Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting minor Migratie en Diversiteit €7,40   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting minor Migratie en Diversiteit

 71 vues  6 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Samenvatting van alle colleges van minor Migratie & Diversiteit, inclusief gastcolleges.

Aperçu 4 sur 33  pages

  • 13 octobre 2022
  • 33
  • 2022/2023
  • Notes de cours
  • -
  • Toutes les classes
avatar-seller
Migratie & Diversiteit
Lecture 1

Terminologie: Wat is een migrant?
- Migrant  iemand die zich voor een minimale periode vestigt in een ander land.
VN: >12 maanden
NL: >4 maanden (inschrijving BRP)
- Immigrant  iemand die zich vanuit het buitenland in Nederland vestigt. (Inclusief
terugkerende Nederlanders)
- Emigrant  iemand die vanuit Nederland naar het buitenland vertrekt.
Migratie is een sociale constructie: het idee dat er internationale grenzen moeten zijn,
omdat er anders geen migratie is. Grenzen zijn gemaakt door mensen en de samenleving,
vandaar het sociale aspect. Europese Unie heeft binnengrenzen afgeschaft -> naar Polen
rijden is geen probleem.

Verschillende tegenstellingen:
- Binnenlandse vs internationale migratie
- Vrijwillige vs gedwongen migratie  oorlog, politieke redenen of geweld zorgt ervoor
dat mensen daar niet kunnen blijven.
- Tijdelijke vs permanente migratie  migranten denken vaak dat ze tijdelijk blijven, maar
dat blijkt uiteindelijk anders te zijn door bijv. het krijgen van kinderen.
- Legaal vs illegaal verblijf.

In het algemeen zijn deze categorieën nuttig om te weten, maar in werkelijkheid zijn ze
complexer.

Type migranten & verblijfsstatussen:
- Migrant met reguliere verblijfsvergunning  arbeid, studie en familie
- Asielmigrant  asielzoeker of vluchteling/statushouder
- Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
- EU-ingezetenen  formeel geen migranten en hoeven geen Nederlands te leren.
- Nederlander (met migratieachtergrond ‘allochtoon’)
- Ongedocumenteerden (zonder verblijfsvergunning)


Kortom: Motivaties en typen van migratie zijn complex. Een verblijfstatus is een eenduidige
juridische categorie, maar werkelijkheid is complexer: mixed migration. Niet elke
verblijfsstatus is beschikbaar voor iedereen. De ene status is stabieler en heeft meer sociale
rechten en privileges dan de ander.

,Groei migratie
Migratie groeit als gevolg van globalisering, maar de totale wereldbevolking groeit ook.
Procentueel valt het dus mee. Maar dit is ook een onderschatting door niet-
gedocumenteerde migranten.

Migratie-aspiraties zijn veel hoger  mensen willen wel migreren, maar doen dat kennelijk
niet. Mensen hebben niet de mogelijkheid om dat feitelijk te doen. Migratiepatronen en -
aspiraties verschillen per regio en zijn onderhevig aan verandering. In Azië & Europa is er
veel migratie. Dit is vooral intern.

Belangrijke punten:
- Migratie wereldwijd fenomeen
- Meerderheid van migratie binnen regio’s, vaak tussen buurlanden
- Regionale “migratiehubs” (grote hoeveelheden) ontstaan door:
 Conflict bijv. oorlog Oekraïne
 Cultuur van emigratie/rite de passage (India)
 Relatief sterkere economie en werkgelegenheid (Zuid-Afrika)
- “Verre bestemmingen” ontstaan door:
 Koloniale banden & taalgebieden (bijv. Suriname)
 Arbeidsmigratie (high skilled & low skilled)
 Asielmigratie
 Kettingmigratie: als mensen zien dat het mogelijk is, willen andere mensen ook


Lecture 2
Migratietheorieën
- Centrale vraag: waarom migreren mensen? & Hoe kunnen we internationale migratie
verklaren?

6 verschillende migratietheorieën:
- Neoklassieke economische verklaring (‘rational choice)
- Push en pull-factoren
- New Economics of Labour Migration (NELM)
- Dependency- & World Systems’- theory
- Segmented labour market theory (Priore)
- Cumulative causation (D.Massey)

Hein de Haas: Poging tot ordening van deze verschillende theorieën: functionalistische
versus historische structurele verklaringen  Aspirations-Capabiliteit-model

1) Neo-Klassieke economische benadering
- Uitgangspunt: migratie als investering in menselijk kapitaal
 Hogere inkomsten in de toekomst

,- Rational choice: mensen migreren als opbrengsten hoger zijn dan de kosten
- “Individuals compare earnings in various countries and choose to reside in the country
with the largest earning, net of migration costs” (Borjas)
- “Welfare state magnet”-hypotheses: migranten kiezen voor landen met de hoogste
uitkeringen (Borjas) -> sociale zekerheid belangrijk.


Factoren van invloed op migratie beslissingen:
- Loonverschillen tussen herkomst- en bestemmingslanden
- Kosten van migratie en eerste opvang en vestiging
- Beschikbare hulpbronnen van potentiële migranten
- Migratiebeleid  restrictief beleid leidt tot belemmeringen en dus hogere kosten
- Sociale zekerheid  potentieel hogere opbrengsten


2) Push en pull factoren
 Een lijst met factoren, die ervoor zorgen dat je weg wil uit herkomstland (push) & naar
een land toe wil (pull). Ravenstein (1899): “Laws of migration”  Geen theorie maar “a list
of factors, all of which can contribute to migration”!


Push factoren Pull factoren
Werkloosheid Betere werkmogelijkheden
Lage en onzekere inkomens Hogere lonen, meer arbeidszekerheid
Bestaansonzekerheid, voedseltekorten Opvang van migranten, sociale zekerheid
Gebrekkige huisvesting, onderwijs en Ontwikkelde verzorgingsstaten en al haar
gezondheidszorg arrangementen
Politieke onderdrukking, oorlog en geweld Democratische rechtstaten, mensenrechten
Milieuverontreiniging Beter leefmilieu
Aantrekkingskracht van eerdere migranten
(familie)


Push en pull lijkt op de neoklassieke economische benadering, maar push and pull factoren
zijn meer op maatschappelijk niveau.


3) New Economics of Labour Migration (NELM)
- Niet individuen maar huishoudens nemen beslissing om te migreren (vaak in een
kwetsbare situatie, onzekerheid)
- Familiehuishoudens sturen één lid naar buitenland om extra inkomen te verwerven.
- Niet individuele winst cruciaal, maar economische zekerheid door meerdere
inkomensbronnen

, - Migranten kiezen niet voor landen met hoogste lonen maar met minste werkloosheid:
risicomijding boven streven naar maximale winst

4) Depency-/World systems- theorie
Tijd van neomarxisme  kapitalisten proberen zo veel mogelijk winst te maken door
arbeiders uit te buiten. Hieruit kwam ook the Depency-/ Word systems theorie. Migranten
zijn de slachtoffers, waarbij het een vorm is van uitbuiting.
- Ander perspectief op migratie: rijke landen profiteren van internationale migratie
 Geen bedreiging voor ‘global north’
- Kapitalistische kernlanden buiten de onder ontwikkelde regio’s en arbeiders uit
- Kapitalisme is slecht, vernietigt traditionele bestaansmogelijkheden (boeren). Mensen
worden gedwongen om te verhuizen naar steden of naar het buitenland
- Migratie = uitbuiting van arme landen
- Arme landen leveren goedkope arbeid, maar ook geschoolde werkenden opgeleid op
kosten van arme landen: “brain drain”

5) Segmented labour market theory (Priore)
- In de arbeidsmarkt van kapitalistische economie zijn er verschillende segmenten.
- Hedendaagse variant van “world systems”-theorie
- Deindustrialisering leidt tot minder vraag naar industriearbeiders
- Polarisatie in de hedendaagse diensteneconomie: veel geschoolde werkenden
(managers, professionals) versus het ongeschoolde “service proletariat”
- Primair segment: hoge lonen, werkzekerheid, mogelijkheden voor promotie. Secundair
segment: lage lonen, ongeschoold, onzeker, geen mogelijkheden voor promotie (“Servic
proletariat”, “McJobs”)
- Veel migranten komen terecht op secundair segment (mede door etnische
rekrutering/etnische enclaves)


6) Cumulative causation theory (Massey)
- Poging tot integratie van veel van voorgaande theorieën.
- Kern: migratieprocessen ontstaan en worden groter, waarbij het proces zichzelf
standhoudt en versterkt  cumulatief.
- Grote bron van sociale netwerken helpen mensen om te migreren -> helpen werk te
zoeken etc. Sociale netwerk is van invloed op de omgeving waar migratie plaatsvindt.
Door sociale netwerk ontstaan er verbindingen, waardoor achterblijvers ook migreren.
Hierdoor wordt migratie ook goedkoper.
- Hierdoor houdt migratie zichzelf tot stand.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vicvantrigt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,40. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,40  6x  vendu
  • (0)
  Ajouter