Samenvatting Inleiding in het Nederlandse recht - H6,7,8,9.7 (vak afgerond met een 8)
Tout pour ce livre (160)
École, étude et sujet
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
HBO-Rechten
Inleiding Recht
Tous les documents sur ce sujet (6)
1
vérifier
Par: kgougouch66 • 1 année de cela
Vendeur
S'abonner
geurtssofie
Avis reçus
Aperçu du contenu
Functies en indelingen van het recht
Het recht heeft in de samenleving 2 functies:
1. Het recht ordent menselijk gedrag door het stellen van regels.
2. Daarnaast zorgt het recht dat die regels worden gehandhaafd door geschilbeslechting.
Onder de term ‘recht’ verstaan we ‘het geheel van geldende rechtsregels’.
In Nederland gebruiken we het objectief recht oftewel het positief recht.
Het recht kent dus twee betekenissen: algemene regel – objectief recht (law) , en individuele
bevoegdheid – subjectief recht (right).
Rechtsbronnen: zijn de bronnen waaruit het geldend recht als het ware voortvloeit. In het
Nederlands recht zijn rechtsbron:
1. De wet
2. De jurisprudentie (de rechtspraak)
3. De gewoonte {ongeschreven regels}
4. Verdragen en sommige besluiten van volkenrechtelijke organisaties.
Indelingen in het recht;
Het positief/objectief recht betreft dus alle nu in Nederland geldende rechtsregels. De rechtsregels
van het objectief recht ordenen de verhouding tussen personen door aan het bevoegdheden en
verplichtingen toe te kennen.
Het Nederlands recht kan worden ingedeeld in:
Internationaal en nationaal recht
Soevereiniteit: bevoegdheid van elk land de eigen rechtsorde vast te stellen en te onderhouden.
Staten zijn naar binnen vaak soeverein, dat blijkt uit het feit dat de overheid in elk land in beginsel
de exclusieve bevoegdheid bezit tot wetgeving, bestuur en rechtspraak.
Het uitoefenen van die bevoegdheid leidt tot recht van nationale oorsprong, bijvoorbeeld
Nederlands recht.
Nationaal recht: heeft uit zichzelf alleen binnen een nationale staat rechtskracht.
Naast het nationale recht geld binnen staten ook recht van internationale oorsprong, omdat in NL
het verdrag een van de rechtsbronnen is bevat het nationale recht ook regels van internationale
oorsprong.
Het volkenrecht: deel van het internationaal recht dat rechtsregels bevat over het het verkeer tussen
staten onderling en het verkeer tussen staten en volkenrechtelijke organisaties.
- bestaat uit verdragen, besluiten van volkenrechtelijke organisaties en regels van gewoonterecht.
- Een verdrag = een schriftelijke, bindende regeling tussen staten onderling of tussen staten
en volkenrechtelijke organisaties.
- Een rechtstreeks werkend verdrag = verdragen met rechtsregels die rechtsreeks binnen de
nationale rechtsorde van een staat gelden. voorbeeld: Europees verdrag tot bescherming
van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)
Nederland heeft een monistisch systeem van art. 93 Grondwet (rechtsregels uit een verdrag kunnen
deel uitmaken van het nationale recht zonder dat eerst omzetting in nationaal recht nodig is), wat
ervoor zorgt dat het internationaal recht een dominantie plaats binnen de Nederlandse rechtsorde
neemt.
, Materieel en formeel recht
Het materieel recht betreft de inhoud van rechten en plichten van personen in hun onderling
verkeer.
- Voorbeeld: een koper heeft een mobieltje gekocht en heeft recht op de levering van het
toestel, terwijl de verkoper het moet leveren en recht heeft op betaling van de koopprijs.
(inhoudelijk)
Het formeel recht heeft betrekking op de handhaving van regels van materieel recht in procedures
voor de rechter. Staat synoniem met het begrip procesrecht.
- Voorbeeld: de koper van een snowboard heeft al betaald maar de verkoper weigert het te
leveren.
Op elk van de rechtsgebieden wordt onderscheidt gemaakt tussen materieel en formeel recht: zo
heb je bij strafrecht - materieel strafrecht en formeel strafrecht (strafprocesrecht), bij privaatrecht -
materieel privaatrecht (privaatrecht) en formeel privaatrecht (burgerlijk procesrecht).
Rechtsgebieden
Publiekrecht: Het staatsrecht, het bestuursrecht, het strafrecht en het volkenrecht.
- Tussen de burger en de overheid.
- Het publiekrecht is in verhouding tussen overheid en onderdaan verticaal van aard.
Privaatrecht: Het burgerlijk recht.
- Tussen burgers onderling.
- Het privaatrecht draagt meer een horizontaal karakter.
Het staatsrecht: Bevat de regels die betrekking hebben op de organisatie van de Staat en zijn
organen en op de bevoegdheden van die organen. Het omvat de verhouding van de burgers tot de
Staat en de mogelijkheden die de burgers hebben om invloed uit te oefenen op het functioneren van
de diverse staatsorganen.
- Het wettelijk fundament van het staatsrecht wordt gevormd door de grondwet.
- Het eerste hoofdstuk van de grondwet gaat over de grondrechten.
- Het staatsrecht bestaat uit de grondwet, de organieke wetten (Een wet die een uitwerking
bevat van zo’n bepaald onderwerp waarbij nadere regels moeten worden gemaakt in de
grondwet) en het gewoonterecht
Het bestuursrecht: Betreft de bestuursactiviteit van de overheid. (Algemene wet bestuursrecht)
- In het bestuursrecht staat de rechtsverhouding tussen overheid en burger centraal, deze
relatie komt voor een groot deel tot uiting in de beschikking = uit art. 1:3 van de Awb volgt
dat het bestuursrecht onder een beschikking wordt verstaan een besluit van een
bestuursorgaan in een individueel geval.
- Beschikkingen zijn overheidsbesluiten die slechts gelden voor een persoon. Voorbeeld: De
gemeente Nijkerk kent Jan geen studiefinanciering toe. Of: De gemeente Barneveld kent Kim
een havodiploma na het halen van het examen toe.
- Op landelijk niveau zijn de regering en ministers (de bestuursorganen dus) bevoegd tot het
maken van beschikkingen.
Het strafrecht: Geeft aan welke feiten strafbaar zijn, wie de dader is en met welke sancties het
plegen van die feiten wordt bestraft.
- Strafbaar feit: Een in de wet met straf gedreigde gedraging. Kunnen gepleegd orden door
natuurlijke personen (van vlees en bloed) en rechtspersonen (een vereniging bijvoorbeeld)
- De minister van Justitie en Veiligheid van het openbaar ministerie heeft de bevoegdheid om
tot strafrechtelijke vervolgingen van en strafbaar feit over te gaan.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur geurtssofie. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.