● Er zijn cellen die zich onbeheerst vermenigvuldigen en dit blijven doen: weefselgroei
of toename in volume
● De woekerende cellen breiden zich uit in omliggend weefsel en richten hier schade
aan: invasieve groei ofwel infiltratie
● De woekerende cellen verspreiden/laten los zich naar ver weg gelegen plaatsen in
het lichaam en vormen hier een nieuwe tumor: metastasering ofwel uitzaaiing
Groei van weefsel:
● Hyperplasie: cellen blijven even groot (nemen in aantal toe), dus vergroten van
weefsel.
● Hypertrofie: dan blijven aantal cellen gelijk, maar cellen worden groter en dus ook het
weefsel neemt in volume toe.
● Accretie: aantal cellen blijft gelijk, de tussencelstof neemt toe in volume waardoor het
organisme zelf in volume toe.
Hypertrofie → soms gewenst (spiercellen), niet in bijvoorbeeld vitale organen. In de prostaat
is het ook niet wenselijk, veroorzaakt door de inductie van hormonen → afknelling plasbuis
Hyperplasie → normale gebeurtenis: komt voor bij wondheling (fysiologisch)
→ ongewenste gebeurtenis: hyperplasie op plekken waar het niet nodig is
(pathologisch)
Stamcellen leveren de cellen die beschadigde cellen gaan vervangen. Stamcellen hebben
een lange levensduur, waardoor zij zich ongelimiteerd kunnen delen. Eén van de
dochtercellen die ontstaan, is een nieuwe stamcel en de andere een precursorcel (kan zich
delen en differentiëren tot het celtype dat nodig is). Dit proces heet ‘self-renewal’. Als een
precursorcel is gedifferentieerd naar het celtype dat gewenst is, kan hij daarna niet meer
verder delen.
Het aantal cellen in een weefsel of orgaan wordt bepaald door:
● Snelheid van celdeling
● Snelheid van celdood (apoptose)
● Hoeveelheid cellen zich differentiëren
,Celcyclus:
Celdeling ofwel vermeerdering gebeurt door het doorlopen van de celcyclus → verschillende
stadia: G1, G2 en S-fase vormen samen de interfase, de echte celdeling vindt plaats in de
M-fase.
Als er iets mis gaat in de cel, dan moet zo’n cel zich eigenlijk niet kunnen delen. Daarvoor
heeft de celcyclus bepaalde ‘checkpoints’, die zich vaak bevinden vlak voor een nieuwe
fase.
Voorbeelden checkpoints:
● Milieu gunstig → groeifactoren? voedingsstoffen? cellen omheen met voldoende
stimulatie tot celdeling?
● Al het DNA verdubbeld en onbeschadigd → twee gezonde dochtercellen
● Alle chromosomen aan de microtubuli liggen om ze uit elkaar te trekken →
dochtercellen met het juiste aantal chromosomen?
Bij de overgang van fase naar fase speelt ‘cyclin dependent protein kinases’ (cdk) een
centrale rol. De activiteit van cdk fluctueert, want het is afhankelijk van de
cycline-concentratie → het neemt cyclisch toe en af.
De activatie van de cycline-cdk complexen gebeurt door het verwijderen van de inhiberende
fosfaatgroepen.
Wanneer je een complex heb geactiveerd door de remmende fosfatase eraf te knippen,
zorgt voor het nog meer ontstaan van actieve complexen → snelle stijging
Ubiquitine kan de cycline-groep van het complex afhalen, waardoor het complex inactief
wordt → snelle daling
Op het moment dat tijden een checkpoint niet alles is zoals het hoort, gaat de cel in ‘cell
cycle arrest’ → de overgang naar de volgende fase van de celcyclus niet plaatsvindt.
Dit treedt op wanneer:
● Activerende signalen voor betrokken cycline-cdk complex ontbreken
● Remmende signaen voor het betrokken cycline-cdk complex aanwezig zijn
Voordat je het DNA gaat repliceren, wil je zeker weten dat het DNA niet beschadigd is.
Daarvoor zijn er in checkpoint G1 eiwitten aanwezig die in de cel beschadigd DNA
detecteren → die eiwitten worden actief als DNA-breuken bloot komen.
Kanker ontstaat door een combinatie van celdeling, verstoorde apoptose en verstoorde
differentiatie
, Proto-oncogenen hebben als kenmerk dat het eiwit dat codeert voor dat gen, een stimulus is
voor celdeling en celoverleving. Dus als daar één mutatie in optreedt, kan een cel zich beter
delen en overleven.
Tumor-suppressor genen coderen juist voor eiwitten die de celcyclus remmen of apoptosis
introduceren. Allebei de allelen moeten een mutatie hebben, want de mutatie is recessief.
The Six Hallmarks of Cancer:
1. Het tegengaan van apoptose
2. Ongereguleerde celdeling
3. Autonome deling: zonder stimulerende signalen
4. Ongevoelig voor remmende signalen
5. Er vinden mutaties plaats die de invasie en metastase bevorderen
6. Angiogenese: het maken van nieuwe bloedvaten voor toevoer voedingsstoffen.
College 2 Hoofdstuk 16: signaaltransductie
Een signaal heeft als doel om iets te bewerkstelligen in een target cell.
Signaalmoleculen worden onderverdeeld op basis van afstand van de signaaloverdracht:
1. Endocrien (grootste afstand) → vaak hormonen en vervoerd via bloedbaan
2. Paracrien → lokaal
3. Synaptisch → de overdracht die plaatsvind over de grote van een synaptische spleet
4. Contact-dependent → (kleinste afstand) contact is vereist voor overdracht
Als er op een cel geen receptor zit voor een bepaald signaal betekent geen ontvangst en
dus geen respons.
Het lichaam heeft een natuurlijke oplossing bedacht, omdat er anders meer receptoren
nodig zijn dan dat het lichaam heeft. Hetzelfde signaalmolecuul (neurotransmitter) kan
verschillende response introduceren in verschillende celtypen.
Voorbeeld: acetylcholine (neurotransmitter) → verschillende signaalroutes en dus
verschillende responsen in verschillende celtypen
Signaalmoleculen zijn ook in te delen op de eigenschap van de molecuul zelf:
1. Groot of hydrofiel → kunnen membraan niet passeren → receptor op het
celmembraan (cell-surface)
2. Klein of hydrofoob → kunnen membraan wel passeren → receptor binnenin het
celmembraan (cytoplasma of kern)
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur evaklaarenbeek. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.