Resultaat: geslaagd in eerste zit 16/20
Deze samenvatting is opgemaakt in volzinnen op basis van alle lessen + voorbeelden + slides + artikels + cursus.
Inhoud
1. Deel I: de basisbeginselen.......................................................................................1
Autonome en toegewezen bevoegdheid........................................................................................ 1
De belasting.................................................................................................................................. 6
2. Deel II: de personenbelasting.................................................................................18
Aftrekbare bestedingen............................................................................................................... 43
De tarieven van de personenbelasting......................................................................................... 45
Belastingverminderingen............................................................................................................. 47
3. Deel III: de successierechten..................................................................................48
Kenmerken van de successierechten........................................................................................... 48
De fictiebepalingen...................................................................................................................... 49
De samenstelling van de belastbare grondslag............................................................................ 52
De waarderingsregels.................................................................................................................. 53
Tarieven....................................................................................................................................... 54
De gunstregimes......................................................................................................................... 59
verwerping................................................................................................................................... 62
betalingsplicht............................................................................................................................. 62
4. Deel IV: de registratierechten................................................................................64
Kenmerken en toepassingsgebied............................................................................................... 64
Soorten registratierechten: vaste rechten (uitgedrukt in euro)....................................................65
Soorten registratierechten: evenredige rechten (uitgedrukt in percentages)...............................66
Soorten registratierechten: progressieve rechten (uitgedrukt in stijgende percentages volgens
een schijfsysteem)....................................................................................................................... 68
5. Deel V: de BTW......................................................................................................70
6. Deel VI: de vennootschapsbelastingen...................................................................74
Het belastingsubject van de vennootschapsbelasting..................................................................74
De belastbare grondslag.............................................................................................................. 75
De tarieven.................................................................................................................................. 77
Examen?
Schriftelijk examen met verschillende vragen verdeeld over alle hoofdstukken:
Antwoord heel concreet als jurist aan de potentiële klant.
Gebruik het document aanslagjaar 2023 voor de verschillende percentages en bedragen mee te
geven.
Verwijs naar de nodige artikels.
Je krijgt een punt op heel je examen dus alle delen moeten gekend zijn.
1. Deel I: de basisbeginselen
Autonome en toegewezen bevoegdheid
1. Wat is de definitie van een "belasting"?
Page 1 of 77
,Een belasting doet een rechtsband ontstaan tussen de overheid en de belastingplichtige waarbij een heffing
wordt opgelegd ten behoeve van een overheid met als doel in de openbare uitgaven te voorzien.
2. Wat is het verschil tussen de materiële en de formele belastingschuld?
De materiële belastingschuld slaat op de berekening en het omzetten in euro’s van de belasting dat een
belastingplichtige aan de overheid is verschuldigd. De materiële belastingschuld ontstaat jaarlijks op 31
december 00:00. De formele belastingschuld houdt verband met in welke vorm de inning van de
belastingschuld zal gebeuren zodat de overheid tot invordering kan overgaan. Het omvormen van de materiële
naar de formele belastingschuld gebeurt door middel van een complex formaliseringsproces gekoppeld aan
aanslagtermijnen. De belastingplichtige moet een aangifte indienen en vervolgens moet de administratie de
vastgestelde belasting inkohieren (uitvoerbare titel creëren). De fiscus kan geen uitvoering meer geven aan de
materiële belastingschuld eens een aanslagtermijn is verstreken.
3. Welke overheden kunnen belastingen invoeren in ons land?
De federale staat, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies en de gemeenten (art. 170 en 173 Gw.).
4. Wat is de rechtsgrond voor de fiscale bevoegdheden van de overheid in ons land?
De federale staat, de gemeenschappen en de gewesten, de provincies en de gemeenten (art. 170 en 173 Gw.).
5. Bespreek artikel 170 GW.
Art. 170 Gw. is het basisartikel voor de autonome belastingbevoegdheid. Dit wil zeggen dat een beleidsniveau
zelf een belasting gaat invoeren binnen haar wettelijk bevoegdheidskader. Enkel de federale overheid en de
gewesten krijgen van de grondwetgever een autonome belastingbevoegdheid. Echter kan de grondwetgever
een machtiging geven aan de federale wetgever om de fiscale autonomie van de gewesten te beperken indien
noodzakelijk.
6. Wat is het verschil tussen de autonome en de toegewezen belastingbevoegdheid?
Bij de autonome belastingbevoegdheid (art. 170 GW) kan een beleidsniveau zelf een belasting invoeren binnen
haar wettelijk bevoegdheidskader. Bij de toegewezen bevoegdheid kan een beleidsniveau een stuk van haar
eigen belastingbevoegdheid toewijzen aan een ander beleidsniveau. De toewijzende overheid bepaald het
toegewezen wetskader van het andere bestuur. Zo kan een ondergeschikt bestuur aan de hoger bestuur
belastingbevoegheid toewijzen en omgekeerd.
Bijvoorbeeld de EU-richtlijn inzake BTW waarbij België afstand heeft gedaan van haar fiscale soevereiniteit ten
voordele van de Europese Unie (ondergeschikt bestuur aan hoger bestuur).
Bijvoorbeeld de Bijzondere Wet en de gewone wet van 1989 die de financiering regelt van de gewesten (hoger
bestuur aan ondergeschikt bestuur).
7. Is de autonome belastingbevoegdheid een absolute bevoegdheid?
De autonome belastingbevoegdheid (art. 170 GW) is niet absoluut. De autonome belastingbevoegdheid wordt
aan banden gelegd door internationale normen en nationale wetsbepalingen:
- Internationaal niveau: bijvoorbeeld het Europees recht (EU-verdrag - vrij verkeer van kapitaal en
personen, EVRM - recht op eigendom, EU-richtlijnen inzake BTW - minimumtarief, EU-verordening
inzake douanerechten, dubbelbelastingverdragen in inkomstenbelastingen en de successierechten).
- Grondwet: bijvoorbeeld het gelijkheidsbeginsel - “elke Belg gelijk voor de wet” (art. 10, 11 en 172
GW)
- Wet zelf van gemeenschappen en gewesten, provincies en gemeenten – enkel de federale kan
inkomstenbelastingen innen en de gemeenschappen en gewesten niet. De gewesten hebben een
Page 2 of 77
, verbod opgelegd gekregen van de De Wet 23 januari 1989 om geen materies te belasten die reeds
door de federale wordt belast, met uitzondering van water en afval.
8. De autonome belastingbevoegdheid wordt beperkt door internationale wetgeving. Bespreek.
Er zijn grenzen aan de autonome belastingbevoegdheid (art. 170 GW) door internationale normen en nationale
wetsbepalingen. Op internationaal niveau hebben we bijvoorbeeld het Europees recht (EU-verdrag (vrij
verkeer van kapitaal en personen), EVRM (recht op eigendom), EU-richtlijnen inzake BTW (minimumtarief), EU-
verordening inzake douanerechten, dubbelbelastingverdragen in inkomstenbelastingen en de
successierechten).
9. Wat is de draagwijdte van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr 107/2005 van 22 juni 2005?
De gewesten krijgen van de grondwetgever de autonome belastingbevoegdheid op grond van art. 170 GW.
Echter is deze autonome belastingbevoegdheid niet absoluut zoals bevestigd in het arrest van het
Grondwettelijk Hof nr 107/2005. Het Grondwettelijk Hof stelde dat het zeer hoge marginale belastingtarief van
90% op de erfenis van de verzoekende partij (vriend van erflater) een afbreuk doet op onevenredige wijze op
het recht van de erflater om zijn eigendom te beschikken. De decreetgever heeft het gelijkheidsbeginsel (art.
10, 11 en 172 GW) geschonden aangezien art. 1 van het bestreden decreet niet bestaanbaar is met de
grondwet. Art. 1 van het bestreden decreet stelde dat het tarief voor de schijf boven 175.000 euro hoger dan
op 80% vaststelt, is het niet bestaanbaar met de artikelen 10, 11 en 172 van de Grondwet en werd het decreet
vernietigd.
10. Bespreek de autonome fiscale bevoegdheid van de federale overheid.
De federale overheid heeft enkel een autonome belastingbevoegdheid en heeft ook de meest uitgebreide
belastingbevoegdheid (Art. 170 GW). Is het basisartikel voor de autonome belastingbevoegdheid. Maar het
betekent niet dat de autonome belastingbevoegdheid van het federaal niveau absoluut is. Er zijn beperkingen
door verdragen (BTW en Douane, dubbelbelastingverdragen in de inkomstenbelastingen, EU-verdrag
staatsteun en vrij verkeer) en door eigen wetten (art. 10 en 11 GW, Wet 23 januari 1989 die aan de gewesten
een verbod heeft opgelegd om materies te belasten die reeds door de federale overheid wordt belast –
uitzondering: afval en water mag wel door de gewesten dus autonome belastingbevoegdheid federale
overheid is hier ook aan banden gelegd).
11. Bespreek de autonome fiscale bevoegdheid van de regionale overheden.
De grondslag van de autonome belastingbevoegdheid vinden we terug in het basisartikel art. 170, §2 Gw. Het
artikel voorziet een belastingbevoegdheid voor de gewesten maar niet voor de gemeenschappen. De
autonome bevoegdheid van gewesten is niet absoluut. De grondwetgever heeft aan de federale wetgever een
machtiging verleent om de fiscale autonomie van de gewesten te gaan beperken. Verder moeten de gewesten
uiteraard ook de klassieke beperkingen uit verdragen en de grondwet blijven respecteren zoals het
gelijkheidsbeginsel en het recht op eigendom. Bijvoorbeeld de wet van 23 januari 1989 heeft aan de gewesten
een verbod opgelegd om materies te belasten die reeds op het federaal niveau belast worden, met
uitzondering van water en afval.
12. Bespreek de draagwijdte van het arrest van het Grondwettelijk Hof nr. 83/2017 van 22 juni 2017.
De grondslag van de autonome belastingbevoegdheid vinden we terug in het basisartikel art. 170, §2 Gw. Het
artikel voorziet een belastingbevoegdheid voor de gewesten maar niet voor de gemeenschappen. Echter is
deze autonome belastingbevoegdheid niet absoluut. De machtiging die de grondwetgever aan de federale
wetgever kan geven om de autonomie van de belastingbevoegdheid van de gewesten aan banden te leggen,
heeft in het verleden soms voor problemen gezorgd. Bijvoorbeeld de turteltaks – Vlaamse belasting op energie
en elektriciteit – werd destijds ingevoerd door de toenmalige Vlaamse minister van Financiën Annemie
Turtelboom. Het Grondwettelijk Hof had geoordeeld dat de Vlaamse overheid de wet van 23 januari 1989 had
geschonden door een materie te belasten die eigenlijk al het voorwerp uitmaakte van een federale
energieheffing.
Page 3 of 77
, 13. Bespreek de toegewezen fiscale bevoegdheid van de gewesten.
De toegewezen belastingbevoegdheid is belangrijker dan de autonome belastingbevoegdheid. De
basisrechtsnorm is de enorm belangrijke Bijzondere Financieringswet 16 januari 1989. Deze wet bepaald hoe
de financiering van de gewesten en de gemeenschappen via twee technieken:
1) Dotatiesysteem: het enveloppesysteem waarbij de gemeenschappen een dotatie (enveloppe) krijgen
van de federale overheid door inkomsten geïnd van inkomsten personenbelasting en BTW. Zo kunnen
de gemeenschappen bijvoorbeeld onderwijs financieren.
2) Systeem van de oneigenlijke gewestbelastingen: Het gaat over de toewijzing van de fiscale
bevoegdheid met betrekking tot federale belastingen aan de gewesten. In de Bijzondere
Financieringswet zijn er een 12-tal belastingen die in oorsprong een federale belastingbevoegdheid
zijn maar die worden toegewezen aan de gewesten.
14. Op welke manieren voorziet de Bijzondere Financieringswet in de financiering van de gemeenschappen
en de gewesten?
De basisrechtsnorm van de toegewezen belastingbevoegdheid is de enorm belangrijke Bijzondere
Financieringswet 16 januari 1989. Deze wet bepaald hoe de financiering van de gewesten en de
gemeenschappen via de techniek van het dotatiesysteem en het systeem van de oneigenlijke
gewestbelastingen.
De toegewezen belastingbevoegdheid ten aanzien van de oneigenlijke gewestbelastingen is er echter slechts
gedeeltelijk en wordt dus genuanceerd in de Bijzondere Financieringswet:
- Art. 4 BFW: het federaal niveau blijft bevoegd voor de belastbare materie – bijvoorbeeld het kijk- en
luistergeld waarbij de belastbare materie het kijk- en luistergedrag is. De gewesten mogen niet raken
aan de belastbare materie wat dus impliceert dat de gewesten deze belasting niet kunnen afschaffen
ookal werd deze belasting overgedragen naar de gewesten. Het regionaal niveau is echter wel
bevoegd voor het regelen van de heffingsgrondslag (basis waarop de belasting zal worden toegepast),
tarief, verminderingen en vrijstellingen. Bijvoorbeeld gewesten kunnen bepalen dat de
heffingsgrondslag €100 euro is waarvan een tarief van 10% belasting wordt toegepast. Gewesten
kunnen verder ook een sociale vrijstelling of vermindering toepassen voor mensen die gepensioneerd
zijn. De gewesten beschikken dus niet over de volledige normatieve bevoegdheid.
Een tweede belangrijke nuance is de dienst van de belastingen. De dienst van belasting is de bevoegdheid die
slaat op de volledige procedure (inning en invordering) van hoe de belastingheffing verloopt:
- Art. 5 BFW: het federaal niveau blijft bevoegd voor de dienst van de belasting tot op het moment dat
de gewesten de dienst van de belasting overnemen. Op termijn is het dus de bedoeling dat gewesten
met een eigen belastingdienst de inning en invordering van de oneigenlijke belastingen voor hun gaan
rekening nemen met als gevolg dat gewesten ook de fiscale procedureregels voor die belastingen
verder kunnen bepalen.
15. Wat zijn oneigenlijke gewestbelastingen?
De oneigenlijke gewestbelastingen zijn vervat in art. 3 van de Bijzondere Financieringswet van 16 januari 1989.
De belangrijkste zijn de successierechten, registratierecht op onroerende goederen en verkeersbelastingen. Dit
zijn 12 toegewezen belastingen die uiteindelijk oneigenlijke gewestbelastingen zijn geworden. Met de 6 de
staatshervorming is hier nog een verlengstuk aangekomen aangezien regering Di Rupo in 2014 voor extra
fiscale autonomie gezorgd heeft voor de gewesten. Bij de Bijzondere wet 6 januari 2014 tot de hervorming van
de financiering van de gemeenschappen en gewesten en tot financiering van de nieuwe bevoegdheden is de
aanvullende gewestbelasting ontstaan op de federale personenbelasting. Vroeger werd het dotatiesysteem
niet enkel voor gemeenschappen, maar ook voor gewesten toegepast. Door de afschaffing van het
dotatiesysteem voor de gewesten met de 6 de staatshervorming hebben de gewesten miljarden verloren. Om
Page 4 of 77
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SamenvattingenRechtVUB. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €13,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.