Supply chain management
Hoofdstuk 1: Introductie
Wat is logistiek?
= Logistiek is het proces van planning, implementatie, en controle van procedures om tot
een efficiënte en effectieve oplossing te komen voor transport en opslag van goederen,
inclusief diensten, en gerelateerde informatie, en dit vanaf het beginpunt tot aan het
eindpunt (consumptie), en dit alles om te voldoen aan de vereisten van de klant.
Het betreft dus zowel fysieke bewegingsstromen als planmatige activiteiten en
informatiestromen.
De herkomst = De oorsprong van logistiek zou afkomstig zijn uit de militaire sector. Ze
hadden hier veel nood aan logistiek, ze moesten ergens eten en kledij krijgen. Het Franse
woord ‘logis’ zou de basis vormen van deze discipline. Ze gingen altijd zoeken naar de beste
plekken om eten en onderdak te vinden.
De deeldomeinen
• Distributielogistiek (downstream) = Het product is er maar moet nog naar de klant
graken, het gaat stroomafwaards van waar het is geproduceerd richting de klant.
• Productielogistiek (upstream) = Het planningsgedeelte van logistiek. Alle activiteiten
dat er bij dragen zodat een product ter beschikking staan aan de consument.
• Aankooplogistiek = Er zijn 2 keuzes dat je kan maken als bedrijf namelijk “make or
buy”.
• Reverse logistics = De retour logistiek, paletten of goederen die moeten worden
teruggestuurd)
• Green logistics = De duurzaamheid speelt tegenwoordig een belangrijke rol.
Logistiek VS Supply Chain
Logistiek maakt deel uit van een groter geheel namelijk de Supply Chain. Supply Chain
Management kan worden omschreven als het beheer, zowel rondom als binnen een netwerk
van upstream en downstream organisaties van zowel relationele verhoudingen als stromen
van materialen, informaties en resources.
Een supply chain kan er als volgt uitzien :
Leveranciers => producenten => distributeurs => retailers => klanten
Hieruit blijkt duidelijk dat Supply Chain veel omvattender is dan logistiek, gezien hier een
aantal additionele disciplines bijhoren (bv. Productie, aankoop).
,TRANSPORTMODI
1. Weg
Wegtransport
- Snelste modus (na luchttransport)
- Bereikbaarheid is zeer goed want we hebben een groot wegennet
- Relatief duur: 1 chauffeur voor relatief weinig cargo
- Hoge frequentie
- Point To Point (P2P), maar ook handige overgang in multimodaal transport
--> Wordt wel eens Last mile transport je kan tot voor een huis stoppen, dit gaat niet bij een
vlieger, hier ga je altijd nog een extra vervoersmiddel voor moeten inschakelen.
Evolutie:
- Er is veel kritieke op de CO² uitstoot
- Congestie wegennet, er is een verstopping van het verkeer, een oplossing is de modal
shift dat per spoor vervoeren of binnnenvaart aanmoedigd door bijvoorbeeld
rekeningrijden in te voeren zodat je soort van gedwongen bent op via een ander
netwerk te vervoeren in plaats van op de weg.
- Langere trucks en automatisch rijden wordt aangemoedigd
- Er is concurrentie uit lageloonlanden, het uitvlaggen hiervan leidt tot een reactie van
de EU. Er is sociale dumping (= Men gaat chauffeurs die minder verdienen en minder
belasting betalen, inzetten waardoor we de concurrentie aangaan met west europese
chauffeurs.
- Relatief lage winstgevendheid leidt tot schaalvergroting
2. Trein VS binnenvaart
Treinvervoer
- Het is trager dan wegvervoer en is een concurrent voor de binnenvaart.
- Treinvervoer heeft een ruimer netwerk dan binnenvaart. Binnenvaart is gebonden
aan de vaarbaarheid en waterwegen.
- Weinig point-to-point, je kant niet voor iemands huis stoppen. Maar in specifieke
gevallen zijn er grote bedrijven die een treinstop bezitten voor hun bedrijf.
- Meestal is er een combinatie van stuffing of vervoer (vullen van de wagons) en
opslitsing of stripping.
- De frequentie is beperkt, ze moeten zich houden aan dienstregelingen.
Evolutie
- Modal shift is mogelijk naar trein en binnenvaart toe. Bij congestie over weg is een
alternatief namelijk trein of binnenvaart mogelijk voor de “vette stromen” (= meest
gebruikte routes)
- Er is een liberalisering van het goederenveroer via het spoor sinds 2007, dit betekend
dat niet overheidsbedrijven de sporen mogen gebruiken,
- De ijzeren Rijn: Het is een spoorlijn in Vlaanderen dat richting Duitsland gaat.
- Meer aansluitingen vanuit havens:
,Binnenvaart
- Veel trager dan weg, het is een concurrent voor de trein.
- Het heeft een beperkt netwerk, want het is watergebonden.
- Weinig point-to-point mogelijk. Het verkeer langs de binnenvaart gaat meestal langs
het Albertkanaal en Schelde landinwaarts.
- Kleinere schepen gaan langs andere kanalen
- Sommige bedrijven gaan P2P maar deze hebben vooral eenlage waarde en groot
volume, bv. bouwmaterialen (zand, baksteen en sport-vrije tijdskledij)
- De frequentie is beperkt, met zeer lange droogte of veel regenval kunnen er
bijvoorbeeld beperkingen komen.
Evolutie
- Modal shift: Maar door de congestie is het noodzakelijk om de binnenvaart
beschikbaar te houden
- Er is een project voor het ophogen van bruggen in het Albertkanaal. Ze willen
proberen om 3 ipv 2 lagen containers toe te laten.
- Ze proberen de directe verbinding tussen Antwerpen/Gent naar Parijs te verbeteren
- Het is een onderdeel hinterlandstrategie van zeeterminals of rederijen, deze spelen
ook een belangrijke rol om het hinterland op de meest makkelijke manier bereikt
kunnen worden.
Hinterlandstrategie = Het gebied dat voor de aanvoer en afvoer van goederen afhankelijk is,
Bijvoorbeeld in antwepren komen er schepen aan met goederen die bestemd zijn voor een
ander gebied. En dat gebied wordt dan het hinderland of achterland genoemd. Het doel is
het hinterrland op een eenvoudige manier bereiken. Het moet op een comfortabele manier
bereikt kunnen worden.
Model Shift
Er zijn verchillende mogelijkheden van de hoeveelheden dat schepen kunnen vervoeren in
vergelijking met een ship. Zo zie je dat de schepen een voordeel kunnen hebben omdat ze
heel veel kunnen meenemen.
, Goederenverkeer via luchthavens
Luchtvracht
- Meestal commercieel goederen verkeer via de lucht. Binnen België doen we dit niet,
België is te klein dus het is vooral internationaal.
- Er wordt veel meer luchtvervoer gehouden in vergelijkig met zeevervoer in ton.
Zeevervoer is nog minder dan 1% van luchtvracht.
Evolutie
- Er is een sterke concurrentie tussen vele lokale kleinere luchthavens vooral personen
maar ook sterker goederenvervoer.
- Meestal gebruikt voor waarde en verpakkingsdichtheid tov transportkosten, men
gaat niet zo snel luchtvracht voor goederen met een lage waarden bijvoorbeeld
keukenrol omdat de marges hierop veel te klein zijn. Luchtvracht vervoerd vooral
medicijnen, iphones, dure etenswaren omdat de marges hier groter op zijn.
Goederenverkeer via zeehavens
Zeevracht
- Het is het goedkoopst transportmiddel per ton-km gerekend. Vooral over langere afstand:
> 1.000 km
De containerisatiegraad neemt toe
--> TEU = Twenty Foot Equivalent Unit. Het is een container met 20 voet lengte als basis die
voor statistieken van aantal containers gebruikt wordt. (Dan zeggen ze bijvoorbeeld 1TEU of
2 TEU, ...)
- Reefers en special services (smart devices)
- Vele andere trafieken: bulk, stukgoed, enz.
- Zeehaven dient om:
+ Overslag: inland of transhipment (hub and spoke)
+ Opslag: magazijnen
+ Verwerking: productiebedrijven in haven
Evolutie
- Sterke concurrentie tussen havens in de Hamburg – Le Havre range
- Evolutie naar grotere zeeschepen leidt oa tot
consolidatie: bv. havens van Antwerpen en
Zeebrugge fusioneren
- Informatisatie
- Internationalisatie en specialisatie: bv. Terminals: PSA, DP World. Rederijen: MSC,
Maersk, CMA-CGM
FCL = Full Container Load. Een volle container van zefde producten van zelfde leverancier. En
LCL = Less Than Full Container Load, waarbij een container ofwel niet volledig gevuld is ofwel
verschillende verzenders van goederen in 1 container bevat.