In dit document heb ik zoveel mogelijk begrippen samengevat van het vak Anatomie m1. Ook zijn er 2 verschillende doorsnedes te vinden onder aan de begrippenlijst. Aangezien deze ook op de toets aanbod kwamen
Posterior (dorsal)= ligging richting de rug/achterkant van het lichaam.
Anterior (ventraal) = ligging aan de voorkant van het lichaam.
Mediaal = naar het midden gelegen
Lateraal = naar de zijkant
Frontaal = voorkant gelegen
Dorsaal = aan de rugkant gelegen
Proximaal = dichter bij midden/lichaam gelegen
Distaal = verder van het lichaam gelegen
Craniaal = richting het hoofd
Caudaal = richting staart/voeten
Transversaal = verticale dwarsdoorsnede
Sagittaal = horizontale dwarsdoorsnede
Frontaal = frontale dwarsdoorsnede
Inter = tussen
Costaal = tot de rib behorend
Ribben = Costa
vertebae = wervels
Clavicula = sleutelbeen
Scapula = schouderblad
Sternum = borstbeen
Thorax = borstholte
Gaster = maag ,
Cor = hart
Splen = milt , zorgt voor een goede afweer tegen bacteriën. (maken van antistoffen)
Ren = nieren
Adrenes = bijnieren , maken hormonen. De hormonen die de bijnieren maken zijn nodig om goed op
stress te reageren en voor een goede bloeddruk. Ook maken bijnieren geslachtshormonen.
Pancreas = alvleesklier
Oesophagus = slokdarm
Vertebral column = wervelkolom
Pulmo = longen
Saeptum = middenrif , diafragma . belangrijke functie bij ademhaling en belengrijkste spier waarmee
we inademen.
Intercostale spieren = groep van 11 spieren die nodig zijn voor de ademhaling, extern: inspiratie,
intern: expiratie (alleen bij borst ademhaling).
Thoracale aorta = het gedeelte van de aorta dat zich in de borstholte bevindt
Azygos systeem = bestaat uit(azygos en hemiazygos) wordt gevormd door een samenvoeging van de
opstijgende aders die hun oorsprong hebben in de tussenribruimten. Die het bloed daarneert en
vervoert naar de vena cava superior en vena cava inferior.
Trachea = luchtpijp
muscosa= elastische bekleding van de luchtpijp , 1 e laag waar luchtpijp uit bestaat
submuscosa = klierweefsel
hyalien kraakbeen= geeft stevigheid aan de luchtpijp , kraakbeen ringen.
adventitia = buitenste bekleding van de luchtpijp
trachealis = zorgt voor vernauwing van de luchtpijp. Slijmlaagje met trillhaarcellen zorgt voor
opvangen en afvoeren van stofdeeltjes.
Larynx = strottenhoofd
Bronchi = vertakking van de luchtpijp
Bronchili = systeem waardoor lucht wordt verspreid over de longen
Aveoli = longblaasjes, zorgen voor de uitwisseling van zuurstof en afvalstoffen.
, Aftakkingen van de long =Rechter deel long Trachea – bronchus principalis dexter ( voor de
vertakking) – bronchus lobularis superior( bovenste vertakking) – bronchus lobularis media
(middelste vertakking) – bronchus lobularis inferior (onderste).
Linker deel long Trachea – bronchus principalis sinister – bronchus lobularis superior – bronchus
lobularis inferior
Pleura = longvlies
Parietal pleura = wandstandig dus aan de binnenkant van de borstwand
Visceral pleura = over orgaanliggend dus over de longen heen
pleurale vloeistof = serzeuze vloeistof, zorgt ervoor dat de twee membranen over elkaar kunnen
glijden.Maar zorgen er ook voor ( met behulp van een negatieve druk) dat de vliezen stevig tegen
elkaar blijven zodat ze meebewegen bij het ademen.
Pneumothorax = klaplong , de long is van zichzelf elastisch waardoor bij een klaplong de long in
elkaar valt en de persoon moeilijkheid met ademen ondervind.
intrapulmonaire druk = gelijk aan atmosferiche druk. Belangrijk bij de ademhalingcyclus
intrapleurale druk = fluctueert een beetje gedurende het ademhalen, maar is altijd negatief t.o.v. de
intrapulmonaire druk.
Transpulmonaire druk = verschil tussen intrapulmonaire druk en intrapleura druk.
Arteriën = slagaders, vervoeren zuurstofrijk bloed naar de organen. hebben twee elastische
membranen en een dikkere spierlaag.
Venen = aders , vervoeren het bloed van de organen af richting de hart/longen. Venen hebben
kleppen.
Atrium dextrum = rechter boezem, hier stroomt zuurstofarm bloed uit het lichaam binnen.
Atrum sinister = linker boezem, hier stroomt zuurstofrijk bloed uit de longen binnen
Ventriculus sinister = linker ventrikel van het lichaam, krijgt zuurstofrijk bloed van de longen en
pompt dit bloed door naar de rest van het lichaam. Om zo op deze manier het zuurstof met de
voedingstoffen af te geven aan de rest van het lichaam.
Ventriculus dextrum = rechter ventrikel van het lichaam, ontvangt zuurstofarm bloed van het
lichaam via rechter boezem uit de vena cava inferior/superior, waarna het bloed wordt door
gepompt richting de longen om zuurstof op te halen, en carbon dioxide af te geven.
Aorta = vervoert zuurstofrijk bloed naar alle delen van het lichaam. Komt voort uit het linker
ventrikel.
Apex = punt van het hart
Mediastinum = ruimte tussen beide longen waar het hart, grote bloedvaten, de trachea, slokdarm,
lymfeklieren en de thymus zich bevinden.
Pulmonalis circuit = De bloedvaten die het bloed van de long en naar de long toebrengen en
wegbrengen weer naar het hard.
Systemisch circuit = De bloedvaten die het bloed van de rest van het lichaam naar het lichaam
brengen en weer terug.
Coronaire omloop = bloedsomloop waarbij het hart zelf van bloed wordt voorzien. Is de kleinste
bloedomloop van het lichaam. De coronaire arteriën ontspringen craniaal van de semilunaire
kleppen van de aorta. Belangrijke kranslagaders.
Pericardium = hartzakje , beschermt het hart, zet het vast aan de omgeven structuren, voorkomt dat
het hart te vol raakt met bloed. is dubbelwandig en het omslag punt bevindt zich bij de long hilus.
pariëtale pericardium = buitenkant van het hartzakje
viscerale pericardium = binneste, dunne laag van het dubbelvlies dat direct om het hart zit en ermee
vergroeid is.
Opbouw hartwand = Van buiten naar binnen:
Fibreus pericardium – parietale deel van sereuze pericardium – viscerale deel van sereuze
pericardium (= epicardium) – myocardium – endocardium – hartkamer.
interventriculaire septum = verwijst naar de driehoekige wand van hartweefsel die de linker en
rechter ventrikels (d.w.z. de onderste kamers) van het hart scheidt
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bryanslomp1. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,98. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.