Een hele goede en overzichtelijke samenvatting met 13 pagina’s. In mijn samenvatting heb ik de hoofdstukken 1/2/4/5/7/8 uitgewerkt (terreinverkenning, verbintenissenrecht, goederenrecht, onrechtmatige daad, ondernemingsrecht en burgerlijk procesrecht). Daarin staat de stof voor de eerste toets va...
Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht - Inleiding recht
IVK jaar 1 blok 1 recht [gebruik gemaakt van het boek!]
Samenvatting hoofdstuk 10: bestuursrecht en bestuursprocesrecht Hoofdlijnen Nederlands Recht, 15e druk
Tout pour ce livre (121)
École, étude et sujet
Hogeschool Arnhem en Nijmegen (HAN)
HBO-Rechten
Inleiding privaatrecht
Tous les documents sur ce sujet (24)
2
revues
Par: irissmit26 • 1 année de cela
Par: davidzakharian • 2 année de cela
Vendeur
S'abonner
noaterhorst
Avis reçus
Aperçu du contenu
Privaatrecht (burgerlijkrecht)
Relatie tussen burgers onderling
Hoofdstuk 1: terreinverkenning
Recht bestaat uit privaatrecht en publiekrecht. Privaatrecht is onder te verdelen in materieel en formeel.
Het formele privaatrecht is het burgerprocesrecht/ de rol van de rechter. Het materieelrecht is onder te
verdelen in personenrecht en vermogensrecht. Het personen recht is onder andere ondernemingsrecht
(boek 2). Het vermogensrecht onder te verdelen in verbintenisrecht en goederenrecht.
Vier functies van rechten:
Normatieve functie; Sommige rechtsvormen veranderen nooit zoals moord, sommige
rechtsvormen veranderen wel zoals discrimineren van transgenders.
Geschiloplossende functie; Wij kennen een rechterlijke organisatie (rechterlijke macht) die
bij uitsluiting oordeelt of iemand moet worden gestraft en zo ja, op welke wijze met behulp
van welke procedure.
Additionele functie; Als partijen vergeten zijn op een bepaald punt afspraken te maken, geeft
het recht aan welke regel er geldt.
Instrumentele functie; Praktische zaken worden door de overheid via het recht geregeld.
Nederlands recht rechtsbronnen:
De wet
Het verdrag
De jurisprudentie
De gewoonte
Privaatrecht bestaat uit vier deelgebieden:
Personen- en familierecht; zaken zoals geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap,
echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het vermogen tussen
echtgenoten. Veel te vinden in het BW in boek 1.
Vermogensrecht; Binnen dit rechtsgebied vallen alle op geld waardeerbare handelingen
tussen burgers onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn. Te vinden in het BW,
met name in boeken 3,5 en 6.
Ondernemingsrecht; Het rechtsgebied dat alles regelt wat ondernemingen en bedrijven
betreft. Staat in boek 2 van het BW
Burgerlijk procesrecht; Een beslissing aan de rechter vragen naar aanleiding van een tussen
twee personen gerezen conflict, noemen we procederen. De regels die op het voeren van
juridische procedures op het terrein van privaatrecht van toepassing zijn, worden tot het
burgerlijke procesrecht gerekend.
Het staatsrecht regelt de wijze waarop de Nederlandse overheid wordt vormgegeven en de invloed
die de burgers daarop kunnen uitvoeren. Op het terrein van staatsrecht komen niet alleen de eerste
en tweede kamer in beeld, maar ook de regering, verkiezingen en de totstandkoming van wetten.
In de grondwet staan de basisregel van ons staatsbestel (een democratische rechtsstaat).
Het bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid/ wetgever heeft om
regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij. Algemene wet bestuursrecht = Awb
, Jurisprudentie betekent rechtspraak. Recht wordt gesproken door een enkele rechter (unus) of door
een rechterlijk college. Hun beslissingen worden in veel gevallen vonnissen, arresten of uitspraken
genoemd. Een vonnis wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven. Een arrest wordt gewezen
door een gerechtshof en de Hoge Raad. Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad zijn vooral actief op
het gebied van privaatrecht, ondernemingsrecht en het strafrecht. Op alle andere terreinen van het
recht worden beslissingen van rechters of rechtscolleges ‘uitspraken’ genoemd.
Een rechter of rechtscollege spreekt niet alleen recht, maar kan ook recht maken. Hoe komt de
rechter of rechtscollege aan die vage woorden of zinsleden in een wettentekst? Met behulp van
interpretatiemethoden.
1. De grammaticale; bij de uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de betekenis die het
heeft in alledaagse spraakgebruik.
2. De wetshistorische; de rechter beroept zich bij dit hulpmiddel op een passage uit de
parlementaire geschiedenis van de betreffende wet. Iedere wet wordt in de eerste en
tweede kamer beraadslaagd, dat letterlijk wordt vastgelegd, wat weer terug te vinden is.
3. De anticiperende; bij het formuleren van zijn regels baseert de rechter zich in dit geval op
toekomstige recht, op bijna-recht dus. Als bijna zeker is dat een wetsvoorstel wet zal worden,
kan de rechter zich in zijn oordeel alvast op de inhoud van die nieuwe regeling beroepen.
4. De rechtsvergelijkende; de rechter verwijst bij de beantwoording van de vraag hoe je een
vaag woord of onduidelijke zin in een (Nederlandse) wet moet lezen, naar een buitenlands
rechtsstelsel waarin de betreffende onderwerpen ook is geregeld.
5. De systematische; de rechter legt een woord of zinsnede uit een wettelijke bepaling uit aan
de hand van de regeling waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt. De wetsartikelen staan
nooit op zichzelf, zij maken onderdeel uit van een groter geheel.
6. De teleologische; de rechter doet een beroep op de bedoeling die de wetgever met de
regeling heeft gehad. Met een beroep op deze bedoeling, geeft hij dan invulling aan woorden
in de tekst die niet (geheel) duidelijk zijn.
7. Overige interpretatiemethoden; de eerste is dat rechters bij hun uitleg van onduidelijke
bewoordingen in een wet verwijzen naar eerdere uitspraken van rechters waarin die
onduidelijke bewoordingen al zijn uitgelegd, ook wel precedenteninterpretatie genoemd. De
tweede heeft betrekking op het feit dat in privaatrecht de redelijkheid en billijkheid
(eerlijkheid/ rechtvaardig) een steeds belangrijkere plaats hebben gekregen. De wetgever
heeft dat ook uitdrukkelijk gewild. Dit wordt interpretatie naar redelijkheid en billijkheid
genoemd.
Naast interpretatiemethoden maakt de rechter ook gebruik van redeneerwijzen. Een rederneerwijze
is een bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen. De twee bekendste
manieren zijn a-contrarioredenering en de redernering naar analogie. Bij a-contrarioredenering gaat
de rechter er van uit dat een bepaalde rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend
geschreven is voor gevallen die uitdrukkelijk in die regel worden benoemd. Bij redernering naar
analogie stelt de rechter zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie (die niet wettelijk geregeld
is) zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat die laatste regel ook van toepassing
wordt verklaard op de niet-geregelde kwestie. De rechter moet zijn keuze naar analogie wel
motiveren/verklaren.
Ook gewoonte kan als bron van recht fungeren. Er moeten wel bepaalde voorwaarde zijn, namelijk
een vaste gedragslijn; binnen de groep in kwestie handelt men overeenkomstig de gegroeide
opvatting. Daarnaast moet men het als hun rechtsplicht beschouwen overeenkomstig die regel te
handelen; zij achten zich moreel verplicht die regel te volgen. Als deze twee voorwaarden zijn
voldaan is er sprake van gewoonterecht. Gewoonterecht wordt steeds minder belangrijk.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur noaterhorst. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.