Hoofdstuk 1
Nederland = Parlementele democratische rechtsstaat.
Nederland = staat
Er is een grondgebied waar bewoners zijn en die hebben een zelfstandig staatsgezag.
Nederland – rechtsstaat
Omdat, er grondrechten zijn, er een legaliteitsbeginsel en Trias Politica is.
Legaliteitsbeginsel: Een overheid mag alleen optreden wanneer de wet dat zegt.
(Overheidsoptreden moet altijd een wettelijke grondslag hebben.) (De bevoegdheid als
overheid om te handelen mag slechts gebruikt worden zover de wettelijke regels en
rechtsbeginselen dit toestaan. Een voorbeeld: voordat je iets mag bouwen heb je een
bouwvergunning/ omgevingsvergunning aan moet vragen, dan mag het bevoegde gezag
alleen optreden als zij belangen afwegen zoals deugdelijkheid in het bouwen. Hierin mogen
ze geen belangen afwegen over jouw financiële investering. In de WABO staat dat de
bevoegdheid alleen een bepalen afwegingen mogen maken.
Specialiteitsbeginsel: Hierbij mag het openbaar bestuur in de gevallen waarvoor de wet is
vastgesteld alleen het specifieke belang behartigen waarvoor die wet bedoeld is.
Trias Politica: Een situatie die bepaald dat de machten in onze staat van elkaar te scheiden
zijn.
De wetgevende macht: De macht die wetten en regels mag maken. (De eerste & tweede
kamer, samen (de staten generaal) + de regering. Deze regels en wetten mogen alleen
gemaakt worden door de staten generaal in samenspraak met de regering. Zij maken de
hoogste wetten in ons land, de formele wetten. Deze zijn voor alle burgers binden (de AVV’s
– Algemeen Verbindend Voorschrift). Er zijn enkele formele wetten die gemaakt worden
,maar die niet voor iedereen bindend zijn, maar deze worden gemaakt voor de overheid zelf.
Voorbeeld: de begrotingswet. Deze wet is alleen voor de overheid. Hoe zij hebben besloten
de gelden uit te geven en hoe ze doelen willen bereiken
- Taak S-G + Regering = vaststellen van avv’s
- Taak S-G: controleren regering
De uitvoerende macht: De regering, voert en past de regels die zij met de staten generaal
(1e en 2e kamer) hebben afgesproken uit. Dit wordt vervolgens nauw gecontroleerd door de
Staten Generaal en stelt kritische vragen.
- Taak regering: toepassen en uitvoering van regels
De rechterlijke macht: = centraal georganiseerd. Verschillende instanties (vb. rb’en, hoven,
HR, RvS taak: uitspraak doen in juridische geschillen). De hoogste rechterlijke macht in ons
land is de Raad van Staten.
Raad van staten = Afdeling advisering Wetgeving + afdeling rechtspraak
Regering = Uitvoerende macht, maar zit ook in Wetgevende macht.
Rechten van de staten generaal: recht van initiatief, amendement, motie, budgetrecht,
vragenrecht, interpellatie, enquêterecht
Onze rechtsstaat = Democratie
Wij als burgers mogen het kiesrecht uitoefenen. Dit betekend dat wij kunnen bepalen wie
vertegenwoordig ons in het openbaar bestuur. Wij kunnen rechtstreeks invloed uitoefenen.
Daarnaast kunnen we ook passief laten verkiezen. Door je op een kieslijst te laten zetten.
Democratie: uitgangspunt: Burger kan invloed uitoefenen op het functioneren van de
overheid. Via:
1. Kiesrecht: actief & passief. Actief kiesrecht is het recht om te stemmen, passief
kiesrecht het recht om gekozen te worden.
2. Andere manieren. (Bijvoorbeeld, brieven inzenden naar partijen die jouw belangen
behartigen en of ze bepaalde uitgangspunten willen behandelen.)
Behandelde partijen maken deel uit van de gedecentraliseerde eenheidsstaat.
, WABO: De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is de basis voor een groot
deel van de vergunningen in het domein van de fysieke leefomgeving. De Wabo maakt het
mogelijk om, binnen een project, met één omgevingsvergunning verschillende activiteiten
(bouw, aanleg, oprichten, gebruik) uit te voeren.
Wet in formele zin: is een gezamenlijk besluit van de regering en Staten-Generaal volgens
een grondwettelijke procedure.
Wet in materiële zin: zijn besluiten van daartoe bevoegde organen die algemeen
verbindende voorschriften bevatten en hoeven niet noodzakelijk afkomstig te zijn van
regering en Staten-Generaal gezamenlijk.
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur daniellekorsten. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.