1
Economie
1. Wat is economie?
1.1. Keuze, veranderingen, opportuniteiten en uitdagingen
1.2. Definitie van economie
Schaarste, keuzes maken, stimulansen (beloning of bestraffing),
de wetenschap van keuzes, bruto binnenlands product
1.2.1. Micro-economie
Keuzes van individuen en ondernemingen, markten, overheden
1.2.2. Macro-economie
Effecten van keuzes op nationale en globale economie
1.3. Twee grote economische vragen
1.3.1. Wat, hoe, wanneer, waar en voor wie?
Wat: verandert, technologie, goederen en diensten
Hoe: productiefactoren (arbeid, kapitaal, grond, ondernemerschap),
menselijk kapitaal, natuurlijke rijkdommen, hulpmiddelen, organiseren
Wanneer: recessie, conjunctuurcyclus, economische groei
Voor wie: arbeid geeft loon, kapitaal geeft interest, grond geeft huur/pacht,
ondernemerschap geeft winst, vergoedingen van de factoren
1.3.2. Hoe zorgen we ervoor dat het streven naar eigenbelang ook positieve
gevolgen heeft voor het algemeen belang?
Juiste dingen, meeste gebaat (nut), openbaar bezit, globalisering,
technologie, terrorisme, Covid-19, big business, farmacie, …
1.4. De economische manier van denken
1.4.1. Keuzes en afwegingen
Schaarste en keuzes centraal, “trade-off”, wat (hoe inkomsten spenderen),
hoe (alternatieve productie), voor wie (verdeling van koopkracht,
“big trade-off”, gelijkheid en efficiëntie)
1.4.2. Keuzes vandaag met gevolgen voor morgen
Kwaliteit van economisch leven, nu consumeren of investeren voor later,
1.4.3. Opportuniteitskost
Gemiste kans, hoogst gewaardeerde alternatief
1.4.4. Kiezen “op de marge” - het concept “marginaal”
Baten en kosten van laatste eenheid (toename), opbrengst en kost
1.4.5. Beantwoorden aan de stimuli
Opbrengst overschrijdt kost, kost overschrijdt opbrengst, sleutel tot belang
1.4.6. Menselijke aard, stimuli en instellingen
Uit eigenbelang, niet egoïstisch, rol van instellingen (stimuli), rechtsstaat
1.5. Economie: een sociale wetenschap
Oorzaak en effecten, observatie, modellen bouwen en testen, ceteris paribus
, 2
2. De economische uitdaging
2.1. Productiemogelijkheden en opportuniteitskost
Productiemogelijkhedenlijn (PPF), beschikbare productiefactoren, ceteris
paribus, schaarste, productie-efficiëntie op de lijn, foutief toewijzen,
afwegingen, opportuniteitskost, inverse, concaaf, propere lucht in
rijke/arme landen
2.2. Efficiënt gebruik van middelen
2.2.1. De PPF en de marginale kost
MC-curve, over het gemiddelde van een range
2.2.2. Voorkeuren (preferenties) en marginale opbrengst
Wensen en afkeer, wil betalen of opgeven, dalende marginale opbrengst,
variatiegeneigdheid, fysiologische, technologische limieten, marginale
opbrengstcurve
2.2.3. Efficiënt gebruik van middelen
Productie-efficiënte op PPF, toegewezen efficiëntie, geprefereerd punt,
margniale opbrengst gelijk aan marginale kost, studeren vs ontspanning
2.3. Economische groei
Uitbreiding productiemogelijkheden en verhoging levensstandaard,
technologische veranderingen/verbeteringen, kapitaalaccumulatie,
pizza ovens, EU en Hong Kong
2.4. Voordeel uit specialisatie en handel
2.4.1. Vergelijkend of comparatief voordeel
Lagere opportuniteitskost dan anderen, productiever geeft absoluut voordeel
2.4.2. Het bereiken van winst uit handel
Meer produceren aan comparatief voordeel, handelslijn, meer welvaart
2.5. Keuzes en toewijzingen van middelen coördineren
2.5.1. Type-instellingen
Bedrijven (regels), markten (informatie en zaken), eigendomsrechten, geld
2.5.2. Circulaire stromen in een markteconomie
Keuzes van huishoudens en bedrijven, producten en factoren zelfde richting,
geld tegenovergestelde richting
2.5.3. Hoe coördineren markten keuzes
Prijzen passen zich aan, markten coördineren door prijs-aanpassingen
, 3
3. Vraag, aanbod en marktevenwicht
3.1. Prijs en opportuniteitskost
Competitieve markt, geldelijke prijs, relatieve prijs (geldelijke prijs/alternatief)
3.2. Vraag
3.2.1. Definities
Willen, veroorloven, kopen, behoeften, gevraagde hoeveelheid
3.2.2. De wet van de vraag
Ceteris paribus, hoe hoger de prijs, hoe lager de gevraagde hoeveelheid,
substitutie effect, inkomenseffect
3.2.3. Vraagcurve
Gevraagde hoeveelheid en prijs, ceteris paribus, betalingsbereidheid
en -mogelijkheden, marginale opbrengst
3.2.4. Vraagverschuivers
Stijgen naar rechts, prijs van gerelateerde goederen (substitudiegoed,
complementair goed), verwachte toekomstige prijs, inkomen (normaal goed,
inferieur goed), verwacht toekomstig inkomen, populatie, voorkeuren,
beweging langs de vraagcurve is verandering van gevraagde hoeveelheid
3.3. Aanbod
3.3.1. Definities
Middelen, winst, verkopen, productiefactoren, middelen en technologie
beperken, aangeboden hoeveelheid
3.3.2. De wet van het aanbod
Ceteris paribus, hoe hoeger de prijs, hoe groter de aangeboden hoeveelheid,
marginale kost stijgt
3.3.3. Aanbodcurve
Aangeboden hoeveelheid en prijs, ceteris paribus, minimumaanbodprijs,
marginale kost
3.3.4. Aanbodverschuivers
Prijzen van productiefactoren, prijzen van gerelateerde geproduceerde
goederen (substitutiegoederen, complementair in productie), verwachte
toekomstige prijzen, aantal aanbieders, technologie, ecologische factoren,
beweging langs de aanbodcurve is verandering van gevraagde aangeboden
hoeveelheid