Samenvatting Antropologie en sociaal werk, ISBN: 9789001865245 Samenleving En Diversiteit
28 vues 1 fois vendu
Cours
Samenleving En Diversiteit
Établissement
Hogeschool Windesheim (HW)
Book
Antropologie en sociaal werk
Samenvatting Samenleving en diversiteit (antropologie). Ik heb dit vak gevolgd aan het Windesheim Zwolle. Met deze samenvatting heb ik een 7.8 gehaald.
Samenvatting Samenleving en diversiteit Zeker een voldoende1
Tout pour ce livre (32)
École, étude et sujet
Hogeschool Windesheim (HW)
HBO Social Work
Samenleving En Diversiteit
Tous les documents sur ce sujet (27)
Vendeur
S'abonner
maud6
Avis reçus
Aperçu du contenu
Inleiding:
Sociaal werk wordt vaak als een praktisch en niet-wetenschappelijk beroep
beschouwd. De antropologie als sociale wetenschap kan daarbij helpen.
Antropologie bestudeert: de wisselwerking tussen de leefwereld en
systeemwereld van mensen.
Om door de ogen van de ander te leren kijken en te werken gaan we
antropologisch leren denken. Een antropoloog bestudeert de filosofische
vraag nar het wezen van de mens, dus was de mens specifiek tot mens
maakt. Dit wordt ook wel een existentiële vraag genoemd.
Andere existentiële vragen ook wel wijsgerig antropologische vragen:
- Is de mens van nature goed
- Is de mens rechtvaardig
- Kan de mens op eigen kracht leven
- Kan de mens zich schikken ten behoeve van andere
- Hoe verhouden lichaam, geest en cultuur zich tot elkaar
- Zijn we een product van de evolutie of zijn we geschapen door goden
of instituten
Sociaal antropologische vragen:
- Hoe ontstaat maatschappelijk ongelijkheid
- Hoe solidair zijn individuen met elkaar
Cultuur antropologische vragen:
- Wat is de overeenkomst tussen een wijk en een stam
Hoofdstuk 1
1.2
De culturele antropologie als wetenschap is ontstaan in de tijd van de
industriële revolutie en de daarmee gepaarde koloniale expansie. In de 19e
eeuw werd Groot-Brittannië een van de machtigste landen ter wereld. Veel
grondstoffen die werden verwerkt in Engelse fabrieken, kwamen uit delen
van Azië, Amerika en Afrika. Er was grote concurrentie en Engeland
verbreedde daarom haar markt. De meest zeker manier om gebieden als
grondstofleverancier te gebruiken, is zoveel mogelijk gebieden veroveren.
We spreken dan van kolonialisme.
,Na 1850 gingen de moederlanden zich meer bemoeien met het bestuur van
de kolonies, zo kregen ze ook inspraak op het bestuur in een land. Deze
tweede periode van kolonisatie wordt het modern imperialisme genoemd.
Modern imperialisme: het proces waarbij andere landen hun macht willen
uitbreiden
De drie behoeften waren:
- Grondstoffen
- De afzetmarkt
- Het opbouwen van een groot koloniaal rijk
Mede door de industrialisatie kreeg West-Europa in de loop van de 18e en
19e eeuw, een grote voorsprong op andere werelddelen wat betreft
wetenschap, industrie en techniek. Veel antropologen vonden dat zij de taak
hadden om in de rest van de wereld ook voor de vooruitgang te zorgen.
1.3
Culturele antropologie bestaat uit 3 Latijnse woorden:
Kolere: cultuur
Antropos: mens
Logos: wetenschap
Een cultureel antropoloog ziet de mens dus als cultureel wezen. Cultuur
verwijst naar het patroon van de menselijke activiteit en de symboliek die
deze activiteit een betekenis geeft. Cultuur kan als veel verschillende dingen
worden gezien, de een ziet cultuur als alles wat door de samenleving wordt
voortgebracht, de ander ziet cultuur als kunst, muziek, wetenschap etc.
Zoals net al benoemd, bestaan er uiteenlopende definities van cultuur.
Iedere schrijver geeft vanuit zijn eigen invalshoek een andere definitie. Toch
zijn er 3 belangrijk om te weten:
- Cultuur is aangeleerd
Cultuur kan niet worden overgeërfd via de genen. Die genen zijn altijd voor
iedereen min of meer hetzelfde. Ook dingen die we doen huwen, opvoeden,
werken en emoties delen we met zijn allen. De manier waarop ze geuit
worden, verschilt wel per cultuur. Dat komt omdat cultuur aangeleerd wordt
door onze sociale omgeving. Vooral de natuurlijke omstandigheden waarin
mensen moesten overleven bepaalden de basis van de leefregels, de zeden
en gewoonten van groepen. In een Amazonegebied hebben ze andere
omgangsregels dan bij de noordpool of Europa. Cultuur geeft betekenis aan
,de wereld om ons heen. De betekenisgeving is nodig om de wereld om ons
heen te begrijpen. Dat is een universele behoefte van mensen. Om het
onverklaarbare verklaarbaar te maken, anders voelen we ons onzeker en
onveilig. Daarvoor zijn we leefregels, rituelen en taboes nodig om de groep
bij elkaar te houden.
- Cultuur is aan verandering onderhevig
Een cultuur kan veranderen. Als de leefomstandigheden veranderen,
veranderen de normen, waarden en regels mee. Zo is onze samenleving van
jagers en verzamelaars naar een stedelijke samenleving veranderd. Nu
veranderen onze culturen nog steeds door globalisering. Onze open grenzen
en vrij verkeer van goederen en diensten zorgt ervoor dat de culturen over
de hele wereld sterk veranderd. In Nederland eten we bijvoorbeeld Japans en
Zuid-Amerikaans. Terwijl in Amerika ze nu allemaal een stroopwafel eten. In
dit verband spreken we ook wel van creolisering van culturen, waarmee
wordt bedoeld dat door wederzijde beïnvloeding van culturen, een nieuwe
samengesmolten cultuur ontstaat.
Dit gebeurt vooral onder migranten. Sommige migranten zullen zeggen dat
ze bijvoorbeeld een Marokkaanse Nederlander zijn. We noemen dit ook wel
een transnationale identiteit. Migranten zijn dan met de 2 landen
betrokken en loyaal naar de 2 landen toe.
- Cultuur is situationeel bepaald
Door de economische eenwording van de wereldmarkt, globalisering,
migratiestromen komen we ook steeds meer in aanraking met subculturen.
Zo ben je een familielid, student of kerkgenoot. Als mens behoor je tot
meerdere groepen. Al deze groepen hebben een eigen cultuur en
verwachten dat je je aanpast aan de “codes”. We spreken in dit verband van
cultuur als situationeel bepaald. Er wordt verwacht dat je kan schakelen
tussen de verschillende groepen en je identiteit op verschillende manieren
kan vormgeven.
1.4
Om de veroverde koloniale gebieden te verkennen werden antropologen al
het “veld” ingestuurd (veldwerk). Deels omdat antropologen graag
levenswijzen wilden vastleggen die met de komst van het kolonialisme snel
aan het veranderen. En deels omdat antropologen wilden doordringen tot de
“wezenlijke” of “elementaire” vormen van institutie van de primitieve mens.
Dit was revolutionair omdat culturen voorheen bestudeerd wereld als
“menselijke dierentuinen zonder geschiedenis”.
, In de 20e eeuw deed de antropoloog Morris Malinowksi als eerst de stap
om een ver vreemd volk van binnenuit te bestuderen en deed dat door zich
langdurig onder te dompelen in hun leven.
Dit noemen ze ook wel emic-perspectief. De emic-benadering gaat uit van
het bestudeerde binnen het systeem van een cultuur en de structuur
daarbinnen, maar niet het systeem zodanig. Hierbij kunnen we ook spreken
van het “insiderperspectief” dat uitgaat van onderzoek vanuit de
persoonlijke ervaring of de cultuur waarvan de onderzoeker deel uitmaakt.
Emic-benadering = bestudeert die cultuur vanuit binnenuit, dus hoe je het
zelf ervaart.
Morris maakte gebruikt van de participerende observatie. Ook wel
participeren = meedoen en observatie = waarnemen.
Hierbij maken antropologen onderscheid in het verbant van “frontstage” en
“backstage”.
Frontstage identiteit: de publieke identiteit die mensen graag laten zien, ziet
er soms positiever uit dan het echt is.
Backstage identiteit: een privé identiteit, die mensen liever voor zichzelf
houden en niet snel willen laten zien.
Om deze reden moeten antropologen ook minimaal 1 jaar in de
gemeenschap blijven.
Daarnaast moeten antropologen goed kunnen observeren. Observatie is
bewust kijken hoe iets gebeurt of iemand zich gedraagt. Observeren doe je
opzetten en met een doel. Een antropoloog stelt van tevoren al af welke
levensterreinen hij gaat observeren.
Going native = syndroom waaraan je leidt als je heel lang betrokken bent bij
iemand. Je gaat je identificeren met de cultuur die hij onderzoekt.
Sociologische verbeeldingskracht= leer je een sociaal probleem van
meerdere perspectieven te bekijken, bijvoorbeeld micro-meso-macro niveau
of individuele problemen versus institutionele en samenlevingsproblemen.
1.5
Een belangrijk voordeel is dat de participerende observatie mooie
beschrijvingen zoals een boek met zich meebrengt. De Amerikaanse
antropoloog Clifford Geertz (1973) spreekt over thick description. Dit
houdt in dat observaties in het werkveld worden beschreven in een dagboek.
Alles wordt gedetailleerd opgeschreven.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur maud6. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.