ZSO: MS
Hoofdstuk 29: MS
De ziekte komt bij één op de 1.000 inwoners voor. Nederland telt dus ongeveer 17.000 mensen
met multiple sclerose (MS), tweeënhalf keer zoveel vrouwen als mannen. In 90 % van de gevallen
ontstaan de eerste verschijnselen tussen het 15e en 50e levensjaar. In Nederland komt de ziekte
vooral voor bij autochtone blanken; bij mensen die na hun kinderleeftijd uit Zuid-Europa, Afrika,
Azië of Zuid-Amerika naar Nederland zijn geëmigreerd, is de frequentie van voorkomen duidelijk
lager.
Hoofdkenmerk van de ziekte is het optreden van verschijnselen zowel multipel in plaats als
multipel in tijd. Met multipel in plaats wordt bedoeld dat de verschijnselen berusten op laesies in
meerdere locaties in het centrale zenuwstelsel. Met multipel in tijd wordt bedoeld dat de
verschijnselen niet allemaal in één keer ontstaan, maar in de loop van de tijd, hetzij in een patroon
van plotselinge verslechteringen (exacerbaties) gevolgd door spontane verbeteringen (remissies),
hetzij in een patroon van geleidelijke progressie van de verschijnselen.
Ongeveer 80 % van de patiënten heeft initieel een
beloop met exacerbaties en spontaan optredende
remissies (‘relapsing-remitting’ MS). Waardoor deze
exacerbaties ontstaan is onduidelijk; slechts bij ongeveer
5 % is er een mogelijk uitlokkende factor in de vorm van
een voorafgaande infectie of hevige stress. Ongeveer
een derde van deze patiënten blijft dit ziektebeloop
houden; bij tweederde gaat de fase van exacerbaties en
remissies over in een beloop met continue progressie:
secundair progressieve MS. Vaak verloopt deze
overgang zeer geleidelijk: in eerste instantie blijven er na
exacerbaties duidelijke restverschijnselen over,
vervolgens is er ook tussen de exacerbaties geleidelijke
progressie en uiteindelijk is er een min of meer continu
progressief beloop. Bij ongeveer 20 % van de patiënten
is er van het begin af aan een progressief beloop, al dan
niet met exacerbaties of remissies: primair progressieve MS of progressief relapsing. Het is
niet duidelijk of er bij deze groep sprake is van een aparte ziekte-entiteit.
Kliniek
Vroege symptomen
Bij de meerderheid van de patiënten begint de ziekte met uitvalsverschijnselen passend bij één
enkele laesie, een zogenoemd ‘klinisch geïsoleerd syndroom’. Dit is een neuritis optica bij 35 %
(zie hierna), een ruggenmergsyndroom bij 25 % en een hersenstamsyndroom of een cerebellair
syndroom bij 25 % van de patiënten. Bij een minderheid is er bij de eerste presentatie een
combinatie van bovengenoemde klinische verschijnselen. De aanval begint subacuut: in dagen
krijgt de patiënt in toenemende mate klachten van een van de onderstaande symptomen. De duur
van de uitval is meestal een aantal weken, maar kan tot blijvende klachten leiden als de uitval niet
goed herstelt.
Sensibele symptomen
Deze treden vaak al in het begin van de ziekte op. De patiënt klaagt over een doof, vreemd,
tintelend of branderig gevoel in een of meer ledematen of op de romp. Een ander sensibel
symptoom is het optreden van een kortdurend stroomgevoel langs de wervelkolom naar de
extremiteiten bij vooroverbuigen van het hoofd. Dit zogenoemde teken van Lhermitte ontstaat door
een laesie in de achterstrengen van het cervicale ruggenmerg.
Symptomen van het zien
, Neuritis optica wordt gekenmerkt door een subacute, vaak ernstige visusdaling aan één oog of
soms beide ogen. Nystagmus, internucleaire oftalmoplegie en oogspierparesen komen vaak voor,
met klachten over ‘wazig zien’ of dubbelzien. Deze symptomen berusten op laesies in de
hersenstam of het cerebellum. Een of meer van deze oogsymptomen komen bij MS zo vaak voor
dat het ontbreken ervan bij een patiënt bij wie je de diagnose MS overweegt, die diagnose minder
waarschijnlijk maakt.
Motorische verschijnselen
Deze bestaan uit piramidebaanverschijnselen, ataxie en eerdergenoemde oogmotoriek-
stoornissen. De verschijnselen komen meestal dubbelzijdig voor, zij het vaak asymmetrisch; strikt
halfzijdige uitvalsverschijnselen, zoals bij een beroerte, zijn ongewoon. Extrapiramidale
verschijnselen komen bij MS niet voor. Naarmate de ziekte voortschrijdt, zijn het meestal de
motorische verschijnselen die verantwoordelijk zijn voor de toenemende invaliditeit, door
spastische paresen (vooral aan de benen), ataxie (vooral aan de armen), hoofd- en romptremor
door laesies in het cerebellum, dysartrie en slikstoornissen.
Cognitieve stoornissen
Vermindering van de cognitieve functies komt bij 40 tot 60 % van de patiënten voor. Soms treedt
dit al vroeg in de ziekte op. De patiënten merken vooral dat ze afspraken vergeten, moeite hebben
met onthouden en concentreren, en dat ze situaties minder goed kunnen overzien. Met name
uitvoerende functies en de snelheid van informatieverwerking zijn aangedaan. De intelligentie en
verbale vaardigheden blijven meestal intact. Bij concentratie- en geheugenklachten moet eerst een
onderliggende depressie of angststoornis uitgesloten worden.
Overige stoornissen
Mictiestoornissen komen vaak voor, met imperatieve mictiedrang (direct naar het toilet moeten bij
aandrang) door spasticiteit van de blaas en het gevoel onvoldoende te hebben uitgeplast door
blaasretentie. Blaasfunctiestoornissen zijn verantwoordelijk voor recidiverende urineweginfecties.
Ook erectiestoornissen treden frequent op. Pijn in het gelaat (symptomatische trigeminusneuralgie)
of in de ledematen zijn zeldzamere uitingen van de ziekte. Uitvalsverschijnselen kunnen tijdelijk
toenemen bij hitte (sauna, warm bad, warm weer), koorts of lichamelijke inspanning (fenomeen
van Uhthoff). Dit is waarschijnlijk het gevolg van toename van de axonale geleidingsstoornis door
stijging van de lichaamstemperatuur.
Vermoeidheid
De meeste MS-patiënten (75–90 %) ervaren vermoeidheid als een van de hinderlijkste
symptomen. Vermoeidheid kan gedurende het hele ziekteproces voorkomen en kan niet worden
verklaard vanuit de ernst van de neurologische beperkingen. Vermoeidheid is vaak in het begin
van de ziekte al aanwezig en kan verergeren tijdens een exacerbatie. De etiologie ervan bij MS is
onbekend. Wel kunnen andere (vaak behandelbare) factoren aan de vermoeidheid bijdragen:
infectie, pijn, spasmen, inactiviteit, conditieverlies, slaapstoornissen, depressie en medicatie (onder
andere psychofarmaca).
Psychische stoornissen
Een derde van de patiënten ontwikkelt in de eerste vijf jaar na de diagnose een depressie, meestal
in het eerste jaar, kennelijk samenhangend met acceptatie van de ziekte, een veranderd
toekomstperspectief en andere psychosociale factoren. De prevalentie van depressie is ongeveer
50 %. Mogelijk is depressie een gedeeltelijke verklaring voor de hoge suïcidaliteit bij patiënten met
MS. Binnen tien jaar na het stellen van de diagnose overlijdt 1 % van de mannen en 0,5 % van de
vrouwen hierdoor. De diagnose depressie bij MS is lastig, omdat vitale symptomen, zoals
vermoeidheid, slapeloosheid, futloosheid, verminderde eetlust, verminderde concentratie en
vergeetachtigheid, zowel bij MS als bij depressie kunnen voorkomen. Vragen naar de
aanwezigheid van een sombere stemming of het gebruikmaken van speciale screeningslijsten
kunnen helpen om een onderscheid te maken tussen somatische verschijnselen bij MS of klachten
veroorzaakt door een depressie. Andere regelmatig voorkomende psychische stoornissen zijn
angst, aanpassings- of relatieproblemen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur donnavaneijden. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.