Taalverandering in context: een korte overzichtelijke samenvatting
5 vues 0 fois vendu
Cours
Taalverandering in context (LETNTCB222)
Établissement
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Dit is een samenvatting van de belangrijkste stof uit de colleges. De informatie is weergegeven in overzichtelijke rijtjes. De informatie is aangevuld met korte voorbeelden.
Taalverandering
Zolang er taalvariatie is, is er taalverandering, De ene variant kan
de voorkeur krijgen boven de andere variant.
Twee soorten taalveranderingen
1. Intern: aangedreven door het taalsysteem
Uitspraakgemak
Efficiëntie/economisch taalgebruik
Analogie
- Stutevants Paradox: klankverandering is regelmatig, maar veroorzaakt
onregelmatigheid; analogie is onregelmatig, maar zorgt voor
regelmatigheid. Analogie repareert dan rijtjes, maar dat gebeurt wel op een
onregelmatige manier.
Isomorfie principe: taalgebruikers hebben behoefte aan een functionele
taal: ideaal: een vorm, een betekenis. gelijkluidende woorden wordt
vaak dezelfde betekenis gegeven en verschillend klinkende woorden een
andere betekenis. Maar wel homoniemen en synoniemen, dus soms die
neiging dan niet.
Homofonie voorkomen
Blokkering: klankverandering gedeeltelijk tegengehouden door
bijvoorbeeld grammaticale condities. Zoals: Nederlands schwa-apocope,
maar niet bij de verleden tijd van de regelmatige zwakke werkwoorden.
‘Maakte’ wordt niet ‘maakt’ want dan zou de tegenwoordige tijd
samenvallen met de verleden tijd
2. Extern: aangedreven door een impuls buiten het taalsysteem
Taalcontact: verandering door contact met sprekers van andere talen.
Prestige
- Openlijk: volgens algemene normen. Ook normen van groep sprekers met
een hoge positie. Change from above = bewuste taalverandering
- Verborgen: tegenspraak met algemene normen maar in overeenstemming
met de normen van de groep die geen hoge positie in de maatschappij
heeft. Change from below = onbewuste taalverandering.
Sociale factoren (sociolinguïstiek): gender (Poldernederlands: ‘ij’-klanken
wordt verlaagd naar een soort ‘ai’: vraihaid), leeftijd, klasse (zie ook
prestige), etnische groep, regionaal.
Ontlening: woorden uit andere talen. T2 beïnvloedt T1. Veel invloed van
Duitse, Franse en Engelse woorden. We passen deze ontleningen wel
vaak aan. T1 beïnvloedt T2 (interferentie), zoals: Nederlands accent in het
Frans of Engels. Fonologie/morfologie/syntaxis vooral overgenomen.
Pidgin: een taal die ontstaat uit een taalcontactsituatie. Taalcontactsituatie
bestaat uit meer dan twee talen. Geen gemeenschappelijke taal ten tijde van
het ontstaan, niemand spreekt pidgin als moedertaal, imperfect leren.
, Betrekken het gros van hun woordenschat uit één taal, maar de grammatica is
een compromis tussen contacttalen.
Creootaal:
- Moedertaalsprekers
- Kan alleen gebruikelijke functies aan
- Taalkundige en grammatical functies en een grote woordenschat
Talen
- Circa 5000 tot 6000
- Veel moeten nog ontdekt worden
- Veel zijn uitgestorven
- Definitie taal vs. Dialect
Taal: afgebakende fenomenen die onderling onverstaanbaar zijn
Dialect: varianten die bij een taal behoren die onderling verstaanbaar zijn
Classificatie
- Typologisch: SOV, VSO, OVS etc
- Genetisch:
Taalfamilies (groepen gerelateerde dalen die dezelfde voorouder hebben),
Regelmatige klankveranderingen (in een bepaalde periode, conditie
verandert de taal op dezelfde manier)
Systematische veranderingen (shared innovations: verdingen die talen in
een subgroep gemeen hebben ten opzichte van hun voorouder)
- Prototaal (geconstrueerde taal waarin geen geschreven bronnen betaan,
aangegeven met een *) door reconstructie herleiden
Periodisering
- Ca. 1000 v.Chr: protogermaans
- Rond jaar 0: Germaans
- Voor 1100/1200: Oudnederlands
- 1100/1200-1500/1600: Middelnederlands
- 1500-1700: Vroegnieuwnederlands
- 1700-heden: Nieuwnederlands
Klankwetten van Grimm
: wetmatigheid in de verschuiving van medeklinkers in Indo-Europese talen:
Germaanse klankverschuiving
Bh B P f
Dh D T Θ = th
Gh G K H
Zwaktepunten stambomen
- Veronderstelt prototaal zonder dialectvariatie
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur FIMK. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,74. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.