SAMENVATTING ANESTHESIE EN PIJN
Examen: MCQ met cesuur 62,5%
EVOLUTIE
Geschiedenis
- Tot halverwege de 19de eeuw bestond anesthesie niet, wel operaties onder lokale anesthesie
door patiënten vast te houden
- Eerste pogingen tot pijnbestrijding: opium, alcohol, alruin, hashish om toch de pijn onder
controle te houden
- 1850: eerste vorm van anesthesie = N2O = lachgas
- Vervolgens ook ether en chloroform
ð = geboorte van inhalatie anesthetica
- Ontwikkeling van ventilators: ijzeren long (massaal gebruikt tijdens polio-epidemie) à nu
moderne toestellen met geïntegreerde monitoring
à Nevenontwikkelingen in de 19e-20e eeuw
- Endotracheale tubes met cuff en laryngoscopiën
- Introductie spuiten en naalden à gaf mogelijkheid om ook IV-anesthetica te ontwikkelen
o Thiopental, ketamine, propofol
§ Propofol bestaat bijna 30 jaar à meest gebruikt inductiemiddel tot op heden
- Opiaten zoals fentanyl, analogen, morfine, remifentanil à relatief oude producten
- Pijlgif = curare: indianenstammen waarbij pijlgif werd geschoten
naar prooien, werden verlamd en niet geanestheseerd à pas na
1950 vooraleer de eerste spierverslappers op de markt zijn
gekmoen
- Monitoring tot 1980 (links) à rechts: verschillende parameters
worden geïntegreerd in monitor (kleur, pols, BD, stethoscoop, EKG)
- Lokale en locoregionale anesthetica
o Inca indianen: cocaïne à oogarts in 1884 ging cocaïne gebruiken als een lokaal
anesthetica van het oog à dan cocaïne leren kennen als drugtoepassing, is verboden
geweest à heeft geduurd tot er nieuwe LA zijn ontwikkeld vooraleer de lokale en
locoregionale anesthesie zijn vlucht heeft genomen
o Nu niet meer weg te denken à massale toepassing
§ Spinale, epidurale, plexus
§ Perifere blocks à met echografie geplaatst
§ Lokale infiltratie met lokale anesthetica
1
, ð Vnl technologie en wetenschappelijke ontwikkelingen die ervoor gezorgd hebben dat
anesthesie veilig is
ð Verdere specialisatie van de chirurgische disciplines à subdisciplines in de anesthesie
ontwikkeld
o Je kan geen specialist in de anesthesie meer zijn à je moet altijd een verdere
specialisatie moeten ontwikkelen: cardiovasculaire, obstetrische, pediatrische, loco-
regionale
à Taken van de anesthesist:
- Aanvankelijk enkel in het operatiekwartier
- Geëvolueerd à operatiekwartier, spoed, pre-operatieve raadpleging, INZO, pijnkliniek,
management functies, …
Algemeen
Algemene anesthesie = een medicamenteus geïnduceerde vorm van omkeerbare onderdrukking van
het CZS
- Er gaan veranderingen in het gedrag en/of perceptie komen op schadelijke stimuli
- We krijgen: bewustzijnsverlies, analgesie, amnesie, spierverslapping en een onderdrukking
van autonome reflexen
Elementen van algemene anesthesie
à 3 kenmerken die de kern vormen van algemene anesthesie
- Bewusteloosheid en/of sedatie
o Verschillende gradaties van bewusteloosheid
o Altijd gepaard met amnesie (= geheugenverlies)
- Pijnstilling met opiaten
- Spierverslapping
à Daarnaast:
- Protectie van patiënt tegen autonome reflexen bv vagale reactie, bradycardie bij bv een
oogoperatie, extreme salivatie, ook beschermen tegen de stressrespons die chirurgie zal
uitlokken
o Chirurgie geeft aanleiding tot inflammatie en vrijzetting van cytokines à die
stressrespons zoveel mogelijk onderdrukken gebruik makend van locoregionale
technieken (bv een epidurale)
- Peroperatieve stabilisatie
2
, Hemodynamisch: bv bloeding à bloeddrukdaling + het vochtbeleid aanpassen ifv
o
het bloedverlies en type heelkunde
o Respiratoir: oxygenatie en ventilatie ifv de ingreep
§ Laparascopische ingreep met het inblazen van CO2 à ventilatie aanpassen!
o Stolling controleren
o Controle op glycemie, zuurbase-evenwicht, elektrolyten concentratie
- Antagonisatie van de algemene anesthesie
Pre-medicatie
à Gebruik:
- Doel
o Anxiolyse = de patiënt rustig krijgen voor de chirurgie
o Vorm van pijnbestrijding bv bij een amputatie à preoperatief epidurale instellen om
fantoompijn zoveel mogelijk te bestrijden
o Voorkomen van complicaties
- Premedicatie als anxiolyse wordt veel minder toegepast dan vroeger
o Patiënt moet net voor hij op de operatietafel wordt gelegd kunnen aanduiden welk
been, oog, … wordt geopereerd + de identificatie van de patiënt is heel belangrijk =
markage en identificatie
o Meer belang aan toekennen van juiste informatie
o Ouders toelaten bij de inductie van hun kinderen
o Enkel bij heel zware ingrepen = cardio, thoraco-abdominaal à soms nog lichte vorm
premedicatie toedienen
à Welke premedicatie
- Meestal een sedativum of anxiolyticum
- Parasympaticolyticum ter preventie van bradycardie
o Uitzonderlijk bij kleinere baby’s
- Farmaca als voorbereiding
o Chronische medicatie voortzetten (wat patiënt vooraf al nam)
o PONV profylaxe: post operatieve nausea en vomiting = belangrijke complicatie na
anesthesie à proberen vermijden door de juiste premedicatie
o Anti-thrombotische profylaxe
o Anti-aspiratie (zwangere!)
o Anti-allergie bij de patiënten die gekend zijn met een polyallergie
Types anesthesie
- Algemene anesthesie
3
, - (Locale) en regionale anesthesie
- Vaak een combinatie van beide
Gradaties in sedatie
- Verschillende gradaties: we kunnen variëren van een patiënt met volledig bewustzijn naar
irreversibel coma
o Bewuste sedatie: patiënt die nog coöperatief is, nog relatief wakker + intacte
reflexen
o Diepe anesthesie: patiënt is niet bewust, kan niet
samenwerken, protectieve reflexen zijn niet meer
beschermd à steeds amnesie aanwezig maar ook
verhoogd risico op peri-operatieve complicaties
à Verschillende schalen
- Wilson scale
- OAA/S: observer’s assessment of alertness/sedation
- Tabel: combinatie van beide
o Als we bv een beperkte hoeveelheid dormicum geven à patiënt is nog altijd alert,
kan nog altijd antwoorden, spreekt nog altijd, kan ogen openen à geen probleem
hemodynamisch of met de luchtweg
o Eerste 3 scores: patiënt nog altijd in staat samen te werken met de arts
o Als je sedatie gaat opdrijven kom je in een score van 4
o Sedatie opdrijven tot score 4: enkel nog maar reageren op pijn, weinig
communicatie, ogen steeds gesloten
§ Hemodynamisch meestal nog geen probleem
§ Wat met de vrije bovenste luchtweg? Wat met de spontane ademhaling?
o Score 5: algemene anesthesie = geen sedatie meer want patiënt gaat niet meer
reageren en de ogen niet meer openen
§ Probleem met vrije luchtweg + depressie van de ademhaling
§ Evt hemodynamische veranderingen: bradycardie of hypotensie
ð Algemeen:
o 1-3 = sedatie
o 4-5 = diepe anesthesie = algemene anesthesie
4