Een ultravolledige samenvatting voor het vak Mediarecht aan Ugent gegeven door Eva Lievens en Dirk Voorhoof. De samenvatting bevat de lesdia's, notities van de les, gastsprekers, voorbeeld examenvragen, delen van het handboek alsook verwijzingen naar de artikelen uit het wetboek.
,Examen
Schriftelijk examen met gebruik van wetboek
Inzicht in de hoofdlijnen/basisprincipes
Soorten vragen:
Meerkeuzevragen
Toepassingsvraag
- Verplaats je in de situatie
- Wees niet te snel tevreden!
- Niet te algemeen, wel concreet en relevant
- Haal àlle toepasselijke zaken aan (meestal meer dan één)
- Verwijzen naar artikels uit het wetboek
- Voorbeelden uit de les geven
- Link naar actualiteit
Kernwoorden/centrale begrippen
Situeer en bespreek-vraag
Vraag over concrete rechtszaken die aan bod zijn gekomen
Zeker een vraag omtrent actualiteit
wat zijn de relevante juridische aspecten in dit artikel?
o link naar de lessen leggen
o link leggen naar de wetten waarop het artikel van toepassing
is
Zeker een vraag over het gekozen Engelstalige artikel (minerva)
Hoe aanduiden in het wetboek?
Wat mag?
Fluo
Onderstrepen
Onbeschreven post-its
Titels van hoofdstukken uit de inhoudstafel schrijven op de post-its
Wat mag niet?
Schrijven in het wetboek
Extra info op post-its
Extra wetgeving mag/kan (louter wettekst)
,Tips
Toon aan dat je inzicht hebt in de relevante mediarechtelijke aspecten
Feitelijke elementen volstaan niet (vb: bij actua-vraag)
Bekijk de structuur en opbouw van het handboek!
Gebruik je wetboek! Ook bij het studeren!
Vind je de juiste wet niet onmiddellijk? Denk logisch na, gebruik de
inhoudstafel en het trefwoordenregister
Vermeld relevante wetgevende bepalingen: wet + artikel(s)!
Lees de vraag! Soms bestaat een vraag uit meerdere delen:
Vb: Situeer, duid de relevante wettelijke bepaling(en) aan en illustreer met een
voorbeeld uit de rechtspraak
Deel je tijd zorgvuldig in! 2,5u
Richtlijn: aantal punten per vraag
Spring aub zorgvuldig om met de examenkopij! Antwoord op een gestructureerde wijze
en in de gevraagde volgorde
Voorbeeld examen mediarecht 2014-2015
Vraag 1: Meerkeuzevraag (5 punten)
Kan het JEP boetes opleggen? Enkel antwoord 3 (JEP kan geen boetes opleggen )
Vraag 2: Bespreken van een actuele rechtszaak ivm mediarecht (20 punten)
“Hoe ver reikt de vrijheid van meningsuiting?”
1) Burgerlijke procedure:
a. Recht op antwoord
b. Schadevergoeding (Burgerlijk rechtb.: heeft de journalist zich als een
goede journalist gedragen + vbn van rechtspraak in verwerken)
2) Strafrechterlijke procedure:
a. Respect voor menselijke waardigheid
Klacht bij de RvdJ indienen
Vraag 3: Leg uit “identiteit van reclame” + twee vbn met beslissingen van de VRM
(15 punten)
Vraag 4: Kan een programma uitzendverbod krijgen? Leg uit. (10 punten)
Vraag 5: Actualiteit (4x5 punten)
Geef kort toelichting bij de bijzondere aspecten van het mediarecht en de toepasselijke
wettelijke / zelfregulerende bepalingen die in de volgende zaken aan bod kwamen
a. Comedy Kings / Alex Agnew
b. Matthias Schoenaerts
c. Kirsten Janssens en De Ideale Wereld
d. Welp
,Inhoud van de cursus
Deel I
De vrijheid van expressie en informatie: de grondrechtelijke bescherming, restricties,
aansprakelijkheid en rechtsbescherming federaal, algemeen recht
Deel II
Regulering betreffende de audiovisuele media in Vlaanderen
Deel III
Media, reclame en journalistiek: zelfregulering en zelfcontrole zelfregulering (reclame
& journalistiek
Minder belangrijke hoofdstukken:
7. Het recht van antwoord
9. Media en opiniepeilingen
13. Radiodiensten
14. Televisiediensten
17. Dienstenverdelers en netwerkoperatoren
, Eerste aanleg ↔ beroep
= eerste inhoudelijke behandeling = tweede inhoudelijke behandeling voor een
=> wie heeft gelijk? ander rechtscollege
≠ hof van beroep
Vonnis ↔ arrest
= uitspraak door rechtbank(1e aanleg of = uitspraak door het (hoger) hof
lager)
kan tegen ingegaan worden
Strafprocedure ↔ civiele procedure
= strafrechtelijke vordering = burgerlijke vordering
= verdachte van een feit dat als misdrijf = geschil tussen burgers/private
wordt beschouwd partijen/rechtspersonen
Vervolging door het openbaar wordt beslecht door een rechter die
ministerie optreedt als arbieter (bemiddelen tussen de
Geen bemiddeling, wel kijken of het partijen)
misdrijf al dan niet gepleegd werd
straffen?
Wet ↔ decreet
= op federaal niveau = gemeenschapsniveau
= Belgische wetgeving Vb: Vlaams
Richtlijn
= opgesteld door EU en moeten in elk land in wetten gegoten worden
Grondwettelijk Hof
= hoger hof
= arresten gewezen/geformuleerd die macht hebben op maatschappelijk niveau
= mogelijk conflict tussen grondwet en wetten opgesteld door ministers (of andere hogere
wetten die conflicteren met lagere wetten)
Hof van Assisen Hof van Cassatie
= bevoegd voor misdaden, = hoogste rechtscollege
drukpersmisdrijven en politieke misdrijven ≠ derde aanleg
Is met een volksjury (12) onderzoekt enkel:
Geen hoger beroep mogelijk, wel - of de wet juist werd geïnterpreteerd en
cassatie toegepast, en
- of de procedureregels werden nageleefd
- alleen voor vonnissen en arresten in
laatste aanleg
, Europees Hof van Justitie ↔ Europees Hof van de Mensenrechten
= houdt toeziet op een coherente = een Europees gerechtshof waar individuen,
toepassing en naleving van groepen, organisaties en landen een klacht
de Europese wetgeving kunnen indienen tegen een lidstaat van de
Raad van Europa. Het betreft klachten over
het Europees Verdrag voor de rechten van de
mensen en de fundamentele vrijheden
(EVRM)
EU ↔ Raad van Europa ↔ UN
= een uit 28 = orgaan dat instaat voor de = United Nations
Europese landen bevordering van de democratie = Verenigde Naties (VN)
bestaand en de mensenrechten in geheel = een intergouvernementele organisatie
statenverband Europa die samenwerkt op het gebied van het
= het bevorderen van de eenheid internationale recht, mondiale
tussen de lidstaten, met name veiligheid, behoud van mensenrechten,
door het sluiten van onderlinge ontwikkeling van de wereldeconomie
verdragen (vb: EVRM) en het onderzoek naar
géén onderdeel van de maatschappelijke en culturele
Europese Unie ontwikkelingen
Kort geding
= een versnelde civiele procedure voor zaken waarbij de eiser niet kan wachten op de afloop
van een gewone procedure
De voorwaarden voor een kort geding:
- het gaat over dringende zaken
- de beslissing enkel van voorlopige aard is
- dat de beslissing de zaak geen nadeel berokkent
, Inleiding
Situering van het mediarecht als rechtsgebied
“De beste perswet is geen perswet”
In de 19de eeuw was men van mening dat de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid
het best kon gewaarborgd worden door een afwezigheid van wetgeving en het achterwege
blijven van overheidstussenkomst.
Regulering van media wordt gezien als
een beperking van de onafhankelijkheid (controlemiddel)
een beperking van persvrijheid en vrijheid van meningsuiting: hoe minder
wetgeving hoe beter
Toen België onafhankelijk werd, werd in de grondwet vastgelegd dat er geen
perswetgeving mocht komen
Men had net terug zijn vrijheid herwonnen
Perswetgeving zou een controlemiddel zijn
Er moet kritiek op het regime en leger mogelijk zijn
De voorbije decennia is er een nadrukkelijker tussenkomst aanwijsbaar van de overheid met
betrekking tot de organisatie van de massamedia en de uitoefening van de vrijheid van expressie
en informatie.
Expressievrijheid werd gedeeltelijk beknot:
Laster en eerroof zijn niet toegestaan
Expressievrijheid is toegestaan maar men mag anderen geen schade
berokkenen
Uitbreiding van het expressierecht
Wet op recht van antwoord
Regulering vooral mbt audiovisuele media
De tussenkomst van de overheid
o is niet restrictief-censurerend
o maar wel regulerend-organiserend-stimulerend
De wetgeving is vooral gericht op een globaal en samenhangend mediabeleid
Doelstellingen van algemeen belang
Vb: pluralisme, redactionele autonomie, bescherming minderjarigen,
toegang tot informatie/programma’s, eerlijke concurrentie…
Vb: privéactoren kunnen een grote invloed hebben op het hele
medialandschap Berlusconi bezit veel media en zorgt zo voor een
beperking van persvrijheid en maakt eerlijke concurrentie onmogelijk
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur MarketeerGent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.