Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting van alle oude en mogelijke examenvragen en uitwerking van alle oefensessies van het volledige vak metabolisme (behaald resultaat 16/20) €7,48   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting van alle oude en mogelijke examenvragen en uitwerking van alle oefensessies van het volledige vak metabolisme (behaald resultaat 16/20)

 49 vues  1 fois vendu

Samenvatting van alle oude en mogelijke examenvragen en uitwerking van alle oefensessies van het volledige vak metabolisme (behaald resultaat 16/20): Dit bevat een uitgebreide samenvatting van metabolisme gegeven door professor Wullaert. De samenvatting bevat al de oude examenvragen (beginnende met...

[Montrer plus]

Aperçu 4 sur 51  pages

  • 5 octobre 2022
  • 51
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (58)
avatar-seller
lemmeslodders
Bespreek de opname in de cel via de transporters

• De GluT carriers
Glucose beweegt met de diffusie gradiënt mee. Wanneer het glucose level buiten de cel
lager is dan binnen de cel, dan hebben we transport in de omgekeerde richting. De
richting van het transport is afhankelijk van de diffusie gradiënt.
De N en C-terminus zitten intracellulair in de GluT carrier. De carrier heeft een even aantal
loops en de 1ste loop bezit een suiker. Alle carriers van de GluT familie hebben een soort
gelijke structuur.

• GluT 1
Deze zorgt voor een basale glucose uptake. De Km is ongeveer tussen de 3 en 4 mM. Bij
een Km van 1 mM kan je altijd glucose opnemen. De Km is dus een maat voor de affiniteit
van een stof.

• GluT 2
Deze carrier komt voor in de lever en pancreascellen. De Km is hier veel  waardoor de
concentratie glucose in het bloed veel  zijn voor het kan worden opgenomen. De
affiniteit voor glucose is hier dus laag. Dit komt omdat de lever de glucose homeostase
bewaakt. De hersenen moeten steeds genoeg glucose uit het bloed kunnen halen.
Wanneer de lever ziet dat de concentratie aan glucose  is, wordt het afgestaan
waardoor andere weefsels het kunnen gebruiken als brandstofmoleculen. Wanneer de
concentratie glucose in het bloed  is, gaat de lever het opnemen en opslagen als
glycogeen of vetten.
Bij de pancreas is de affiniteit ook laag. De pancreas gaat insuline secreteren wanneer de
concentratie van glucose in het bloed  is.

• GluT 3
Het is gelijkaardig aan GluT 1.

• GluT 4
De carrier komt voor in spier en vetcellen.Het is een speciale carrier want het vergt geen
energie, de concentratiegradient speelt nog steeds een rol maar het kan de gradiënt ook
regelen. De Km is ongeveer 5 mM.

, De regulatie is afhankelijk van het aantal transporters op het membraan. Hoe meer
transporters, hoe meer glucose je kan opnemen. Het aantal transporters is evenredig met
de hoeveelheid opgenomen glucose
De carrier wordt geregeld door insuline. Doordat GluT 4 in vesikels zit kan er endo- of
exocytose optreden.
Wanneer de concentratie van glucose in het bloed  wordt er insuline geproduceerd. De
actieve fosforylatie zorgt ervoor dat er meer transporters nodig zijn doordat de vesikels
opengaan. Bij een  concentratie van glucose is er geen insuline aanwezig en is er dus
ook geen activatie van de pathway waardoor de vesikels worden afgesnoerd.
Als het glucose level  is worden de carriers door endocytose opgenomen en bewaard in
vesikels tot het glucose level  en er insuline wordt gemaakt. Wanneer er insuline
geproduceerd is zal de GluT 4 carrier vrijkomen door exocytose. Nu kan glucose binden.

• GluT 5
Deze carrier komt voor in de darm en de spieren en neemt vooral fructose op in plaats
van glucose. De drijvende kracht achter de carrier is ATP.
 Het doet aan actief transport waardoor het tegen de concentratie gradiënt ingaat.
Dit kan door er ATP aan te kopellen.
 De symport carrier

Glucose en Na+ worden samen in dezelfde richting in de cel getransporteerd. De
Na/K-pomp is dus ook actief om het binnengekomen Na+ naar buiten te pompen,
hiervoor hebben we ATP nodig. Per glucosemoleculen dat binnenkomt moeten
we dus Na+/K+ ATPase drijven waardoor het indirect actief transport is.
Na+ gaat eerst op de GluT 5 carrier binden doordat het een zeer hoge affiniteit heeft voor
Na+. Doordat Na+ bindt, gaat de GluT transporter een conformatieverandering ondergaan
waardoor glucose gaat kunnen binden. Als zowel Na+ als glucose gebonden zijn, gaat er
terug een conformatie verandering zijn waardoor de affiniteit daalt voor beide. Hierdoor
gaan ze dissociëren van de carrier en in de cel terecht komen. Er zit nu veel Na+ in de cel
waardoor de Na+/K+ pomp geactiveerd wordt.
De Na+/K+ pomp bestaat uit 2 conformaties;
➢ Bij de E1 conformatie gaan er 3 Na+ en 1 ATP binden. ATP zal gehydrolyseerd
worden waardoor er een conformatieverandering is naar E2.
➢ Bij de E2 conformatie zijn er 3 Na+ en 1 ADP gebonden en komt er 1 orthofosfaat
vrij. Vanaf we in de E2 conformatie zitten, verlaagt de affiniteit voor Na+ waardoor
het wordt gedissocieerd en vrijkomt buiten de cel. Nu kunnen er 2 K+ binden.
Wanneer er terug een hydrolyse plaats vindt, zal het complex terug naar E 1 met 2
H+ aan veranderen. Hierdoor kan Na+ terug binden.




2

,Bespreek de glycolyse

De glycolyse bestaat ui 3 stadiums en in het totaal 10 reacties;

• Stadium 1: de conversie van glucose in fructose 1,6 bifosfaat
𝐻𝑒𝑥𝑜𝑘𝑖𝑛𝑎𝑠𝑒
 Glucose + ATP → glucose-6-fosfaat + ADP + H+




De hexokinase reactie zorgt ervoor dat glucose in de cel blijft. We gebruiken ATP
als fosfaatdonor om de reactie thermodynamisch gunstig te maken. Het is een
zeer exogetische reactie, zonder ATP zou het niet energetisch gunstig zijn.
De hexokinase reactie is  In normale omstandigheden is de carrier gradiënt
gedreven en kan glucose makkelijk de cel uit. Door glucose te fosforyleren kan
het niet meer aan de carriers binden dus kan het de cel ook niet uit.
Hexokinase transfereert een fosforyl groep van ATP naar zijn substraat, hier is
Mg2+ voor nodig.
Hexose is een voorbeeld van induced fit. Wanneer dit er niet zou zijn, dan zou
H2O binnen kunnen en ATP hydrolyseren zonder een fosfaatgroep te
transfereren. De actieve site moet dus afgescheiden zijn van H2O. Dit geldt voor
alle kinases.
Hexokinase is niet substraat specifiek en kan dus verschillende hexoses binden
zoals xylose en fructose. Het enige verschil met glucose is dat het geen CH2OH
groep heeft op C6 maar een H+ groep. Hierdoor is bij xylose de substraatbinding
meer vrij waardoor H2O kan binnen glippen en de plaats van CH2OH gaat
innemen. H2O gaat ATP dan hydrolyseren zonder een transfer waardoor de
reactie niet plaatsvindt.




3

, 𝑓𝑜𝑠𝑓𝑜𝑔𝑙𝑢𝑐𝑜𝑠𝑒 𝑖𝑠𝑜𝑚𝑒𝑟𝑎𝑠𝑒
 Glucose-6-fosfaat ↔ fructose-6-fosfaat




Deze isomerisatiereactie is een waarbij we van een aldose naar een ketosuiker
gaan. Het enzym fosfoglucose isomerase volgt een zuur base katalyse. Het is
gelijkaardig aan fosfaat triomerase.
Waarom gaan we van een aldose naar een ketose?
Om zo in het 2de stadium aan aldocleavage te
kunnen doen. De dubbele O binding en de OH-
groep zijn nodig voor de vorming van een aldose en
een ketose. Hiervoor doen we dus eerst een
isomerisatie om zo aan de structuur te komen dat
we 2 C3’s kunnen vormen.
We gaan tussen C3 en C4 een aldocleavage
uitvoeren. Hiervoor moet er op C2 een ketofunctie
staan en op C4 een hydroxylfunctie.
Door de aldocleavage maken we een dihydroxyaceton en een glyceraldehyde-6-
fosfaat moleculen. Uiteindelijk gaan we GAP en DHAP krijgen wat 2 isomeren zijn
van elkaar.
𝑓𝑜𝑠𝑓𝑜𝑓𝑟𝑢𝑐𝑡𝑜𝑘𝑖𝑛𝑎𝑠𝑒
 Fructose-6-fosfaat + ATP → fructose 1,6 bifosfaat




Het ketosuiker dat gevormd wordt door isomerisatie wordt gefosforyleerd met
ATP als fosfaatdonor. Het is een irreversibele reactie omdat er een transfer van
fosfaat is. We krijgen een fructose 1,6 bifosfaat dat we kunnen klieven.
Fosfofructokinase gaat de flux bepalen.


• Stadium 2: de klieving van hexose in 2 triosen




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lemmeslodders. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

80364 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,48  1x  vendu
  • (0)
  Ajouter