Informatiesystemen
Hoofdstuk 1: informatie en informatiesystemen
Het DIKAR-model
Data – informatie – kennis – actie (bedrijfskundige beslissing) – resultaat
Data vs informatie:
Data: de feiten die een bepaald fenomeen, concept of gebeurtenis beschrijven.
Informatie: data die een specifieke betekenis heeft in een specifieke context.
Kennis: het begrijpen van een bepaald onderwerp, bv door gebruik van bepaalde hoeveelheden
informatie, ervaring en expertise.
Actie: het nemen van een bedrijfskundige beslissing obv beschikbare data, informatie en kennis →
levert resultaat (feedback) op voor de organisatie in de reële wereld.
Digitale economie steeds meer 24/7!
Model: data en informatie beschrijven en representeren de reële wereld en vormen een partiële,
symbolische voorstelling van de reële wereld, dus een model.
→ partieel: een model is een abstractie van de reële wereld, waarbij bepaalde aspecten worden
beschouwd terwijl andere niet worden beschouwd => een lens of een partiële spiegel
→ symbolisch: een model is een symbolische representatie (obv tekens) van de reële wereld => een
data/informatie-spiegel.
- Syntax: formalisme van de data/informatie
- Semantiek: betekenis van de data/informatie (0 of 1, aan of uit)
Data-representatie
- Voor de mens: getallen, tag/word/data cloud…
- Voor de computer: bits en bytes, QR codes…
Gestructureerde data:
Elementaire data:
- Getal (integer, real)
- Datum
- String (bv. Kerkstraat 12)
→ verwerking mogelijk zoals selectie van maand in een datum
Tekensets bepalen hoe een teken wordt voorgesteld:
→ American national Standard Code for Information Interchange (ASCII) gebruikt 7 bits voor een
karakter (128 karakters representeerbaar)
→ Extended Binary Coded Decimal Interchange Code (EBCDIC): gebruikt 8 bits voor een karakter (256
karakters representeerbaar)
→ unicode: ontwikkeld met als doel alle gebruikte schriften (bv. chinees) te kunnen weergeven
→ figuren: pixels
Geagregeerde data:
Soorten:
- Arrays (matrices)(een array heeft in elke cel hetzelfde type data zitten)
- Records (andere types data)
- Arrays of records (verschillende records)
,Bij relationele databanken moet elke rij evenveel kolommen hebben.
→ relationele databanken bestaan uit tabellen (vergelijkbaar met arrays of records)
- Elke rij stelt bv 1 klant voor en elke kolom stelt 1 eigenschap van bv een klant voor
→ gericht op:
- Grote hoeveelheid gegevens met zelfde structuur
- Gestructureerde data (data, getallen, strings)
→ onhandig voor bv representeren van een document of e-mail
Semi-gestructureerde data:
- Vb. document, e-mail, social-media (Twitter, Facebook)
- Verwerking mogelijk zoals de geadresseerde selecteren, of zoeken op geadresseerde of een
woord in de mail, maar niet de tweede zin van de mail
Ongestructureerde data:
Vb. audio, video, foto
- Opgeslagen als een Binary Large Obejct (BLOB)
- Verwerking mogelijk zoals afspelen, maar niet tweede refrein zoeken
→ oplossing: tags, manueel of automatisch (Shazam voor audio)
Label is een vb van semi-gestructureerde data die gebruikt wordt voor ongestructureerde data
duidelijk te maken.
We kunnen bijna alle economische aspecten digitaal voorstellen.
Soorten informatie:
Economische gebeurtenissen of transacties
- Interne gebeurtenissen (→ voorraadbewegingen)
- Externe gebeurtenissen, waar organisatie interageert met de buitenwereld (→ verkopen,
aankopen, levering, offerte, betaling…)
Recent, additioneel: gedrag (pre- of post-gebeurtenis/transactie:
- Zoekgedrag (clicks op website)
- Gebruiksgedrag van een product (auto’s kunnen registreren wanneer en hoeveel en waar
werd gereden)
- Locatie
- Communicatie en sociale netwerken (e-mail, telefoongesprekken, tweets, facebook…)
- Dikwijls via draagbare apparaten (smartphone…)
XML: data representatie met
bomen eXtensible Markup
Language (XML)
- Opmaaktaal die gebruikmaakt van labels of tags om de boom te representeren in textvorm
(de computer kan hier wel mee omgaan)
- Zowel leesbaar voor mensen als machines
Een XML-document bestaat uit een boom van recursieve elementen
Gericht wordt gebruikt om semantiek, betekenis en structuur toe te voegen aan:
- Gestructureerde data (bv te communiceren tussen machines)
→ bv klantengegevens versturen over internet
- Semi-gestructureerde data (bv om op te slaan)
→ bv OpenDocument-formaat om teksten of rekenbladen op te slaan
XSD bevat de definities die de XML samenstellen.
,VERWERKING
= de activiteit die de data bruikbaar maakt voor de ondersteuning van bedrijfskundige beslissingen
Soorten:
→ typisch grote hoeveelheden data, met relatief eenvoudige verwerking
- Selectie, aggregatie, sortering…
Verwerking gebeurt manueel of automatisch (door informatiesystemen)
Hoe meer structuur, hoe meer verwerking mogelijk is.
→ audio: shazam, foto: iNaturalist en Pl@ntNet
BEPERKINGEN EN RECENTE EVOLUTIES
Moeilijk om menselijke emoties te laten zien (je kan iets liken maar dat wilt niet veel zeggen)
Tacit knowledge is ontastbare kennis die je moeilijk onder woorden kan brengen of kan neerschrijven
(bv know how). Als je vraagt aan een vliegtuigingenieur of die kan opschrijven, dat gaat niet.
Information overload:
In sommige gevallen is de problematiek rond informatie verschowen van ‘te weinig informatie’ naar
‘te veel informatie’. `→ hulp naar zoeken in informatie
→ we zijn meer bezig met zoekwerk dan dat we met de uitkomst iets doen
Privacy/security
In de digitale speigel is er door technologie technologie toegang mogelijk tot informatie los van plaats
en tijd, die niet altijd wenselijk is (de rol van ‘Big Tech’ staat ter discussie)
Actuele discussie:
- GDPR-wetgeving → right to be forgotten
- Self-sovereign identity → elke keer dat je naar een website gaat, laat je eigen gegevens
achter en verzameld men automatisch gegevens
Semantiek: verwijst naar de betekenis van informatie
Minicase: toepassing havensysteem
Zie PowerPoint‼‼
Google: rich snippets of rich results
Veel gebruikte rich results: logo, events, FAQ, reviews…
Tags en labels: voorgedefinieerde labels van google (zoals bovenstaande labels (vb FAQ))
→ je moet als programmeur bij logo per logo de betekenis ervan handmatig ingeven
Ontologie: beschrijving van concepten die er zijn in de wereld
→ XML is domein-afhankelij
→ XML-boom wordt gebruikt om gegevens tussen twee organisaties uit te wisselen
→ HR-XML-ontologie beschrijft structuur van gegevens die je doorstuurt
→ leidt tot standaardisatie van de betekenis van
data FIBO is ontologie voor financiële sector
, The semantic web:
We zitten momenteel tussen een Web 2.0 en Web 3.0
→ Web 1.0 (The Initial Web): a web of pages → language HTML
→ Web 2.0 (The Social Web): a web of applications → language XML
→ Web 3.0 (The Semantic Web): a web of data → languages:
- Resource Description Framework (RDF)
- Web Ontology Language (OWL)
- SPARQL Protocol and RDF Language
(SPARQL) Zie dia 63-79
Definitie informatiesystemen
= een combinatie van mensen, hardware, software, communicatietechnologie, databronnen,
procedures en bedrijfsprocessen die instaat voor het verzamelen, opslaan, verwerken en
verpspreiden van communicatie voor een bepaald doel
- Hardware (incl computernetwerken)
- Software
- Data
- Bedrijfsprocessen
- Mensen
→ meer dan hardware en software
Bedrijfsprocessen: set van sequenties, selecties en/of iteraties van acties
Ontwerp van bedrijfsprocessen:
• Bedrijfsprocessen zijn zeer gestructureerd: elke stap wordt vooraf bepaald of ontworpen, en
neergeschreven in notaties zoals stroomschema’s, UML Activity Diagrams of Business
Process Modleing Notation (BPMN)-modellen
• Organisaties bevatten o.m. sets van
bedrijfsprocessen Grotte en complexiteit:
• Variëren van relatief klein en eenvoudig, tot zeer complex en geavanceerd (zelfs
geoptimaliseerd, zie OO rond Operations Research)
Iteratie: herhaling van stappen
Workflow Management Systemen (WFMS):
Soort informatiesystemen waarin berdijfsprocessen (workflows):
- Gedefinieerd worden
- Uitgevoerd worden
Typologieën informatiesystemen
Transaction Processing System (TPS):
Een transactie is een atomaire/elementaire stap in een bedrijfsproces of workflow
Transactie: over acties heen
Vbn: 1 verkoop, 1 aankoop, 1 boekhoudkundige transactie
→TPS behandelt gestructureerde informatie van repetitieve, routinematige transacties, die dikwijls
bedrijfskritisch zijn voor de organisatie (niveau: 1 transactie)
Verwerking:
- Maakt de informatie-spiegel van transacties in de reële wereld
- Meestal Create, Read, Update, Delete, Search (CRUDS) van transacties
- Typisch verwerking van grote hoeveelheden transacties
Uitvoer: data uit TPS wordt gebruikt in o.m. BI-
DSS Wie? Operationeel niveau
ICT: database (gestructureerde data), document/content management systeem (semi-
gestructureerde data)