol.
Muscarinereceptor – bind acetylcholine, zit je bij parasympaticus, -
> actieve contractie (broncho constrictie). Dus stel de
irritrosensoren komen bloot te liggen, krijg je stimulatie 10e
kopzenuw, hierdoor parasympatsiche zenuw gestimuleerd waardoor
meer mucus en bronchoconstrictie door parasympaticus die
muscarinereceptor signaal geeft. Dit is een drama, amper lucht naar
binnen.
Histamine/PGF2a/SRS-A (slow reactant substance A) – vaak bij
mensen met allergische reactieve krijgen mensen een
vasoconstrictie van de bronchen. Behandeling is
symptaticomimetische producten en cortisol, gecombineerd met
parasympaticolytische producten (athropine), die remmen de
parasympatische werking. Hiermee de mucussecretie remmen en
bronchoconstrictie tegenwerken. Cortisonen ofwel inhaleerd of via
lichaamswand (parenteraal) via een naald intravenus (snel)
intramusculair of subcutaan.