Hoorcollege + ALLE COLLEGECLIPS aantekeningen Inleiding Criminologie
75 vues 2 fois vendu
Cours
Inleiding Criminologie (R_INL.CRIMC)
Établissement
Vrije Universiteit Amsterdam (VU)
Book
Actuele Criminologie
Extreem gedetailleerde aantekeningen van alle hoorcolleges en collegeclips van het vak Inleiding Criminologie aan de VU. Alles wat is genoemd is aanwezig! Zelf een 9.6 gehaald!
Hoorcolleges – Inleiding Criminologie
WEEK 1:
Collegeclip 1: Wat is criminologie en wat doet een criminoloog?
- Wat is criminologie?
Criminologie is de wetenschap die zich bezig houdt met de bestudering van criminaliteit, de dader,
het slachtoffer en de maatschappelijke reacties daarop.
Criminologie is niet: forensische psychologie, recherchekunde (hoe je het strafrechtelijk
opspoort/boeven vangt: geen opsporingsambtenaar opleiding), criminalistiek (bètawetenschappen
toegepast op vraagstukken uit opsporing van criminaliteit. Leert niet hoe je op plaats delict DNA
sporen moet veiligstellen), forensische psychiatrie (hoe komen daders door psychische stoornis tot
criminaliteit is wel criminologie, maar niet hoe je deze behandelt), alles waar forensische.. voorstaat.
Wel raakvlakken.
- Wat bestuderen we in de criminologie?
- Criminaliteit
- Daden
- Daders: wie en wat beweegt ze om daden te plegen.
- Slachtoffers: schade van criminaliteit, wie, waarom slachtoffer?
- Reacties op criminaliteit
- Formele reacties (met het recht): gereageerd hoe het bedoeld is/geregeld is door overheid
in de wet.
- Strafrecht
- Bestuursrecht
- Informele reacties (gebruiken niet het recht)
- Eigenrichting: slachtoffers/naasten zelf geweld plegen bijv. Kan ook vorm van
criminaliteit zijn, maar ook reactie.
- Beveiliging: om te voorkomen slachtoffer te worden (op slot doen deur bijv.)
- Wat doe je als criminoloog?
- Beschrijven van criminaliteit, daders of slachtoffers. In kwantitatieve (hoeveelheid: hoeveel
criminaliteit en stijgt/daalt) termen of kwalitatieve termen (aard: wat zijn kenmerken van de
gedragingen, wat is aard van vormen van criminaliteit, kenmerken daders/slachtoffers.) Als het ware
een plaatje maken.
- Verklaren: wil het plaatje verklaren, zoals: wat zijn oorzaken van crimineel gedrag en waarom
komen bepaalde type daders tot deze bijzondere vorm van criminaliteit.
- Voorspellen: o.b.v. beschrijven/verklaren: kijken hoe het was/nu is en dit doortrekken naar
toekomst: gaat criminaliteit stijgen/dalen? Ook daders: als we weten wat oorzaken van gedrag zijn,
kunnen we voorspellen of met bepaalde
maatregel/interventie gedrag dader in toekomst voorspellen?
- Aanbevelingen preventie: o.b.v. 3 hierboven, hoe we
criminaliteit voorkomen.
Deze activiteiten ondernemen we op verschillende niveaus:
aggregatieniveaus →
- Macro: zoals landen/steden/buurten.
- Meso: sociale categorieën, groepen. Bepaalde mensen met
,bep. leeftijd/ bep. groep daders in bepaalde buurt.
- Micro: Individuen (daders/slachtoffers en wat hun kenmerkt)
Collegeclip 2: Wat is criminaliteit?
- Definities van criminaliteit
Criminologie bestaat al meer dan 200 jaar, maar niet 1 algemeen geldende definitie van criminaliteit.
Wel 2 manieren om te bepalen wat onder criminaliteit valt:
- Formele definitie: juridische constrictie (gebruiken recht om het te bepalen), gemaakt door
juristen.
- Informele definitie: sociale constructie (wat we vinden dat het is in de samenleving:
algemene gangbare opvattingen), niet recht gebruikt. Schadelijke criteria om te besluiten of
ze iets crimineel vinden.
→ Deze 2 manieren zijn cirkels die elkaar niet helemaal overlappen,
maar wel voor een groot deel.
Definitie criminaliteit overlapt elkaar veel, zoals bijv. geweldspleging,
diefstal: hoeven niet in wet te kijken om te weten en voelt ook echt
crimineel. Soms vinden we dingen niet crimineel/weten niet dat dit
verboden is: joint roken. Of vinden dingen crimineel, niet verboden
volgens wet: pesten/onethische dingen in bedrijf.
- Criminalisering
Benoeming van dingen als criminaliteit is een proces: criminalisering. 2 vormen: juridisch proces &
maatschappelijk proces. Meestal volgt wet de maatschappelijke moraal. Jaren ’70 in veel westerse
landen andere opvattingen seksualiteit: radicalisering. Bepaalde gedragingen die bij wet verboden
waren als homofilie vonden we niet meer crimineel. Andere gedragingen die niet bij wet verboden
waren vonden we zo erg dat het verboden zou moeten worden: verkrachting binnen huwelijk (dit
was toen uitzondering op wet tegen verkrachting). Toen homofilie en pornografie niet strafbaar
meer: gedecriminaliseerd en verkrachting binnen huwelijk gecriminaliseerd.
Kan ook andersom: overheid criminaliseert in de hoop dat maatschappelijke opvatting volgt.
Criminaliteit is niet een vast natuurfenomeen: aan verandering onderhevig wat eronder valt in tijd en
plaats. In Nederland wat crimineel is kan verschillen van hoe men daar in China over denkt.
- Verwante begrippen
- Delinquentie: in strafrecht gebruikt en jaren ‘60/’70 als alternatief voor criminaliteit. Van
latijn afgeleid voor strafbaar feit. Is eigenlijk synoniem.
- Misdaad: uit Germaanse taal (misse daad). Ook synoniem, vaak gebruikt voor ernstigere
vormen criminaliteit (als georganiseerde misdaad).
- (On)veiligheid: niet synoniem, maar laatste decennia steeds meer gebruikt om aanduiding
te geven aan wat we bedoelen met criminaliteit. Criminaliteit = sociale onveiligheid:
onveiligheid veroorzaakt door gedrag voor mensen (naast andere onveiligheid: natuurramp)
- Illegaliteit: uit latijn: tegen de wet. Niet synoniem, maar in dagelijks taalgebruik ook als
mensen niet over juiste verblijfspapieren beschikken. Niet hetzelfde als crimineel.
- Deviantie: In jaren ’70 in criminologie populair. Wijst op normafwijkend gedrag.
,- Soorten criminaliteit: onderscheidingen
- Overtreding en misdrijf: juridisch verschil in Wsr.
- Kleine en zware criminaliteit: kleine criminaliteit komt meer voor/minder ernstig en zware
criminaliteit andersom. Vraagt verschil aanpak en beleid.
- Naar daad: bijv. gewelds- & vermogenscriminaliteit: aard van de gedraging. Geweldscriminaliteit:
fysieke schade. Vermogenscriminaliteit: schade in vermogen (geld).
- Naar dader: bijv. jeugdcriminaliteit (leeftijd dader onderscheid).
- Naar context waarin het gepleegd wordt: bijv. voetbalvandalisme: niet alleen bij wedstrijden, maar
toch in context van voetbal wordt gepleegd.
Collegeclip 3: Hoe heeft de criminologie zich door de eeuwen heen ontwikkeld?
1. Denken over misdaad en straf zich door eeuwen heen ontwikkeld. In de:
- Klassieke oudheid
- Middeleeuwen
- Renaissance
Dan denken zo uitgesproken dat we spreken van scholen:
2. Klassieke school
3. Positivistische school
4. Amerikaanse criminologie
5. Kritische criminologie
6. Hedendaagse criminologie.
- Antieke oudheid:
Denken over misdaad en straf zo oud als menselijke beschaving. Koning Hammurabi van Babylon:
strafwetgeving van 1750 voor christus.
Ook Romeinse tijd: codificatie van Romeinse wetten door Oost-Romeinse keizer Justinianus rond
500. Wat wij in het strafrecht plaatsen zette Romeinen vaak in privaatrecht.
- Middeleeuwen:
Veel religieuze termen: zonde en straf.
Feodaal stelsel: bezit vooral toegeschreven aan vorst (lokale graaf), veel criminaliteit gedefinieerd als
inbreuk op eigendomsrechten van die graaf. Goederen, maar mensen waren ook niet vrij: borgen tot
eigendom van graaf.
- Renaissance:
Na 1500 Wilde breken met tijden hiervoor. Humanisme kwam op: waardigheid van mens centraal,
draconische lijfstraffen konden niet meer (o.a. uit Middeleeuwen). Wetenschappers gingen avant la
lettre nadenken over misdaad. Nederlander Coornhert: boek ‘Boeventucht’ → wilde criminelen
afschrikken door ze te laten werken: werkstraffen (als openbaar vervoer op Nederlandse rivieren
waar criminelen moesten roeien als taakstraf). Zijn ideeën vormde basis voor eerste gevangenis in
Europa: rasphuis Amsterdam: hout raspen voor verf.
- Verlichting:
Nieuw mensbeeld: Homo economicus: mens die handelt op basis van vrije wil, rationele keuze. Mens
kan kosten en baten van gedragsalternatieven afwegen, ook criminelen. Maar overheid niet
irrationeel en willekeurig reageren op criminaliteit. Moeten vaste straffen komen, geen willekeur:
rechtszekerheid (legaliteitsbeginsel, proportionaliteitsbeginsel en gelijkheidsbeginsel)/
→ Ideeën komen van Italiaan: Cesare Beccaria (1764): boek ‘Misdaad en straf’. Filosoof/criminoloog
avant la lettre. Vormen basis van huidige criminologie.
, → Ook Bentham: utilitarisme: bereiken van zo groot mogelijk maatschappelijk geluk/opbrengst door
gebruik van ratio van de mens. Hij vertaalde dit naar criminaliteit en straffen. Kwam met idee van
panopticum: koepelgevangenis, met weinig middelen gevangen in gaten houden: open cellen langs
randen, controlepost in midden. Ook in NL: Haarlem en Breda koepelgevangenissen.
- Positivistische school:
Reactie op klassieke school (Verlichting: filosofen die gingen nadenken en zeiden dat criminelen met
rationele keuze, gebaseerd op vrije wil tot hun daden komen). Nu was er opkomst van
natuurwetenschappen: ontdekte natuurwetten die bepaalde hoe natuur en onze omgeving eruit
zag. Werd toegepast op menselijk en ook crimineel gedrag. Dus criminaliteit niet gevolg van vrije
keuze, maar allerlei factoren waar we geen invloed op hebben: gedetermineerd gedrag →
determinisme. Moeten opzoek naar factoren: empirisch onderzoek. Positivistisch: niet optimistisch,
maar positief scoren: opzoek naar die factoren die gedrag beïnvloeden.
Kwamen 2 substromingen op →
- Italiaanse antropologieschool:
Belangrijkste auteur op dit terrein: Cesare Lombroso (1876): boek ‘L’uomo delinquente’ over de
delinquente mens. Was arts, maar werkte ook in gevangenis en zat in het leger. Hij dacht: kan
criminelen herkennen aan hun uiterlijke kenmerken: zag criminelen als een ‘afwijkend soort mens‘.
Beïnvloed door evolutieleer Darwin: criminelen waren een stapje terug in de menselijke evolutie:
avantisten, bleven steken op ladder ontwikkeling van de mens. Vertoonde crimineel gedrag, maar
kon ze dus ook herkennen aan bepaalde kenmerken (zoals brede kaken, scheve neus, laag
voorhoofd). Enorm invloedrijk.
→ Aletrino (1902): ‘Studie der Crimineele anthropologie’. Privaatdocent, eerste Criminologie die in
Nederland ging werken: UvA. Was volgeling van Lombroso. Hij ging schedels opmeten van overleden
criminelen en ze vergelijken met andere mensen.
- Franse milieuschool:
Keken niet zozeer naar kenmerken van de mens, maar kenmerken van de sociale omgeving van de
mens. Ook geïnspireerd door ontwikkelingen in natuurwetenschappen en biologie: bijv. Pasteur
bacteriën: bacteriën leven alleen op vruchtbare voedingsbodem. Zo zagen ze criminaliteit:
voedingsbodem voor criminaliteit.
- Quetelet: ging statistiek bestuderen (was gekomen met komst Napoleon: modern
overheidsapparaat). Politie- en gevangenisstatistiek bijgehouden, maar ook economische statistiek.
Onderzocht verband prijs brood en niveau criminaliteit: mensen armer, meer stelen en meer
criminologie.
- Lacassagne (1885): studeerde groepen/gangs in gevangenissen van toen. Maakte bijv. foto’s van
mannen met tattoos die betekenissen hadden/hele eigen taal in gevangenis. “Elke samenleving krijgt
de criminaliteit die zij verdient” kwam hij mee.
→ Vanaf eind 19e eeuw, juist ook omdat criminologische inzichten en verklaringen van gedrag
gevolgen hebben over hoe we dit moeten aanpakken, ging politiek zich ermee bemoeien. Of
omgekeerd: criminologen hadden politieke opvattingen over welke typen verklaring nou belangrijk is
en wat we daarmee moeten doen.
Probeerde inzichten van Italiaanse anthropologieschool en Franse milieuschool te verenigen, maar
ziet verschillen.
- Italiaan Garofolo (1885): was meer rechts georiënteerde criminologie: biocriminologie → kwam tot
aanpak die sterk accent legde op beveiliging samenleving door opsluiten criminelen. Kwam met term
‘Criminologie’ (zijn boek heette ook zo).
- Ferri (1892): Meer links: socialistische criminologie. Legde niet zozeer nadruk over beveiligen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur gbos01. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.