In dit document staat alle 12 werkcolleges, inclusief aantekeningen uit de colleges, van Straf(proces)recht I. Er komen bij dit vak verschillende onderwerpen aan bod, namelijk onder andere (op chronologische volgorde): opsporing, verdachte, opsporingsbevoegdheden, Mr. Big methode, ne bis in idem, 6...
Straf(proces)recht I
(JUR-2STR1)
Werkcolleges 1-12
collegejaar 2021-2022.
Opdrachten +
aantekeningen
, Werkcollege 1 straf(proces)recht I
1. Wat wordt in het Wetboek van Strafvordering verstaan onder opsporing en wat is de
relevantie van het opsporingsbegrip? Noem ten minste twee gevolgen van de kwalificatie
van bepaald handelen als "opsporing".
2. Welke vormen van opsporing kunnen worden onderscheiden? Geef van elke vorm een
voorbeeld.
3. Wat is het kenmerkende verschil tussen controle en opsporing? Geef een voorbeeld van
een controlebevoegdheid en van een opsporingsbevoegdheid.
4. Leg uit wat de begrippen sfeercumulatie, sfeerovergang en voortgezette toepassing
inhouden. Wat is het kenmerkende verschil tussen sfeerovergang en sfeercumulatie?
Waar moet voortgezette toepassing worden geplaatst, gelet op dit onderscheid?
5. Bespreek de voorwaarden waaronder bovengenoemde modaliteiten zijn toegestaan.
Betrek daarbij de relevante jurisprudentie.
Wat is nou opsporing? Begrippen zijn belangrijk om scherp te hebben. Wanneer spreken
we van opsporing? Art. 132a Sv geeft wat er wordt verstaan onder begrip opsporing
1. Onderzoek naar strafbare feiten
2. Onder gezag van OvJ
3. Moet gericht zijn op het nemen van strafvorderlijke beslissingen
Wanneer heeft de OvJ precies gezag? Wat is daar voor nodig en wat is daar vooral niet
voor nodig? Waar heeft hij gezag over? OvJ heeft gezag over de handelingen die door de
opsporingsambtenaren worden verricht. Lukt het hem om gezag te houden of te hebben?
Nee. Er zijn te veel opsporingsambtenaren en te weinig officieren. Feitelijk gezag is niet
nodig. Officier hoeft feitelijk gezien niet het gezag te hebben over opsporingsambtenaren
om juridisch gezag te hebben, het gaat erom dat ovj verantwoordelijk gehouden kan
worden voor de acties van opsporingsambtenaren. Voor welke handelingen van welke
personen kan de officier niet verantwoordelijk gehouden worden? Als er een
toezichthouder komt die in zijn toezichthoudende functie informatie heeft verkregen over
een strafbaar feit, is het informatie die buiten het gezag van OvJ is verkregen. De
informatie kan zeer waarschijnlijk gewoon in strafzaak gebruikt worden, terwijl als het
onder toezicht van OvJ onrechtmatig verkregen was de informatie niet gebruikt konden
worden. Omdat de toezichthouder dus geen gezagsrelatie is tussen OvJ en toezichthouder
is het onrechtmatig verkregen bewijs toch toelaatbaar.
OvJ heeft gezag over opsporingsambtenaren dus niet over burgers en toezichthouders in
toezichthoudend functie. Wie zijn opsporingsambtenaars?
141 SV (algemene opsporingsambtenaren) mogen opsporing verrichten naar alle strafbare
feiten.
- Agenten
- Officieren van jusitie
- Bepaalde ambtenaren van de koninklijke marechaussee (defensie politie)
- Bijzondere opsporingsdiensten
1. FIOD
2. NVWA IOD
3. ILT IOD inspectie leefomgeving en transport
4. ISZ Inspectie sociale zaken
,142 Sv mogen alleen opsporing verrichten voor zover minister ze een taak heeft
gegeven.
- BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar) art. 142 Sv
Wat is een strafvorderlijke beslissing? Iemand in verzekering stellen, seponeren,
dagvaarden, voorlopige hechtenis, aanhouden, bijna alles… is breed begrip, alle
beslissingen die enige relevantie hebben voor de strafzaak. Geen afbakening.
Waarom is het belangrijk om te weten wat opsporing inhoudt? Opsporingsbevoegdheden
moeten een wettelijke grondslag hebben, legaliteitsbeginsel art. 1 Sv. Legaliteitsbeginsel
geldt zodra er sprake is van opsporing. Vanaf dat er voldaan wordt aan de drie criteria van
132a Sv gaat het legaliteitsbeginsel gelden.
Beginselen van de goede procesorde gelden ook voor de opsporingsambtenaren. Hoe kan
e hen werk controleren als rechter zijnde? Dit controleer je door middel van proces-
verbaal. De verbaliseringsplicht begint te gelden op het moment van opsporing, art. 152
Sv. Objectief en adequaat in proces-verbaal opnemen wat er gebeurt. Zodra de drempel
van opsporing is bereikt gaan er een aantal waarborgsmechanisme in werking.
Soorten opsporing:
- Klassieke opsporing redelijke verdenking van een strafbaar feit. Het gaat
hier om een gepleegd strafbaar feit. Er kan al een redelijk vermoeden zijn
zonder dat we weten welk strafbaar feit precies is gepleegd en wie het
heeft gedaan. Er moet wel daadwerkelijk als sprake zijn van een gepleegd
strafbaar feit.
- Vroegsporing er hoeft nog geen strafbaar feit te zijn gepleegd. Zware
strafbare feiten (als in 67 lid 1 Sv) die in georganiseerd verband zijn begaan
of worden beraamd.
- Aanwijzingen graad van verdenking die geldt bij terrorisme. Een
aanwijzing is voldoende grond om onderzoek te gaan doen.
- Verkennend onderzoek mogelijkheid die OvJ en opsporingsmabtenaren
hebben om zichzelf een informatiespositie te geven in bijvoorbeeld een
crimineel verband
- Repressieve controle het doel van controle is preventie. Onderzoek naar
mogelijk strafbare feiten is repressieve controle, daarom is het eigenlijk
onderzoek. Het is geen vorm van controle maar het is stiekem opsporing
want het gaat over strafbare feiten. Zuivere controle gaat over toezicht op
naleving administratievelijke wetten.
Doorlopende casus
, U bent mr. Baaij, de raadsman van Sjaak Vos. U bestudeert de binnengekomen processen-
verbaal, met inachtneming van hetgeen u van uw secretaresse hebt gehoord. Met het oog
op een eventueel pleidooi dat u zal moeten houden - indien de kwestie tot een rechtszaak
komt - besluit u alvast te onderzoeken of de gang van zaken rechtmatig is geweest.
Beoordeel of het optreden van de politie rechtmatig is geweest.
Politie hield Sjaak aan door melding misdaad anoniem en hij werd een beetje in de gaten
gehouden. De politie vond 50.000 euro cash in de auto van Sjaak. Opsporingsambtenaren
zien Sjaak rijden en geven hem een stopteken, inzet van controlebevoegdheid. Sjaak geeft
de ordner zelf aan de opsporingsambtenaar op zijn verzoek. De opsporingsambtenaar
vindt een groot bedrag aan contantgeld.
Er zou sprake kunnen zijn van misbruik van opsporingsbevoegdheid. Er was al sprake van
een bepaalde mate van verdenking tegen Sjaak, dus sprake van opsporing. Dan begint het
legaliteitsbeginsel te gelden, en heb je dus een wettelijke bevoegdheid nodig als je Sjaak
staande wil houden. Er is hier geen opsporingsbevoegdheid gebruikt, maar een
controlebevoegdheid uit art. 160 WVW. Dit artikel is bedoeld om het rijbewijs aan
bestuurders te vragen. Kijken of er aan eisen van WVW wordt voldaan, zoals rijbewijs,
technische staat voertuig. Is een geliefd artikel, omdat je zonder verdenking iemands auto
helemaal binnenstebuiten trekken. Als je als toezichthouder in iemands kofferbak wil
kijken met een opsporingsbevoegdheid moet je doorzoeking gebruiken. Je hebt dan een
bevel van de OvJ nodig. Als je zegt doe je kofferbak open want moet kijken of je
gevarendriehoek hebt op basis van 160 WVW dan kan je ook in de kofferbak kijken maar
heb je het bevel van de OvJ niet nodig. Detournement de pouvoir. Mag bevoegdheden
niet met ander doel dan waarvoor gegeven inzetten, dus je mag niet opeens opsporing
gebruiken aan de hand van 160 WVW. Aan controlebevoegdheid moet je verplicht
meewerken als burger.
Arrest dynamische verkeerscontrole. + Arrest controle vs. Opsporing
1. Je moet beide bevoegdheden kunnen inzetten als opsporingsambtenaar. Je moet
zowel bevoegd zijn voor controlebevoegdheid als opsporingsbevoegdheid.
Bijvoorbeeld: een BOA, beperkte opsporingstaak, mag controlebevoegdheid niet
inzetten als opsporingsdoel, want hij heeft een kleine opsporingsbevoegdheid.
2. Detournement de pouvoir, mag controlebevoegdheid niet uitsluitend inzetten als
opsporingsbevoegdheid. Op z’n minst dus mede ook gecontroleerd moet hebben.
Je moet in ieder geval dus ook een beetje hebben gecontroleerd. Dus als je het
rijbewijs en kentekenpapieren hebt gevraagd is het in principe voldoende.
3. Je moet de rechten van verdachte waarborgen bij inzet van controlebevoegdheid.
Een verdachte hoeft dus niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling
bijvoorbeeld.
Situatie waarin er al sprake is van een opsporing, er loopt al een onderzoek naar strafbare
feiten, en gedurende dat onderzoek wordt er een controlebevoegdheid ingezet. Dat mag
in geval van drie bovenstaande voorwaarden. Hoe noemen we deze situatie? sfeer
cumulatie, opeenstapeling van twee sferen. Deze situatie waarin twee bevoedheden
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur demig. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.