Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting recht in context €5,19   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting recht in context

 24 vues  2 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

samenvatting van het boek 'Recht in context' Alles uit de syllabus jaar samengevat, dat is dus het hele boek behalve: Hoofdstuk 8, paragraaf 7 en 8 Hoofdstuk 9, paragraaf 2 Hoofdstuk 10, paragraaf 4 Hoofdstuk 11, paragraaf 1, 2 en 4 tot en met 6 o Hoofdstuk 12, paragraaf 2

Aperçu 4 sur 49  pages

  • Non
  • Alles behalve: hoofdstuk 8, paragraaf 7 en 8, hoofdstuk 9, paragraaf 2, hoofdstuk 10, paragraaf 4 o
  • 22 septembre 2022
  • 49
  • 2022/2023
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting literatuur IRW
Probleem 1
Het Nederlands recht kan op vier verschillende manieren worden onderverdeeld.

Objectief recht en subjectief recht
Objectief recht: geheel van rechtsnormen zoals het op een bepaald moment op een bepaalde plaats
van toepassing is. Dit is dus van toepassing op iedereen in de samenleving.
Subjectief recht: geldt alleen voor een bepaald individu of voor een bepaalde groep in de
samenleving.
Tussen objectief recht en subjectief recht bestaat dus een nauw verband; een overtreding van het
objectieve recht heeft vaak subjectieve gevolgen.
Objectief recht is bijv. de wet voor vrijheid van godsdienst en het daarbij horende subjectieve recht is
dat ik een hoofddoek mag dragen.

Nationaal en internationaal recht
Nationaal recht: over burgers in een bepaald land
Internationaal recht: over staten en internationale organisaties. Internationaal recht ook wel
volkenrecht. Internationaal recht: internationaal publiekrecht en internationaal privaatrecht.

Privaatrecht en publiekrecht
Het privaatrecht (civiel recht): gericht op de regeling van rechtsverhoudingen tussen burgers
onderling.
Het publiekrecht: gericht op de verhouding tussen de burger en de overheid. Ook omvat dit
rechtsgebied de verhouding tussen overheidsinstanties onderling.

Let op: De overheid kan in sommige gevallen optreden als ‘burger’ wanneer de gemeente
bijvoorbeeld bureaustoelen aanschaft bij een bedrijf. Dan gelden de privaatrechtelijke regels.

Indelingen in het privaatrecht
Vermogensrecht
Is een onderdeel van het materiële privaatrecht en omvat op geld waardeerbare verplichtingen en
rechten. Het vermogensrecht is weer onder te verdelen in goederenrecht en verbintenissenrecht.
Het goederenrecht geeft de rechtsverhouding weer tussen personen en goederen. Goederen zijn
zowel zaken als vermogensrechten (dingen die op geld waardeerbaar zijn, bijv. auteursrechten).
Het verbintenissenrecht regelt de rechtsverhouding tussen personen onderling (bijv. contracten).
Het vermogensrecht heeft twee belangrijke kenmerken:
- De regels van het vermogensrecht zijn (vaak) niet dwingend voorgeschreven, partijen zijn dus
vrij om afwijkende afspraken te maken.
- De vermogensrechten zijn in het algemeen overdraagbaar.

Personen- en familierecht
Het personen- en familierecht is een onderdeel van het materiële privaatrecht en omvat alles met
betrekking tot het recht op naam, afstamming, geboorte, huwelijk, echtscheiding en adoptie.
Dit recht heeft een aantal kenmerken:
- De rechten zijn niet op geld waardeerbaar.
- De rechten zijn niet overdraagbaar.
- In het algemeen is er geen mogelijkheid tot afwijkende afspraken.




1

,Internationaal privaatrecht (conflictenrecht)
Het internationale privaatrecht speelt een belangrijke rol bij internationale zaken op het gebied van
familierecht. Het is een atypisch rechtsgebied, omdat de regels niet direct bepalen wat van
toepassing is bij internationale rechtsverhoudingen, maar het bepaalt welke nationale regels en welk
van de twee concurrerende rechtssystemen (conflictenrecht) moeten worden toegepast. Bij een
internationale echtscheiding (Turkse man/Nederlandse vrouw) bepaalt het internationaal
privaatrecht van welk land het recht moet worden toegepast en welke rechter is bevoegd om te
oordelen over deze kwestie. Het kan dus zijn dat de Nederlandse rechter mag oordelen over de
echtscheiding, terwijl de Turkse rechter mag oordelen over de voogdij van de kinderen.

Het internationaal privaatrecht is dus niet een rechtsgebied op zich, maar het omvat de regels
waarmee kan worden vastgesteld welk nationaal recht van toepassing is. De regels zijn voornamelijk
opgenomen in verdragen en Europees recht.

Indelingen in het publiekrecht
Staatsrecht
Geeft regels voor de organisatie van de Staat. Staat: de organisatie van een bepaalde gemeenschap
van mensen, woonachtig op een bepaald grondgebied onder het gezag van een bepaalde overheid.
Het staatsrecht is onder andere uiteengezet in de Grondwet, de Kieswet, de Provinciewet en de
Gemeentewet. De laatste drie wetten zijn organieke wetten (een wet waarvan in de Grondwet is
vermeld dat ze tot stand moeten komen). Daarnaast is er sprake van ongeschreven staatsrecht, zoals
de vertrouwensregel. De vertrouwensregel: minister moet aftreden als hij niet langer het vertrouwen
van het parlement heeft.

Bestuursrecht (administratief recht)

Betreft het recht over het handelen van bestuursorganen in relatie tot natuurlijke en rechtspersonen.
Het omvat de relatie tussen bestuur en burger, waaronder de bescherming van de burger tegen de
overheid. Het bestuursrecht omvat ook regels over de ruimtelijke ordening, onderwijs en sociale
verzekeringen.

- Een bestuursorgaan mag zelfstandig geen regels invoeren of veranderen, tenzij het wordt
toegestaan door een wettelijk voorschrift (het legaliteitsbeginsel).
- Het bestuursrecht bevat geen regels van gewoonterecht en het regelt zaken in het algemeen
belang, dus deze zaken kunnen niet worden overgelaten aan particulieren.

Bij staatsrecht ligt de nadruk vooral op hoe de overheid en haar bestuursorganen zijn georganiseerd
(eisen, bevoegdheden, etc.). Bij bestuursrecht wordt juist benadrukt aan welke regels de overheid
zich moet houden bij bijvoorbeeld besluitneming en wat burgers kunnen doen als zij het niet eens
zijn met overheidsbesluiten.

Strafrecht
Binnen het strafrecht kan de overheid bij een schending van een wettelijke bepaling een sanctie
toepassen. Voorbeelden van negatieve sancties zijn: een geldboete, een gevangenisstraf, een
taakstraf of andere vrijheidsbeperkende maatregelen (tbs). Niet alleen de rechter is bevoegd tot het
opleggen van strafsancties, ook de politie en het openbaar ministerie kunnen bepaalde zaken
afhandelen zonder tussenkomst van de rechter.


- Materieel strafrecht staat beschreven in het Wetboek van Strafrecht. Het materiële
strafrecht bepaalt welk gedrag strafbaar is en welke sancties van toepassing zijn.

2

, - Formeel strafrecht (strafprocesrecht) staat beschreven in het Wetboek van Strafvordering.
Het formele strafrecht bepaalt welke procedure moet worden gevolgd wanneer iemand het
materiële strafrecht heeft overtreden. Het bevat regels over opsporing, vervolging en
berechting.

Internationaal publiekrecht
Het internationale publiekrecht bevat de regels die betrekking hebben op de staten onderling, zoals
het Europese Unierecht. Internationaal publiekrecht regelt dus grensoverschrijdende problemen,
zoals terrorisme, milieu en andere zaken waarbij staten onderling afhankelijk van elkaar zijn. Meestal
gebeurt dit in de vorm van een verdrag, waarna de betrokken landen de nationale wetten
afstemmen op de afspraken in het verdrag (bijv. het Verdrag tot de bescherming van de rechten van
de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM)).
- Het strafrecht dat complementair is aan de nationale wetgeving, zoals de ernstige misdrijven
van internationaal belang, wordt berecht door het internationaal Strafhof in Den Haag.
- De regels die betrekking hebben op Nederlandse strafbare feiten die zijn begaan door
Nederlanders in het buitenland of buitenlanders in het buitenland (bijv. vervalsing van de
Nederlandse munt of belediging van het staatshoofd) in Wetboek van Strafrecht (art. 3-8d
Sr).
Formeel en materieel recht
Het formeel recht (procesrecht): wijze waarop het (materieel) recht wordt gehandhaafd. Vooral te in
Wetboek van Strafvordering.
Het materieel recht: alle inhoudelijke regels waaraan iedereen zich moet houden. Vooral te in
Wetboek van Strafrecht.

Dwingend en regelend recht
Dwingend recht: gevormd door regels waarvan men niet mag afwijken, ook niet door middel van een
eigen regeling of overeenkomst. De wetgever kiest hierbij de waarde van deze wet boven individuele
vrijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Regelend recht/aanvullend recht: gevormd door regels waarvan men mag afwijken door
bijvoorbeeld een afwijkende regeling of overeenkomst. Door aanvullende regels wil de wetgever
duidelijkheid scheppen en onenigheid vermijden in situaties waarvan partijen de consequenties niet
hadden kunnen voorzien.

Criteria om het recht te kunnen onderscheiden
Het onderscheid tussen privaatrecht en publiekrecht is gebaseerd op vier criteria:
1. De aard van de betrokken partijen:
Bij privaatrecht is sprake van een rechtsverhouding tussen twee particulieren en bij
publiekrecht is sprake van een rechtsverhouding waarbij een overheidsorgaan is betrokken.
2. De aard van het te beschermen belang:
Het privaatrecht is erop gericht privébelangen te beschermen en het publiekrecht is gericht
op de bescherming van algemene belangen.
3. Het initiatief tot handhaving van het recht:
Bij privaatrecht zijn de burgers zelf verantwoordelijk voor de handhaving van bepaalde
regels. Publiekrechtelijke regels worden niet op initiatief van de burgers gehandhaafd.
Burgers kunnen wel initiatief tonen in het publiekrecht door bijvoorbeeld het klachtrecht in
het strafrecht of door middel van hoger beroep.
4. De middelen tot rechtshandhaving:
Bij publiekrecht zijn de middelen om het recht te handhaven alleen voorbehouden aan de
overheid, alleen zij mogen optreden met strafvervolging of bestuursdwang. Bij privaatrecht
zijn de middelen minder ingrijpend.



3

, HC 1
Contextualisme
Dit is een theorie waarbij centraal staat dat alleen het handhaven van de juridische regels te beperkt
is en het recht uitsluitend kan worden begrepen als dit in verband wordt gebracht met de omgeving
waarin het functioneert, hoe het tot stand is gekomen en door te kijken naar het concrete geval.

Dus: het recht kan alleen goed worden begrepen als er aandacht wordt besteed aan alle
omstandigheden. Zie ook de Aristoteles: “Waar het gaat om handelingen en belangen bestaat geen
vast patroon”. Er moet dus worden gehandeld naar de eisen van de omstandigheden.

Rechtsvinding: rechter gaat de betekenis van het geldende recht toepassen op het geval waarover hij
moet oordelen. In het kader van contextualisme zijn er twee vormen van rechtsvinding:

1. Regelgeleide rechtsvinding: De rechter hanteert hierbij de algemene juridische regels. Er is sprake
van rechtszekerheid, doordat burgers voorafgaand weten hoe de regels worden toegepast en wat de
consequenties kunnen zijn. Daarnaast is er sprake van rechtsgelijkheid (gelijke gevallen worden gelijk
behandeld).
2. Casuïstische rechtsvinding (Saladin/HBU en Haviltex):
De rechter kijkt naar de omstandigheden en aan de hand hiervan oordeelt de rechten wat er billijk en
aanvaardbaar is in het specifieke geval. Hierbij is dus ook geen sprake van rechtszekerheid, omdat
elke casus anders is.

Multi- en interdisciplinaire wetenschap (actuele en ideële moment)
Dit heeft een contextuele benadering en gaat verder dan bestuderen van rechtsbronnen. Er wordt
gekeken naar bijvoorbeeld geschiedenis en filosofie om de context beter te begrijpen. De kern van
multidisciplinariteit is dat een probleem vanuit verschillende perspectieven/wetenschappen wordt
bekeken, maar dat deze wetenschappen geen eenheid vormen, omdat zij elkaar niet nodig hebben om
een groter probleem op te lossen.
Bij interdisciplinariteit hebben de verschillende disciplines/wetenschappen elkaar nodig om een probleem
op te kunnen lossen. Verbondenheid en samenwerking is hierbij van belang.

Het analyseren van rechtsregels
Rechtsregels zijn normen die zijn vastgelegd in rechtsbronnen, zoals wetten, verdragen, gemeentelijke
verordeningen, Algemene Maatregelen van Bestuur en ministeriële regelingen. Kenmerkend is de
algemene strekking van de rechtsregels:
- Ze zijn van toepassing op iedereen die behoort tot de omschreven abstracte categorie.
- De rechtsgevolgen zijn herhaalbaar; ze gelden voor een onbeperkt aantal gevallen die onder deze
regel kunnen worden gebracht.

Verschillende soorten rechtsregels:
- Normatieve rechtsregels: rechtsregels die zich richten op het besturen of het beoordelen van
gedrag. Er zijn drie categorieën:
• Gebodsbepalingen.
• Verbodsbepalingen.
• Bevoegdheid verlenende bepalingen.
- Niet-normatieve rechtsregels: rechtsregels die zich niet richten op het besturen of het
beoordelen van gedrag. Deze zijn op te delen in vier categorieën :
o Kwalificatieregels of definitiebepalingen: een rechtsregel die een omschrijving omvat
van begrippen. Bijv. art. 6:162 lid BW. Hierin worden namelijk voorwaarden voor
verplichting tot schadevergoeding geformuleerd. In lid 2 en 3 wordt de omschrijving


4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur celesteh. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

77858 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,19  2x  vendu
  • (0)
  Ajouter