Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Celbiologie 1 & 2 €9,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Celbiologie 1 & 2

 44 vues  2 achats

Een volledige maar beknopte samenvatting (+ begrippenlijst), schematisch opgedeeld, van de vakken Celbiologie 1 en 2 van Geneeskunde 1e bachelor aan de KuLeuven (), door Evy Moons.

Aperçu 5 sur 63  pages

  • 11 octobre 2022
  • 63
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (48)
avatar-seller
evymoons
CB samenvatting (BWC)



0.1 Grootorde
Diameter ionenkanaal = 0,3 nm
DNA helix = 2nm
Microfilament & membraan = 7nm
Intermediair filament = 8-12nm
Microtubulus & ribosoom = 25nm
Nucleaire porie = 40nm
Virus = 25-300nm
Mitochondrion = 1µm
Microvillus = 1-2µm
Bacteria/eukarya = 1-5µm
Chloroplast = 10µm
Menselijke cel = 20µm
Plantencel = 20-30µm
Massa van een AZ = 75-204 Da



0.2 Begrippenlijst
Bindingsenergie
= energie vereist om 1 mol covalente bindingen te breken (in kcal/mol)
X-stralen kristallografie
= techniek om de structuur en elektronendensiteit van eiwitten te achterhalen mbv een diffraction pattern
gecreëerd door weerkaatsing van afgevuurde X-stralen
Peptidebinding
= covalente binding tussen carboxylgroep en hydroxylgroep van 2 AZ met een resonantie van rond de 50%
H-brug
= niet-covalente binding tussen donoren (zoals hydroxyl- of aminogroep) & acceptoren (zoals carbonyl- of
sulfhydrylgroep) in water of in alfa-helix
Ionbinding
= niet-covalente binding tussen positieve en negatieve groepen, gevoelig aan pH veranderingen
Zwavel- / disulfide brug
= covalente binding tussen S-atomen van 2 sulfhydryl (-SH) zijgroepen van Cys, gevormd door oxiderende
omgeving van ER (<=> cytosol is reducerend): PDI
Alfa helix
= secundaire structuur van een eiwit met 3.6 AZ / winding, H-bruggen (X1-X4) & helix-stabiliserende AZ
(leucine, methionine, glutamaat)
Beta streng & plaat
= maximaal uitgerokken secundaire structuur van een eiwit met H-bruggen & stabiliserende AZ (isoleucine,
valine, phenylalanine), anti-parallel (H-bruggen evenwijdig) of parallel




Evy Moons Geneeskunde 1e bach 1

,Hemoglobine
= stof in RBC met meerdere subeenheden (2a & 2b) met elk een heemgroep en ijzeratoom,
puntmutatie van Glu6→ Val6 veroorzaakt sikkelcelanemie
Ziekte van alzheimer
= aandoening in hersenen door ophoping van amyloïde b (plaques) & sterven van neuronen door
ophoping van Tau → te stabiele MT (neurofibrillaire knopen)
Diffusietijd
= tijd die een neutraal molecule nodig heeft om een bepaalde afstand doorheen het cytoplasma af te leggen
= t = x²/2D (in 1 dimensie, D = diffusiecoëfficiënt)
Nucleoli
= structuren in de kern van een eukaryote cel waarvan de functie rRNA synthese & ribosoom assemblage is
Antimicrobiële peptiden
= kationische/amfipathische eiwitten van 10-50 AZ, aangemaakt in huid en darmen en luchtwegen, die als
verdedigingsmechanisme van een cel kunnen interageren met negatief geladen membranen van
microben/bacteriën (zwitterionische fosfolipiden) door vorming van een transmembranaire porie
Glycoforine
= membraaneiwit in RBC (singlepass) die 16 suikergroepen (1 N-linked) covalent gebonden heeft aan
extracellulaire zijde, zorgt voor negatieve afstoting tussen RBC
Wet van Fick
= wet bij eenvoudige diffusie die een lineair verband stelt tussen snelheid van diffusie (v) en concentratie
opgeloste stof [S]
= J = -P.ΔC
TRPM8
= temperatuurgevoelig kation kanaal (niet-selectief) dat geactiveerd wordt door koude of menthol en zorgt voor
een verhoging van lichaamstemperatuur
TRPV1
= temperatuurgevoelig kation kanaal (niet-selectief) dat geactiveerd wordt door warmte of capsaïcine en zorgt
voor een verlaging van lichaamstemperatuur
GLUT
= uniporter (gefaciliteerde diffusie, passief transport) die (D-)glucose binnenbrengt in de cel want membranen
zijn zeer weinig permeabel voor glucose en die geïnhibeerd wordt door glucose-analogen; heeft 4 isovormen,
van lage naar hoge affiniteit: GLUT2 (in lever en betacellen), GLUT4 (in spier- en vetweefsel), GLUT1 (in
RBC) en GLUT3 (in hersenen)
GLUT1
= uniporter met affiniteit: glucose >= galactose > mannose; bij deze transporter is er ook constante drijvende
kracht voor glucose in de cel want deze wordt steeds omgezet naar G6P door hexokinase/glucokinase
Na/K pomp
= secundair actieve transporter die gebruik maakt van Na influx (via ander transport) en
intracellulair ATP; alfa + beta/gamma subeenheid met een intracellulaire autofosforyleringssite
(Asp) en een extracellulaire bindingplaats voor inhiberend digitalis; pompt steeds 3 Na naar
buiten en 2 K naar binnen: E1-ATP (+Na) → E1-P → E2-P (+K) → E2
Digitalis
= vingerhoedskruid (D-purpurea), inhibeert Na/K pomp → celzwelling
SGLT




Evy Moons Geneeskunde 1e bach 2

,= Na/glucose cotransporter in PM: secundair actief transport (2Na+ en 1glucose inwaarts) → bv.
dunne darm
Sorteersignaal/tag
= adreslabel dat herkenning vereist door een sorteersysteem, bestaat in de vorm van: korte AZ seq /
saccharide(n) / hydrofoob domein (lengte bepaalt in welk membraan)
Mannose-6-fosfaat (M-6-P)
= sorteersignaal voor lysosomale enzymen (zure hydrolasen): sortering vanuit GA mbv vesikel
Phenobarbital
= barbituraat (verdovend) die gedetoxificeerd (gehydroxyleerd) wordt door CYP450 enzymen in
SER, kan tolerantie ontwikkelen door stijging van aantal CYP450 enzymen → oplossing = P-
chlorophenobarbital
CYP450
= enzymen in SER die instaan voor detoxificatie van organische moleculen: endogeen of
xenobiotica, dmv hydroxylering → urine; kunnen ook cholesterol synthetiseren en converteren
naar steroïdhormonen; kunnen geïnhibeerd worden door interactie met geneesmiddelen (bv.
CYP3A4) of met voedingsstoffen (bv. CYP3A4)
CYP3A4
= mono-oxygenase enzym dat inactief terfenadine (anti-histamine) omzet in actief fexofenadine,
maar geblokkeerd door bepaald antibioticum OF door bergamottine/furanocoumarine (in bep.
sinaasappel) → overdosis van terfenadine kan hartritmestoornissen veroorzaken
Chaperone eiwitten
= katalysatoren van spontane vouwing van nieuw gevormde eiwitten in ER; binden al tijdens translatie en
beletten verkeerde vouwing; bv. BiP, lectines (calreticuline, calnexine)
Vouwenzymes
= katalysatoren van spontane vouwing van nieuw gevormde eiwitten in ER; binden al tijdens translatie en
beletten verkeerde vouwing; bv. PDI (proteïne disulfide isomerase), PPI (peptidyl-prolylisomerase)
Oligosaccharyltransferase
= membraaneiwit dat geassocieerd is met translocon en dient als enzym in lumen van ER voor covalente
translocatie van kerngroep suikerresidu’s van precursor dolichol-P naar Asn residu van eiwit; werkt al
cotranslationeel
ERAD
= kwaliteitscontrole van eiwitten in ER na initiële vouwing geholpen door chaperonen/vouwenzymes; terminale
glucose wordt geklieft door glucosidase II & chaperonen/vouwenzymes komen los
➔ Als juist gevouwen: export naar Golgi
➔ Als verkeerd gevouwen: afbraak door proteasoom in cytosol via translocon / herkenning door UGGT &
hertoevoeging van terminale G voor calnexine en calreticuline
Zymogeen granulen
= vesikels met spijsverteringsenzymen die doorheen de secretorische route (gereguleerde
secretie: signaal = hormonen/NT) van exocriene cellen van de pancreas naar dunne darm gaan
en daar geactiveerd worden; lage pH van TGN zorgt voor aggregatie/condensatie van ZG
eiwitten → dan inclusie in ZG
Bacteriorhodopsin
= transmembranair eiwit met 7 a-helices die porie vormen voor H+ met N-terminus exoplasmatisch en C-
terminus cytoplasmatisch




Evy Moons Geneeskunde 1e bach 3

,Hydropathieplot
= bepaalt welk deel van transmembranair eiwit in/buiten membraan ligt (adhv R-groep van AZ); positief =
hydrofoob, negatief = hydrofiel
ɣ-TuRC complex
= complex in centrosoom die noodzakelijk is en waarop MT zich bouwen, opgebouwd uit ɣ-tubuline en GRiPs
Kritische concentratie
= kleiner voor plus einde van MT (beta) dan voor min einde (alfa)
Bloedarmoede / anemie
= aandoening waarbij er een verhoogde afbraak van RBC is door bv. sferocytose (RBC=rond) = veroorzaakt
door mutaties in actine-band4.1-spectrine-ankyrine netwerk
Listeria bacterie
= bacterie die eerst een cel infecteert door fagocytose, dan uitstulping maakt in het membraan dmv ‘actine
rocket’ om dan mbv fagocytose weer een andere cel te infecteren
Catecholamines
= monoamines, catechol (ring) + aminogroep, tyrosine → Dopa → Dopamine → noradrenaline
→ adrenaline
-KDEL seq
= sorteersignaal voor luminale ER eiwitten aan C-terminus dat herkend wordt in CGN en
verhindert sortering mbv transportvesikel → terug naar ER = retrieval
= Lys-Asp-Glu-Leu
Cotranslationele translocatie
= import in ER terwijl eiwit gesynthetiseerd wordt (translatie) door met ER verbonden ribosomen, hydrofobe
signaalpeptide aan NH2-terminus van eiwit wordt herkend door SRP en brengt deze naar translocon in
membraan van ER
Bulk flow
= aselecte binding van cargo door manteleiwitten (eventueel via R) → exocytose
ROS
= Reactive Oxygen Species; nevenproduct van metabolisme maar zeer schadelijk voor de cel en veroorzaakt
veroudering; opgelost door superoxide dismutase, catalase en anti-oxidantia
= superoxide anion, H2O2, hydroxyl radicaal
Calorie
= energie vereist om 1g water met 1°C te verhogen
Soortelijke warmte
= hoeveelheid warmte die moet geabsorbeerd worden om 1°C te laten stijgen (1cal/g)
Joule
= 0,239 cal
Voedingscalorie C
= 1.000 cal = 1 kcal
H
=E+P.V → ΔH=ΔE
ΔG
= ΔH - T.ΔS [(k)cal/mol]
= R.T.ln( [C]prc.[D]prd / [A]pra.[B]prb ) - R.T.ln(Keq)
ΔG0’




Evy Moons Geneeskunde 1e bach 4

, = -R.T.ln(K’eq)
R.T in standaard condities
= 592 cal/mol
Dissociatieconstante Kd
= [A].[B] / [AB]
= evenwichtsconstante van dissociatiereactie; hoe lager de Kd, hoe groter de affiniteit voor ligand en dus hoe
gevoeliger de cel
= [ligand] waarbij 50% van de receptoren/enzymen bezet zijn
ITC
= techniek om te meten hoe moleculen binden met elkaar (ΔH → exotherm/endotherm) door
vergelijking met een referentiecel
Carboxypeptidase A
= protease in spijsvertering, heeft zink nodig als cofactor
Lysozyme
= protease die glycosidebindingen in polymeren van bacteriële celwand hydrolyseert
Oxidatie
= verwijderen van elektronen en daarbij horende protonen door dehydrogenasen, exergonisch
Reductie
= toevoegen van elektronen en daarbij horende protonen door hydrogenasen, endergonisch
Proteolyse in spijsvertering
= enterokinase van epitheel → trypsinogeen naar trypsine → chymotrypsionogeen naar
chymotrypsine → procarboxypeptidase naar carboxypeptidase
Ribozymen
= RNA enzymen, minder diversiteit
Michaelis-Menten kinetica
= v0 = Vmax.[S] / (Km+[S])
Turnover number
= kcat = Vmax / [Et]
P4 type ATPase
= PS/PE flippase in PM: exoplasmatisch → cytosolisch
Topoisomerase II
= ATP vereisend
Regeling van glycolyse & gluconeogenese door F2,6BP
= fosforylering van F6P + defosforylering van F2,6BP door PFK-2; PFK-2 wordt fosfatase als zelf
omkeerbaar gefosforyleerd door eiwitkinasen (gereguleerd door glucagon en/of adrenaline →
cAMP)
Pantotheenzuur
= vit B5
Thiamine
= vit B1
Isoprene
= vit A
Niacine
= vit B3




Evy Moons Geneeskunde 1e bach 5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evymoons. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €9,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

73314 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€9,49  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter