Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Diëtetiek S4 €5,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Diëtetiek S4

 9 vues  0 fois vendu

Samenvatting van alle PowerPoints (= cursus)

Aperçu 4 sur 43  pages

  • 10 octobre 2022
  • 43
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (5)
avatar-seller
louisegoyvaerts
E – learning - DIABETES

Wat is diabetes?
Diabetes mellitus is een aandoening waarbij de glucosehuishouding verstoord is en hyperglycemie optreedt als
gevolg van een complexe interactie tussen erfelijke aanleg, omgevingsfactoren en leefstijlfactoren.

1. Diagnose bij Diabetes

In België stelt de behandelend arts de diagnose ‘diabetes’ na een labo-onderzoek van twee bloedafnames. Een
vingerprik is niet geschikt om de diagnose te stellen (diabetesliga, 2021).

• Nuchtere bloedafname: bloedsuikerwaarde ≥ 126 mg/dl
OF
• Bloedafname op een willekeurig moment van de dag (niet nuchter): bloedsuikerwaarde > 200 mg/dl
OF
• HbA1c* > 6.5%
*Hemoglobine A1c (of versuikerd hemoglobine): geeft een beeld van de gemiddelde bloedsuikerwaarden
van de afgelopen 3 maanden.

Volgens de ADA kan de diagnose ook worden gesteld via de OGTT. Dit wordt in België gebruikt om
zwangerschapsdiabetes op te sporen.

1. HbA1c = Hemoglobine A1c, deze waarde meet de gemiddelde waarde van de glycemie over de afgelopen 2 -
3 maanden
2. FPG = Fasting Plasma Glucose of de glycemie (suiker in het bloed)
3. OGTT = Orale Glucose Tolerantie Test

1.1. HbA1C

• De diagnosestelling kan gesteld worden via bepaling HbA1C.
• HbA1c >6.5% of 48 mmol/mol = DIABETES (diabetesliga, 2021)
(wordt momenteel nog niet terugbetaald in België voor wie geen diabetes heeft).

1.2. FPG (fasting plasma glucose test)

De diagnose diabetes kan ook gesteld worden na 2 bloedafnames (labo-onderzoek). De waarden die je krijgt met een
vingerprik, zijn niet voldoende om de diagnose te stellen. Indien de cliënt duidelijke symptomen vertoont van
diabetes, is één afwijkende glycemie al voldoende om de diagnose te stellen. Deze bloedafname(s) gebeuren bij
voorkeur nuchter. De waarden voor diagnosestelling zijn dan:

• Nuchtere waarde: ≥ 126 mg/dl (≥ 7 mmol/l) (diabetesliga, 2021)
• Niet nuchtere waarde: ≥ 200 mg/dl (≥ 11,1 mmol/l) (diabetesliga, 2021)
• HbA1c: >6,5% (48 mmol/mol) (methode wordt nog niet terugbetaald in België, voor zij die geen diabetes
hebben)
• glycemie 100-125 mg/dl = prediabetes of gestoorde nuchtere glycemie (= GNG)


1

,De waarden voor screening naar prediabetes werden bijgesteld door Domus Medica: 110-125 mg/dl.
Voor jonge personen (o.a. na zwangerschapsdiabetes) wordt de ADA-richtlijnen aangehouden: 100-125mg/dl).

Indien de bloedafname niet nuchter gebeurt (op een willekeurig moment van de dag) zijn de waarden voor
diagnosestelling:
Glycemie > 200mg/dl = DIABETES

1.3. OGTT

Niet zwangere patiënt glucose oplossing laten drinken (75g glucose): binnen de 5 min innemen (nuchter)

Na 2u glycemie meten (bloed afnemen):
• ≥ 140 mg/dl en < 200 mg/dl (≥ 7,8 – 11,1 mmol/L) = GGT (gestoorde glucosetolerantie)
• ≥ of gelijk aan 200 mg/dl (≥ 11,1 mmol/L) = DIABETES
• ≤ 140 mg/dl (≤ 7,8 mmol/L) = normaal



Verschil in diagnose tussen diabetes type 1 en type 2

Diabetes type 1
Het ontstaan van diabetes type 1 kent een kort verloop. Er is sprake van uitgesproken symptomen waardoor de
diagnose (meestal) niet lang uitblijft. Omwille van de absolute insulinenood wordt een persoon met diabetes
type 1 bij diagnose direct opgenomen in het ziekenhuis.

Net na de diagnose van diabetes type 1 treedt vaak een honeymoonfase op. Dit komt doordat de pancreas de
eerste periode na de diagnose nog insuline produceert. Hoelang deze periode duurt is afhankelijk van factoren
die nog niet volledig gekend zijn. Na deze periode zijn alle bètacellen uitgeschakeld door het immuunsysteem
en wordt de persoon volledig insuline-afhankelijk.

Diabetes type 2
In tegenstelling tot diabetes type 1 hebben veel personen weinig of geen klachten bij de diagnose. Zij kunnen
hier reeds jarenlang mee rondlopen zonder het te weten. Vaak komt de diagnose eerder toevallig, bv. bij een
arbeidsgeneeskundig onderzoek of naar aanleiding van bv. een slecht genezende voetwonde of kramp in tenen
en/of voeten. Enkel bij mensen die al langer diabetes hebben, zijn er meer herkenbare symptomen zoals dorst,
veel plassen en vermoeidheid.

Bij volgende symptomen ben je best alert:
• Dikwijls plassen (polyurie)
• veel dorst (polydipsie)
• onverklaarbare vermoeidheid
• sterk vermageren (onlangs normale eetlust)
• moeilijk genezende wonden
• krampen, tintelingen of pijnen in voeten of benen
• herhaalde schimmelinfecties van penis of vagina/ herhaalde blaasontstekingen.




2

, Diabetes type 1

Leeftijd voor diabetes type 1?

Meestal ontstaat DMT1 bij kinderen of jongvolwassenen (jonger dan 40 jaar), echter kan DMT1 ook op oudere
leeftijd ontstaan.

Ontstaan DMT1

Bij personen met type 1 diabetes zijn antilichamen terug te vinden in het bloed. Deze richten zich tegen de
bètacellen van de pancreas, vandaar dat men spreekt van een auto-immuunreactie. Verschillende
omgevingsfactoren zouden een uitlokkende factor hebben in de aanmaak van antistoffen: bepaalde types voeding in
het vroege leven, te weinig blootstelling aan zonlicht, virusinfecties,..

Diabetes mellitus is een metalole ziekte, die gepaard gaat met een verhoogde glucosespiegel van het bloed. Deze
verhoogde glycemie wordt veroorzaakt door stoornissen in de secretie en werking van insuline. Hierdoor treden er
ook stoornissen op in de vet-en eiwitstofwisseling.

Je krijgt niet van de ene op de andere minuut diabetes. Ook bij diabetes mellitus zijn er verschillende fases die worden
doorlopen, voor de diagnose (zie onderstaande figuur).

Vraag 1 Vanaf wanneer is er (zo goed als) geen insulineproductie meer aanwezig?

Wanneer er geen C – peptide aanwezig is. C- peptide of connecting peptide is een stof die in de alvleesklier
vrijkomt bij de vorming van insuline. Het C-peptide is een goede maat voor na te gaan hoeveel insuline de
pancreas nog aanmaakt.

Vraag 2 Welke omgevingsfactoren zijn geassocieerd met een verlaagd risico op het ontwikkelen van DMT1

Glutenvrij dieet in de eerste 3 maanden na de geboorte, vitamine D suppletie in de eerste 2 levensjaren &
borstvoeding.

Vraag 3 Geef zowel de diagnostische criteria voor diabetes in nuchtere toestand als in niet nuchtere toestand in
mmol/l.

• Nuchter: ≥126 mg/dL
• Niet nuchter: ≥ 200 mg/dL
• Blijf alert op het feit dat dit de waarden zijn voor diagnose. Voor ZELFCONTROLE hanteer je andere waarden.
Vraag 4 Vraag 4: Bovenstaande afbeeldingen staan voor hypo/ hyper.
1) Welk van beide acute complicaties zal ontstaan bij diagnose van DM T1 Figuur A of Figuur B?
2) Van welke bloedsuikerwaarde spreek je van een hypo of hyper? (= het antwoord op vorige vraag: je kiest
dus voor hypo of hyper en geeft de bijhorende bloedsuikerwaarden, deze staan in g/dL). Er zijn meerdere
correcte antwoorden.
< 60 – 70 mg/d




3

, Diabetes type 2
Diabetes mellitus type 2 wordt gekenmerkt door zowel insulineresistentie als verminderde bètacelfunctie. 80
procent van de mensen met diabetes mellitus type 2 heeft een te hoog gewicht. Met name een te hoog gewicht
waarbij er sprake is van te veel visceraal vet, is geassocieerd met insulineresistentie. Door insulineresistentie stijgt het
glucosegehalte in het bloed. Daarnaast leidt zowel disfunctie van de bètacellen als een verminderd aantal bètacellen
tot inadequate insulinesecretie. Na de maaltijden ontstaat er vaak hyperglykemie door een vertraagde afgifte van
insuline. Deze hyperglycemie is toxisch voor de bètacellen van de pancreas en kan de insulinegevoeligheid verder
verminderen. Hierbij ontwikkelt zich vaak hyperinsulinemie. Hyperinsulinemie gaat vaak gepaard met kenmerken van
het metabole syndroom, zoals hypertensie, dislipidemie (laag HDL-cholesterol en hoog LDL) en hypertrigliceridemie.
Ook lijken stollingsstoornissen (een afgenomen fibrinolyse- en een toegenomen trombogeneseactiviteit) te behoren
bij het metabole syndroom. Dit zijn risicofactoren voor het ontwikkelen van macrovasculaire complicaties. Deze vorm
van diabetes kan langere tijd ongemerkt verlopen, omdat mild verhoogde bloedglucosewaarden vaak geen klachten
veroorzaken. Complicaties in de zin van acute ontregeling zoals bij diabetes mellitus type 1 (ketoacidose, metabool
coma) komen zelden voor, maar hypoglykemie en hyperosmolair hyperglykemisch syndroom (hyperglykemie,
hyperosmolariteit en dehydratie in afwezigheid van ketose en ketoacidose) komen wel voor.

Vraag 1 In het geval van type 2 D.M. wordt er ... (vul aan)

Antwoord 1:
nog steeds insuline geproduceerd door de eilandjes van Langerhans in de pancreas maar in onvoldoende
mate om correct in te spelen op de glycemie.

nog steeds insuline geproduceerd door de eilandjes van Langerhans in de pancreas maar er is een
weerstand van de weefsels ten aanzien van de werking van insuline.

à Overgewicht en een sedentaire levensstijl veroorzaken insulineresistentie.

Antwoord 2:
in eerste instantie meer insuline aangemaakt door de pancreas om tegemoet te komen aan de
verhoogde insulinebehoefte die de insulineresistentie van de weefsels met zich meebrengt.

Een type 2 diabeet zal in eerste instantie hyperinsulinisme vertonen omwille van de verhoogde
insulinenood die de resistentie ten opzichte van insuline met zich meebrengt. De eilandjes van Langerhans
produceren meer en meer insuline om ervoor te zorgen dat de weefsels instaat zijn om glucose op te nemen
en een daling van de glycemie te veroorzaken. Dit leidt op termijn tot uitputting van de eilandjes van
Langerhans waardoor ze minder en minder in staat zullen zijn insuline te produceren




Vraag 2 Is volgende stelling waar?
Binnen de totale groep van diabetici neemt de groep van type 2 diabeten de helft voor zijn rekening.
Niet waar,
De groep D.M. type 2 patiënten is de grootste binnen de ganse groep diabetici. Meer dan 90 % van de
diabetici lijdt aan D.M. type 2.
Vraag 3 Is volgende stelling waar of niet waar?
D.M. type 2 ontstaat meestal op jonge leeftijd

Niet waar, D.M. type 2 ontstaat meestal na de leeftijd van 40.




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur louisegoyvaerts. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

79373 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,49
  • (0)
  Ajouter