Hierbij oefenvragen met antwoorden over:
- Hoofdstuk 1: inleiding anatomie / fysiologie.
- Hoofdstuk 2: Cytologie.
- Hoofdstuk 3: Weefseleer.
- Hoofdstuk 8: Ademhaling. (Nog een deel zelf antwoorden via het boek anatomie en fysiologie).
- Hoofdstuk 1o: Nieren en urine. (Nog zelf antwoord...
Hoofdstuk 1 Algemene inleiding anatomie en
fysiologie
1. Wat is het belang van kennis van de medische terminologie voor een behandelaar?
Antwoord: zodat je zonder misverstanden met elkaar kan communiceren over het
menselijk lichaam en medische vaktaal begrijpt.
2. Wat is anatomie?
Antwoord: Anatomie is de wetenschap die de op(bouw) van het menselijk lichaam
bestudeert.
3. Uit welke onderdelen, van klein naar groot is het menselijk lichaam opgebouwd?
Antwoord: Cellen – weefsels – organen – orgaanstelsels – lichaam
4. Wat is fysiologie?
Antwoord: fysiologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het normale functioneren
van de onderdelen van het menselijk lichaam.
5. Wat zijn vegetatieve levensverrichtingen? Noem drie voorbeelden.
Antwoord: Stofwisseling, ademhaling, bloedsomloop, warmtehuishouding, uitscheiden en
voortplanting.
6. Wat zijn animale levensverrichtingen? Noem twee voorbeelden.
Antwoord: bewegen, waarnemen, psychische functies ( bijvoorbeeld emoties )
Meerkeuzevragen
Het menselijk lichaam is opgebouwd uit een aantal onderdelen. Van groot naar klein kunnen
we de volgende onderdelen onderscheiden:
Anatomie is de wetenschap die zich bezighoudt met vragen als:
B: wat zit er in het lichaam.
Medische terminologie:
B: is een lijst termen uit de medische wereld.
Voorbeelden van vegetatieve levensverrichtingen zijn:
C: Voortplanting – stofwisseling – uitscheiding
De longen zijn ( hiërarchisch gezien ):
A: een orgaan.
, Hoofdstuk 2 Celleer (cytologie)
- Een cel is de kleinste levende eenheid op de aarde die ( in principe ) zelfstandig kan
functioneren.
- Bij de mens kunnen cellen worden beschouwd als de
bouwstenen van de weefsels en organen.
1. Wat is cytologie?
Antwoord: de leer die zich bezighoudt met het
bestuderen van cellen, noemen we celleer of
cytologie (cyto = cel )
2. Wat is de definitie van een cel?
Antwoord: een cel is de kleinste levende eenheid op
aarde die ( in principe ) zelfstandig kan
functioneren.
3. Wat is het belangrijkste verschil tussen dode en
levende materie?
Antwoord: levenden materie heeft een stofwisseling en een dode materie niet. Dode materie is
passief en levenden actief.
4. Welke delen zijn te onderscheiden aan een cel en waarvoor dienen ze?
Antwoord: de celmembraan, het cytoplasma, de celkern en de celorganellen.
- Celmembraan: is een dun vliesje dat de hele cel omsluit. De celmembraan vormt geen totale
afsluiting tussen de cel en zijn omgeving. Door kleine openingen in de celmembraan kan
uitwisseling plaatsvinden van stoffen tussen de cel en zijn omgeving. Zo kunnen er stoffen
vanuit de omgeving de cel in (bijvoorbeeld voedingsstoffen en zuurstof ) en kan de cel stoffen
afstaan aan de omgeving ( bijvoorbeeld afvalstoffen, of bij een kliercel geproduceerde
stoffen). De celmembraan laat niet alle stoffen door, maar regelt en controleert het transport
door te selecteren wat wel en niet de wand mag passeren. Hij is dus wel doorlaatbaar voor
stoffen, maar niet volledig. We noemen de celmembraan semipermeabel ( halfdoorlaatbaar.)
- Cytoplasma: binnen de celmembraan bevindt zich het cytoplasma ( de celvloeistof ). We
spreken ook wel van de intracellulaire vloeistof ( intra = in/binnen). Deze vloeistof bestaat uit
water, koolhydraten, eiwitten, en zouten. Deze stoffen drijven in de vloeistof door de cel en
komen zo overal in de cel waar ze nodig zijn. Het cytoplasma van de cel heeft dus een
belangrijke transportfunctie en is vergelijkbaar met de bloedsomloop bij de mens. In deze
vloeistof bevinden zich diverse structuren, die celorganellen worden genoemd. De
celorganellen zijn te zien als een soort orgaantjes van de cel.
- De celkern of nucleus: kan worden beschouwd als het centraal regelcentrum dat de
celprocessen en de celstofwisseling stuurt. De kern wordt omgeven door een membraan die
in verbinding staat met het cytoplasma. Via deze verbinding vindt informatie uitwisseling
plaats tussen de celkern en de celorganellen. De celkern speelt verder een essentiële rol bij
, de voortplanting van de cel en bevat erfelijke
eigenschappen. Deze erfelijke eigenschappen zijn gelegen in
de zogenaamde chromosomen.
- Als we de cel onder de microscoop leggen kunnen we de
volgende celonderdelen onderscheiden: de celmembraan,
het cytoplasma, de celkern en de celorganellen.
- Delen van de cel en hun functie. Celmembraan: omsluiten
cel, selectief doorlaten van bepaal-
de stoffen.
Cytoplasma: vormt oplossing van stoffen in de cel.
Celkern: regelt celprocessen en celdeling (bevat erfelijk
materiaal).
Celorganellen: orgaantjes van de cel.
5. Wat is een belangrijke eigenschap van de celwand?
Antwoord: Een belangrijke eigenschap van de celwand is dat hij selectief semipermeabel is:
bepaalt welke
stoffen wel en niet de wand mogen passeren.
Volgende meerkeuzevragen/open vragen:
1. Door de wand van een cel:
C: kunnen bepaalde stoffen wel passeren en andere niet.
2. 1: Het belangrijkste verschil tussen dode een levende materie is dat dode materie
een stofwisseling heeft. 2: een cel is de kleinste zelfstandig levende eenheid.
D: 2 is juist, 1 is onjuist.
3. De stofwisseling vindt in een cel plaats in:
Antwoord: D de celorganellen
4. De volgorde van groot naar klein van erfelijk materiaal is:
Antwoord: Kern- chromosomen- DNA- genen
5. 1. Het aantal chromosomen van het menselijke lichaamscellen hangt af van de
specialisatie van de cellen. 2. Het grootste deel van het cytoplasma wordt
gevormd door eiwitten.
Antwoord: zijn allebei onjuist.
6. Een gameet heeft…. Chromosomen en een zygote ..
Antwoord: 23- 46
7. Het belangrijkste verschil tussen mitose en meiose is:
Antwoord: bij een mitose worden de chromosomen eerst verdubbeld
8. Het specialiseren van cellen noemen we cel differentiatie. Tijdens de specialisatie
verliezen bindweefselcellen en zenuwcellen de mogelijkheid tot delen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Timvanwinter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.