Verpleegkundige en medische kennis samenvatting periode 3 leerjaar 1
Gemaakt door Elise Foks
Verpleegkunde Windesheim
,Inhoudsopgave
Week 1 Veroudering...................................................................................................................3
Week 2 Palliatieve zorg...............................................................................................................8
Week 3 Pijn...............................................................................................................................12
Week 4 Oncologie en de gevolgen van kanker op fysiek, sociaal en psychisch vlak................22
Week 5 Omgaan met stress en ziekte (coping)........................................................................31
Week 6 Het netwerk van de zorgvrager: mantelzorger en participatie...................................35
Week 7 Advanced Care Planning, levenseinde, nazorg, verlies en rouwverwerking...............40
,Week 1 Veroudering
1. Je kan beredeneren wat de gevolgen zijn van veroudering bij zorgvragers en welke
verpleegproblemen hierbij een rol kunnen spelen:
Met ouder worden treden er in het lichaam fysieke en cognitieve veranderingen op.
Lichamelijke veranderingen
Cardiovasculaire systeem: de vaten worden stijver en de angiogenese (vormen van nieuwe
bloedvaten) verandert. Het risico op hypertensie neemt toe. Met het toenemen van de leeftijd
zijn de hartkleppen vaker verdikt en/of verkalkt en ontstaat er hypertrofie (verdikking) van de
hartspier. Verstoring van geleidingsfunctie van de hartspier -> hartritmestoornis. Al deze
veranderingen kunnen leiden tot een verslechtering van de pompfunctie van het hart (hartfalen).
-> moeheid, kortademigheid, aanvallen van hevige benauwdheid en perifere oedemen.
Respiratoir systeem: longen worden minder elastisch en verliezen volume. Hierdoor neemt de
capaciteit van de longen om zuurstof op te nemen en andere gassen uit te scheiden af. Functie
ademhalingsspieren neemt af en wordt het middenrif minder efficiënt, waardoor het ademen
meer energie gaat kosten. Ook het hoesten gaat hierdoor minder makkelijk, met als gevolg dat
het moeilijker wordt de luchtwegen te ontdoen van slijm, schadelijke stoffen en
ziekteverwekkers. Ook verslechtert de aansturing van het ademhalingsstelsel -> verandering
moeilijk. Door alle bovenstaande veranderingen zijn ouderen gevoeliger voor het oplopen van
een bovenste luchtweginfectie en pneumonie.
Nieren: verminderde nierfunctie en bezitten de nieren verminderde reservecapaciteit -> water-
en zouthuishouding slechter. Door veroudering verminderde doorbloeding: nier reageert
daardoor minder adequaat op verstoringen in de water- en zouthuishouding. De uitscheiding van
afvalstoffen, een primaire functie van de nieren, wordt minder -> medicatie moeilijk
uitgescheiden. Een verminderde nierfunctie kan overgaan in nierfalen -> vermoeidheid,
verminderde eetlust, oedeem in de benen, hoofdpijn en slecht slapen.
Maagdarmstelsel: de functie van slokdarm, maag en darmen vermindert duurt het vrij lang
voordat klachten zich echt manifesteren. De peristaltiek wordt langzamer, waardoor het eten
minder makkelijk vanuit de mond in de maag terecht komt. Chronische obstipatie -> deels
veroorzaakt door minder beweging en veranderingen in het voedingspatroon.
Lever: lever wordt minder groot, er is sprake van verminderde doorbloeding en perfusie.
Leverfunctie neemt af -> 30-40% -> gevolgen voor geneesmiddelen die via de lever geklaard
worden en voor de afbraak van afvalstoffen. Klinische verschijnselen manifesteren zich vaak pas
als 70% van de leverfunctie verloren is gegaan.
Bewegingsapparaat: de spieren nemen in massa af met het toenemen van de leeftijd =
sarcopenie. De spiermassa wordt vervangen door vetweefsel. Het verlies aan spierweefsel ligt
ten grondslag aan een verminderde insulineresistentie bij ouderen. Ouderen hebben over het
algemeen meer cytokines, ontstekingshormonen in het bloed, die een aanslag doen op de
eiwitten van de spieren en botzichtheid (+ tekort aan vit D) een te grote botafbraak wordt ook
osteoporose genoemd.
Cognitieve veranderingen
Aandacht: ouderen kunnen door sensorische beperkingen (gehoorverlies of verminderde visus),
ziekte, pijnklachten, medicatie en psychische ziekten (depressie en angst) zich soms minder goed
concentreren.
Executieve functies: gaat achteruit bij ouderen -> plannen, eigen gedrag onder controle houden,
interactie met anderen en oordelen vormen.
Geheugen: met het stijgen van de leeftijd gaan vooral het kortetermijngeheugen en het
vermogen om te leren achteruit. Later het langer termijn geheugen.
Psychomotore functies: vertraging van het reactievermogen, door verminderde snelheid van
informatieverwerking en achteruitgang van motorische vaardigheden. Dit is gerelateerd aan een
verminderde hoeveelheid dopamine, een neurotransmitter, en verandering in de witte massa.
, 2. Je kent de volgende veel voorkomende oog- en ooraandoeningen bij ouderen: presbyacusis,
presbyopie, cataract, glaucoom, maculadegeneratie:
Glaucoom: hierbij is er sprake van progressieve schade aan de nervus opticus met typische
beperkingen of uitval van het gezichtsveld. Omdat vaak een verhoogde druk in de oogbol de oorzaak
is, staat glaucoom in de volksmond ook wel bekend als ‘verhoogde oogdruk’. Het kan ook voorkomen
bij een normale oogdruk. Het is een neuropathie zenuwaandoening. Het is een veel voorkomende
oogaandoening, met name bij persoon ouder dan 65 jaar.
- Risicofactoren: verhoogde oogdruk + hogere leeftijd + hart- en vaatziekten + DM + etniciteit
(Afrikaans, Afro-Caribisch, Aziatisch) + glaucoom in familie + ernstige myopie (bijziendheid) +
oogletsel + migraine + chronisch gebruik corticosteroïden
- Etiologie: bij glaucoom sprake van beschadiging van optische zenuwvezels. Dit kan ontstaan
door: mechanische druk of verminderde bloedvoorziening door beschadiging of dichtdrukken
van bloedvaatjes die de oogzenuw van bloed voorzien.
- Pathofysiologie: beschadiging van optische zenuwvezels leidt tot verlies van deze zenuwvezels.
Dit is zichtbaar als een excavatie (uitholling) van de nervus opticus. Door beschadiging van
oogzenuw wordt gezichtsveld minder. Gezichtsuitval is langzaam progressief en onherstelbaar.
Typerend is dat het centrale zien lang intact blijft, terwijl perifere gezichtsveld als eerste uitvalt.
Het kan in 1 of beide ogen voorkomen en acuut of chronisch zijn. Bij acuut glaucoom neemt de
oogdruk snel toe als gevolg van plotselinge afsluiting van voorste kamerhoek relatief
zeldzaam.
- Symptomen: acuut glaucoom plotselinge visusvermindering + rood oog + hevige pijn in oog +
hevige hoofdpijn + misselijkheid/braken + fotofobie (gevoeligheid voor licht) + gekleurde ringen
(halo’s) komen rondom lichtbronnen voor. Chronische glaucoom in beginfase merkt zv nog
niets. Vaak al jaren sprake van verlies aan zenuwvezels voordat zv merkt dat gezichtsveld minder
wordt. Kenmerkend voor vergevorderd glaucoom is het ‘kokerzien’. Hierdoor lopen zorgvragers
tegen dingen aan of zien ze personen/dingen niet aankomen.
- Diagnostiek: diagnostisch onderzoek omvat inspectie van papil met behulp van fundoscopie
(oogspiegelen) en gezichtsveldonderzoek. Ook wordt de intra-oculaire druk bepaald met behulp
van tonometrie (onderzoek om oogdruk te meten).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur elisefoks. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.