THEORETISCHE EN HISTORISCHE GRONDSLAGEN
HOOFDSTUK 1: KENMERKEN VD MODERNE WETENSCHAP
1. Wat is wetenschap?
Wat is de rol v verklaringen in de wetenschap? Wat zijn theorieën?
Veranderingen vd theorieën in de wetenschap, sommige worden vervangen of
gereduceerd. Wetenschap als visie op de wereld.
2. Wetenschap, geschiedenis en psychologie
De 3 woorden die dit vak beschrijven.
1. Plato zei al dat de verwondering de basis vormt van de filosofie. Alle
wetenschappen, ook de psychologie, behoorden oorspronkelijk tot de
filosofie. De psychologie is één vd jongste en laatste wetenschap die los
kwam te staan vd filosofie (19de eeuw).
2. Psychologie betekent psyche-logos, letterlijk de studie van de ziel.
Filosofen over de hele wereld worstelden met de aard van de ziel: wat
is de aard vd ziel? De functies? Relatie met lichaam? Hoewel
psychologen de term ‘ziel’ liever niet gebruiken, en de voorkeur geven
aan het minder religieus getinte begrip ‘geest’ of ‘cognitie’, bleven de
vragen dezelfde. Zelfs psychologen die de psychologie niet definiëren
als de studie van de geest maar van het gedrag, proberen dergelijke
vragen te beantwoorden.
3. Hoe kennen we de wereld? Een vraag die de filosofie zich vaak stelde.
Dit is het domein van de epistemologie (episteme betekent kennis).
Hoe mensen de wereld kunnen kennen is een vraag die te maken heeft
met gewaarwordingen, perceptie, geheugen en denken. Dit is het
huidige domein van de cognitieve psychologie.
4. Ethiek: hoe moeten we ons gedragen? Hoewel ethiek in essentie gaat
over hoe mensen zich zouden moeten gedragen, praktische ethische
vragen hangen sterk af van de visie die men heeft op de menselijke
aard.
, 2
- Zijn mensen goed v nature? Wat zijn de menselijke motieven?
Welke heilzaam? Welke onderdrukken? Zijn mensen v nature
sociaal? Hoe leiden we een ‘goed’ leven?
Deze vragen zijn in principe niet wetenschappelijk en hebben een
beetje subjectiviteit. Maar dergelijke vragen zijn in feite psychologische
vragen en kunnen deels worden beantwoord door psychologisch
onderzoek (abortus, euthanasie). De psycholoog gebruikt daarbij zijn
wetenschappelijke kennis om het gedrag of gevoelens van mensen te
veranderen in de gewenste richting.
Dat betekent echter niet dat de psycholoog zomaar alles aanneemt vd
cliënt. De psy zal soms ingaan tegen de wensen en verwachtingen van
de cliënt. Dus ook de psycholoog hanteert ethische principes.
Wetenschap is op zich waarde-neutraal, maar omdat kennis macht is
(Francis Bacon), moet die kennis worden ingezet voor de ‘juiste’ of
‘goede’ doelen.
5. Hoewel de grondslagen van de psychologie te vinden zijn in de filosofie,
komt de inspiratie voor het creëren van een onafhankelijke wetenschap
van de biologie. Het idee dat de functies die filosofen toeschreven aan
de menselijke geest afhankelijk zijn van onderliggende
hersenprocessen was al aanwezig bij de oude Grieken maar werd een
overtuiging in het midden van de 19de eeuw.
De grondleggers van de psychologie hoopten dat door de fysiologie
te bestuderen, wat eerst speculatief filosofische en religieuze ideeën
waren, de status kon verwerven van een echte natuurwetenschap.
Een jongere tak van de biologie, de evolutieleer, vormde ook mede
de grondslag van de wetenschappelijke psychologie. En de recente
benadering vd psy (cognitieve neurowetenschap) kan bestudeerd
worden door de komst vd 21 ste -eeuwse technieken om het brein te
bestuderen.
3. Beeld van de moderne wetenschap
De Newtoniaanse stijl: Newton was de eerste die bijdroeg aan de
moderne stijl van wetenschappelijke verklaring. Hij ziet een wetmatigheid
, 3
als een ‘korte samenvatting’ van de werkelijkheid niet meer dan dat. Hij
definieert zijn wetenschappelijke benadering als het onderzoek naar een
beperkt aantal wetten waarvan geobserveerde regelmatigheden in de
natuur kunnen afgeleid worden. Dus volgens hem zijn het vooral de
uitkomsten van de observaties en experimenten die hij uitvoert die
doorslaggevend zijn. Hij zal geen verklaring geven! Hij zegt zelf: “
Hypotheses non fingo.’ Dit betekent dus dat hij geen hypotheses
opstelde, hij wilde geen achterliggend mechanismen verzinnen die aan
de basis liggen van de zwaartekracht! Dit zou volgens hem tot
theologische en metafysische (filosofische) verklaringen leiden (teveel
WAAROM- vragen). Een wet is een instrument om de werkelijkheid te
begrijpen, hij ging uit van het positivisme. Alleen wat we kunnen
waarnemen is belangrijk. ‘Stick to the facts’, geen speculaties, geen
verzinsels.
Positivisme: Een van de aanhangers van het positivisme is de socioloog
Auguste Comte (zelfde denken als Newton). Deze stroming gaat ervan
uit dat wetenschap de enige bron van geldige kennis is. Het zijn vooral de
observeerbare feiten die geldig zijn, niet de hypothetische verklaringen.
ENKEL descriptie GEEN verklaring. Er is dus een afwijzing van alle
filosofie en theologie, van elke normatieve kennis of ethiek en van alle
kennis die zintuiglijk niet controleerbaar is. Comte paste dit ook toe op de
samenleving (sociologie), wat leidt tot vormen van social engineering.
Volgens het positivisme zijn wetten samenvattingen van observaties, geen
essenties van de natuur. Dus men verkrijgt eigenlijk de wetten NA de
observaties. Twee doorslaggevende termen die bij het positivisme horen
zijn predictie en controle. Predictie: a.d.h.v. bepaalde wetten of
theorieën (vb. wetten van Newton) kunnen wetenschappers toekomstige
gebeurtenissen voorspellen. Controle: kennis van wetmatigheden maakt
dan uiteindelijk de controle van de natuur mogelijk. Kennis is macht, zou
Francis Bacon zeggen.
Er zijn problemen met deze denkwijze!! Denk nazi’s, marxisme.
, 4
4. Soorten verklaringen
Deductief-nomologische verklaring: Afleiding uit wetmatigheden
(nomos= wet), over objectief en rigoureus testen van wetmatigheden
Hermeneutisch begrijpen : Verstegen: begrijpen, kunnen inbeelden. Dit
is typisch voor humane wetenschappen, psychologen doen dit als ze met
mensen praten. Dit kan je enkel vanuit je eigen culturele, sociale, morele
achtergrond.
Functionele en teleologische verklaringen: Functies en doelen. Bv.
adaptatie heeft een doel, voeten en benen hebben een doel (vooral
biologie). Het doel (teleos) wordt gezien als een verklaring voor een
fenomeen. Ook complexe organismen zoals mensen, dieren, computers,…
kunnen uitgelegd worden i.f.v. doelen.
Causale benadering: Achterliggende mechanismen (‘oorzaak’ beetje
taboe door newtoniaanse)
5. Deductief-nomologische verklaring
De nomologische benadering werd sterk bepleit door de Wiener Kreis
(1920–1938). Dat was een groep van wetenschapsfilosofen die in Wenen
verbleven en mede de basis legden voor het logisch positivisme
(analytische stroming in de filosofie die elke waarheidsclaim die niet
empirisch kan worden vastgesteld, zoals ethische, metafysische en
religieuze uitspraken, verwerpt). Het behaviorisme is nauw verbonden met
het logisch positivisme.
Ze probeerden een demarcatie (scheiden) aan te brengen tussen
wetenschap en non-wetenschap. Dit impliceerde een aantal strikte
voorwaarden voor theorieën en verklaringen.
Het Hempel-Oppenheim model (D-N-model) is een opvolging van het
Wiener Kreis model en werd genoemd naar twee logisch positivisten, Carl
Hempel en Paul Oppenheim. Volgens dit model kunnen wetenschappelijke
verklaringen gezien worden als logische argumenten. Een gebeurtenis
verklaren betekent dan dat je die gebeurtenis kan onderbrengen onder
een algemene wet.