Samenvatting orthopedagogische
methoden
De begrippen ‘methode’ en methodiek kunnen verduidelijken:
Methode:
- Een werkwijze
- Komt van Grieks ‘methodos’
- Samenvoeging meta (naar) en hodos (weg) en betekent weg waarlangs
- Bepaalde manier van werken, bepaalde werkwijze die men hanteert
- Van dale: een vaste manier van handelen om een bepaald doel te bereiken
- Bouwkamp: een gesystematiseerde wijze van werken om een doel te bereiken
- Bassant: een methode is een welomschreven en doelgerichte werkwijze om met een cliënt of
cliëntengroep in een bepaalde situatie een bepaald vraagstuk op te lossen. Een methode
geeft richting aan het handelen van de hulpverlener door middel van aanwijzingen voor het
gebruik van instrumenten en technieken.
• Kenmerken
o Methoden hebben een theoretische achtergrond:
▪ Voor de werkwijze die men hanteert is er vaak een expliciet theoretisch
kader, wat verantwoording geeft aan het handelen. (visie,uitgangspunten,..)
▪ Bv. triple P
▪ Niet alle methoden zijn theoretisch gefundeerd.
▪ Methoden kunnen soms toevallig ontdekt worden en ontstaan vanuit het
spontane handelen. Als je dus op de werkvloer nadenkt over de werkwijze
die men hanteert. Dit kan leiden tot een methode.
▪ Dit spontane handelen word ‘voor-methodisch handelen’ genoemd. Hierbij
staan spontaniteit, creativiteit en impulsiviteit voorop.
▪ Als de werkwijzen succes hebben, dan kunnen ze veralgemeend worden
naar andere situaties en personen. Door doordenken en systematiseren
wordt het methodisch handelen.
▪ Dit handelen kan vervolgens verder doordacht, gesystematiseerd en
bijgesteld worden, zodat de methoden kunnen overgedragen en geleerd
worden door de anderen.
▪ Evidence- based: als blijkt dat een methode ‘effectief’ is en dus werkt, dan
spreekt men van evidence- based. Dit gaat dus verder dan wetenschappelijk
onderbouwd en theoretisch verantwoord. Het is aangeraden om niet enkel
te kijken naar de wetenschappelijk verantwoorde methoden, maar ook naar
wat er werkt in de praktijk zonder dat er onderzoek aan verbonden is. zowel
cliënten als hulpverleners hebben een belangrijke invloed op de werking van
een methode.
o Methoden zijn gericht op een doelgroep
, ▪ Samen met de visie is de analyse van de doelgroep richtinggevend voor de
werkwijze die men hanteert.
▪ Goede methoden zijn afgestemd op een precies omschreven doelgroep.
▪ Het begrip ‘doelgroep’ is ruim. Niet enkel de cliënten, maar ook
cliëntensysteem.
▪ Methoden kunnen specifiek voor 1 welbepaalde doelgroep of ruimer
toepasbaar zijn.
o Methoden zijn doelgericht
▪ Men werkt planmatig, doet iets op een bepaalde manier en men heeft
daarbij een ‘doel’ voor ogen.
▪ Een methode is een middel om tot een gesteld doel te komen. Het is geen
doel op zich!
▪ Centrale vraag: waartoe en waarom gaat iemand iets op een bepaalde wijze
doen? Wat wil men bereiken? Deze vraag steeds het uitgangspunt van je
handelen.
▪ Doelen op korte en lange termijn moeten voor ogen blijven gehouden
worden.
▪ Een methode heeft ‘richting’ aan het handelen.
o Het werken met methoden is doordacht, systematisch en procesmatig.
▪ Doordacht:
• Als hulpverleners volgens een bepaalde methode handelen, dan
werken ze niet lukraak, maar weloverwogen.
• Bewust bepaalde zaken doen en andere niet.
• Een methode is een vaste, weldoordachte manier van handelen om
een doel te bereiken.
▪ Systematisch
• Je zet verschillende stappen in een bepaalde volgorde.
• Wanneer de hulpverlener methoden aanwendt is er sprake van een
bepaalde mate van standaardisering, maar de afstemming op de
individuele cliënt vraagt maatwerk.
• Een methode is handelingsgericht. Ze geeft aan wat de hulpverlener
moet doen en welke instrumenten en technieken hij daarbij
kan/moet gebruiken.
• We mogen ze nooit beschouwen als recepten, enkel als wegwijzers.
▪ Procesmatig
• Hulpverlening is geen rechtlijnig gebeuren
• De interventies en de stappen die gezet worden, staan nooit los van
de omstandigheden, de hulpverlener en de cliënt.
• Cliënt en cliëntensysteem = actieve rol in hulpverleningsproces.
• Proces heeft een circulair karakter en is onvoorspelbaar.
• Circulair= niet rechtlijnig, maar er kan teruggegaan worden naar de
eerdere stappen. Na een evaluatie moet er soms worden
bijgestuurd.
• Een methode is nooit geheel vast te leggen en moet ook ruimte laten
aan ontwikkelingen tijdens de hulpverlening.
, • Elke stap wordt teruggekoppeld.
• Methodisch werken = cyclisch proces -> bijsturing van de methode.
• Cyclisch= een proces met fasen die telkens opnieuw worden
doorlopen. Geen strikte scheiding tussen de fasen.
o Methoden zijn persoonlijk gekleurd.
▪ Een methode is niet voor eenmalig gebruik en niet persoonsgebonden.
▪ Het aanwenden van een methode vraagt vaardigheden, bepaalde
technieken en soms het gebruik van bepaalde instrumenten.
▪ Een methode mag niet onpersoonlijk en statisch worden
▪ Er moet ruimte zijn voor een persoonlijke en dynamische benadering en een
persoonlijke invulling.
▪ De manier waarop iemand iets doet of de manier van werken, is sterk
persoonsgebonden.
▪ ‘de methode dat ben jij’
▪ Bouwkamp-> methodisch handelen kan alleen bestaan door een verbinding
of integratie van persoon en methode.
▪ Hulpverlener moet zich een bepaalde werkwijze eigen maken, steeds vanuit
een authentieke opstelling.
▪ Echt betrokken zijn bij en aandacht hebben voor de ander.
▪ Persoon van de hulpverlener en relatie met de cliënt -> beïnvloeden sterk de
hulpverlening.
• Werkdefinitie
o Aantal elementen zijn essentieel. Voorwaarden waaraan een methode moet voldoen.
▪ De theorie die achter de methode schuilgaat.
▪ De doelgroep
▪ De doelen waarop de methode zich richt en de effecten die men van deze
methode mag verwachten
▪ Concrete manier van werken
▪ De kwaliteit van de personen en de organisatie die zich met de uitvoering
van de methode bezighouden.
o Deze kenmerken bieden een structuur bij het kritisch verkennen van om het even
welke methode.
Methodiek:
• Wat is methodiek?
o Methodiek is een methodenleer: de leer die richting geeft aan de keuzen van
methoden.
• Kenmerken
o Methodiek is een geheel of verzameling van methoden
▪ Een verzameling van op mekaar betrokken methoden.
o Methodiek helpt kiezen
▪ Stelt hulpverlening in staat om op een verantwoorde en consistente manier
methoden en werkwijzen te kiezen. Maken van goede en zorgvuldige keuzes.
▪ Methoden moeten logisch samenhangen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur dewaeledelphine12. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,69. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.