DEEL 1: ONDERSTE LIDMAAT
H.1 MUSCULOSKELETALE REVALIDATIE IN EEN BIO-PSYCHOSOCIAAL KADER
1. PERCEPTIES EN GEDRAGSVERANDERINGEN – SHARED DECISION MAKING
1.1 Percepties van de patiënt
Musculoskeletale klachten vertrekken vanuit een biopsychosociaal perspectief:
à Gebrek aan rechtlijnige evolutie of éénduidige oplossingen bij aandoeningen
à Rekening houden met de hele ‘black box’ aan beïnvloedende factoren
Het biomedisch model gaat ervan uit dat pijn gepaard gaat met weefselschade en beperking.
Ziektepercepties: bepaalde gedachten, ideeën, cognities en emoties omtrent zijn/haar aandoening
à Deze ontstaan vanuit hun verleden, opgezochte informatie, omgeving, …
à Er bewust van zijn dat ziektepercepties door alles wat de patiënt waarneemt, beïnvloed kunnen
worden (bv. Social media, verhalen, reportages, …)
! Patiënt beschouwen als mens, niet als een verzameling van functiestoornissen
! Core business is NIET psychosociale problematiek WEL belemmerende factoren wegnemen
Obv. de gevormde representatie van de ziekte bepaalt een patiënt hoe hij/zij met de klachten zal omgaan:
§ Ziektepercepties hebben een rechtstreekse invloed op het ziektegedrag
§ Patiënten proberen dmv. cognitieve processen de klachten te verklaren
§ Deze stemmen vaak niet overeen met de realiteit => probleem!
§ Bv. Patiënt met LRK is overtuigd dat bewegen schadelijk is voor zijn rug (omdat hij pijn gevoeld
heeft tijdens het lopen), zal fysieke activiteit vermijden.
à Contraproductieve percepties over de klacht kunnen leiden tot inadequaat omgaan met de klachten
à Personen die denken dat klachten onbehandelbaar zijn => slechtere prognose
! Aangetoond dat beweging een belangrijk onderdeel is van de behandeling bij patiënten met pijn
Iedere patiënt heeft ziektepercepties: enkel aanpakken indien contraproductief voor herstel
à Therapeut en patiënt OP EEN LIJN
Common sense model van Leventhal:
,Percepties nagaan via gerichte vragen in de anamnese of via vragenlijsten:
à Ilness perception questionnaire-revised (IPQ-R):
§ Ilness identity: hier wordt gevraagd naar de symptomen van de patiënt en of de patiënten deze
symptomen linkt aan zijn aandoening
§ Beliefs domain: bestaat uit een reeks stellingen waarbij de patiënt moet aanduiden in welke mate
deze van toepassing zijn:
o Acute/chronische tijdlijn: denkt de patiënt dat zijn aandoening zal verbeteren?
o Cyclische tijdlijn: denkt de patiënt dat zijn aandoening cyclisch of komt en gaat?
o Gevolgen: hoe groot schat de patiënt de gevolgen in van zijn aandoening?
o Persoonlijke controle: denkt de patiënt dat hij zelf iets kan controleren?
o Controle v/d behandeling: denkt de patiënt dat de behandeling kan helpen?
o Samenhang: begrijpt de patiënt zijn aandoening?
o Emotionele respons: welke emoties werkt de aandoening op bij de patiënt?
§ Oorzakelijk domein: wat zijn volgens de patiënt de meest waarschijnlijke oorzaken?
1.2 Percepties van de therapeut
Verschillen tussen therapeuten in behandeling van éénzelfde patiënt:
§ Theoretische achtergrond
§ Eigen percepties (attitudes en beliefs)
De beliefs van de therapeut kunnen we onderverdelen op het continuüm van meer biomedisch gericht tot
meer bio-psychosociaal gericht. De denkwijze van de therapeut zal een invloed hebben op zijn gedrag, op
de keuze van de behandeling.
1.3 Gedragsverandering binnen de musculoskeletale kinesitherapie
Therapeut:
§ Anders te werk gaan per patiënt
§ Complementair communiceren
§ Aanknopingspunten zodat de patiënt jou vertrouwt
§ Erkenning bieden
§ Relatie => bijsturen van cognities en percepties
Patiënt:
§ Nood aan open communicatiekanaal (gevoel hebben dat er geen remmingen zijn)
§ Terecht kunnen met alle informatie
§ Ruimte voor eigen percepties en cognities
Communicatie staat centraal:
§ Tijd voor nemen
§ Plan van aanpak (als patiënt niet overtuigd is, zal hij ook niet therapietrouw zijn)
§ Samen in dezelfde richting
Een gewenste gedragsverandering zal pas bekomen worden als de therapeut het vertrouwen van de
patiënt volledig heeft gewonnen. Vertrouwingsomgeving is een plaats waar plek is voor alle ideeën.
à Tweerichtingscommunicatie
Een coaching-gesprek is vaak gericht op het bewerkstelligen van een gedragsverandering:
§ Bijsturen van herstel belemmerende gewoonten
§ Promoten van herstel bevorderende factoren
§ Kortdurend effect: als de klachten verdwijnen, hervallen ze in oude gewoontes
,à Door de verschillende fasen v/d gedragsverandering te doorlopen en voldoende aandacht en tijd
hieraan te spenderen, wordt de kans op blijvende gedragsveranderingen groter.
Zowel vorm als inhoud zijn belangrijke aandachtspunten tijdens communicatie:
à Bv. Lang zitten moet je vermijden want dat is slecht voor je tussenwervelschijven
à Bv. Probeer regelmatig te bewegen op werk want dat is de beste manier om rugklachten te voorkomen
Bij een goede relatie en goede communicatie kan en mag alles gezegd worden:
à Goede inhoud ¹ wat de patiënt wil horen
à Wel zeggen wat de andere nodig heeft om verder te gaan in het gesprek en samen iets te bereiken
Therapietrouw:
§ Patiënt moet overtuigd zijn
§ Vanuit éénzelfde relatie vertrekken
§ Persoonlijke motivatie vanuit geloof in therapie
§ Betere therapietrouw => beter zicht op behandeling
§ Marge voor aanpassingen indien nodig
Herstel bevorderen:
§ Controle bij patiënt leggen
§ Op lange termijn zelf ltaten (mee)werken aan klachten
§ Blijvende gedragverandering
§ Therapeut: wegnemen van obstakels richting herstel
Individuele patiëntvoorlichting – stappenmodel Van Der Burgt & Verhulst:
Openstaan:
§ Doel behandeling: klachten verminderen (=> gedragverandering)
§ Patiënt moet openstaan voor info
§ Info verwijzen naar hulpvraag/verwachting
Begrijpen:
§ Info over doel behandeling => inzicht
§ Verhoogt medewerking v/d patiënt
§ Patiëntentaal! (visueel/auditief/feedback)
Willen:
§ Kinesitherapie slechts deel behandeling
§ Uitleg gevolgen van het niet toepassen van adviezen
§ Patiënt motiveren dat gedragsverandering effect zal hebben
§ Te rooskleurig voorgesteld => afhaken
Kunnen en doen:
§ Duidelijke info over wat wel en niet mag
§ Haalbaarheid (tijd/moeilijkheid)
§ Evaluatie/feedback van de patiënt noodzakelijk
Blijven doen:
§ Is het moeilijkste! Na verdwijnen klachten hervalt patiënt (lange termijn inspanning)
§ Zelfmanagement technieken (zichzelf belonen, beloond worden, steun, …)
§ Follow up afspraak
§ Patiëntenadvies (blijf in beweging, rughygiëne, effect van stress/vermoeidheid)
, Transtheoretisch model van verandering:
Cirkel met verschillende fasen binnen gedragsverandering die elkaar
opvolgen en zich steeds opnieuw kunnen afspelen
Precontemplatie: statische situatie, afweermechanismen (ontkenning, …)
Contemplatie: bewustwording, erkenning, informatie
Beslissing: opstellen plan, bekijken valkuilen
Actie: “Ik ben aan het veranderen”
Consolidatie: volhouden, steun omgeving noodzakelijk
Terugval: wezenlijk deel van verandering, deel v/d cirkel hernemen
à betekent niet dat het proces van verandering is mislukt
2. REVALIDATIE IN FUNCTIE VAN WEEFSELHERSTEL EN/OF PIJNMECHANISMEN
2.1 Fasen van weefselherstel
Na iedere vorm van weefselbeschadiging met celdood worden herstelprocessen in gang gezet die volgens
een vast patroon in de tijd verlopen.
FASE 1: ONTSTEKING/INFLAMMATIE
De eerste reactie van het lichaam op alle vormen van beschadiging is een ontsteking bestaande uit
cellulaire, vasculaire, hemorale en neurogene reacties met als doel (duur ongeveer 5 dagen):
§ De pathologische situatie uitschakelen
§ Beschadigd weefsel verwijderen
§ Regeneratie bevorderen waardoor een terugkeer naar de normale fysiologische situatie
(homostase) mogelijk is
Imflammatoire proces wordt gekenmerkt door vijf tekens:
§ Rubor: roodheid door een vasodilatatie
§ Calor: warmte door vasodilatatie en verhoogde biochemische activiteit
§ Dolor: pijn door prikkeling vrije zenuwuiteinden of door vrijzetting van chemische mediatoren
§ Tumor: zwelling door opstapeling bloed of verhoogde permeabiliteit
§ Functio laesa: functieverlies door verstoorde anatomische integriteit, pijn en zwelling
Reacties op niveau van:
§ Chemische mediatoren: zetten de ontstekingsreactie in gang (cellen, plasma, neurogene)
§ Hemostase: ontstaat om bloedverlies te voorkomen, door verschillende mechanismen:
o Vasculair spasme: houdt aan tot de bloedstolling de situatie stabiliseert (10-15 sec)
o Vorming bloedprop: eig bloedplaatjes veranderen waardoor deze verkleven (3-5min)
o Bloedcoagulatie: klonteren van het bloed
o Ingroei van fibreus weefsel: invasie fibroblasten in bloedprop (enkele uren na bloedprop)
§ Vasculaire reactie:
o Onmiddellijke vasoconstrictie: gebeurt segmenteel (5-10min om bloeding te controleren)
o Secundaire lokale vasodilatatie
o Toename permeabiliteit (passage plasma en weefselcomponenten neemt toe)
§ Cellulaire reactie:
o Migratie witte bloedcellen (WBC) naar plaats van het letsel
o Verplaatsing WBC doorheen de bloedvatwand naar de interstitiële ruimte
o Monocyten worden omgevormd tot macrofagen
o Fagocytose: monocyten en neutrofielen starten met opnemen vreemd materiaal
o Verschillende cellen maken inhoud vrij om verdere ontstekingsproces te stimuleren
o Bepaalde groeifactoren stimuleren de migratie v/d fibroblasten naar plaats letsel om de
proliferatie te kunnen starten
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lilyvanrompaey1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.