Samenvatting van alle literatuur Toezicht en Rechtshandhaving! (9 mee behaald!)
54 vues 7 fois vendu
Cours
Toezicht En Rechtshandhaving (RGMBE02306)
Établissement
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Voor het vak toezicht en rechtshandhaving heb ik alle voorgeschreven literatuur samengevat. Op pagina 1 is te zien welke literatuur allemaal is samengevat. Het belangrijkste van de literatuur is opgeschreven, zodat je heel snel en overzichtelijk de literatuur kent. Ik heb het vak gehaald met een 9!
Inhoud
Week 1...................................................................................................................................................2
1.1 J. Stiglitz, ‘Regulation and failure’ uit New perspectives on regulation, The Tobin Project, 2009,
p. 11-23..............................................................................................................................................2
1.2 A. Kasdorp, Tussen Scylla en Charybdis, Tijdschrift voor Toezicht 2016-2, p.29-48......................2
1.3 WRR, Toezien op publieke belangen (synopsis WRR Rapport nr 89, 2013)..................................5
Week 2.................................................................................................................................................10
2.1 M. Aelen, Beginselen van goed markttoezicht (2014) Boom Juridische uitgevers......................10
2.2 C. Braun, Living Apart Together. Over de verhouding tussen toezichthouders en
maatschappelijke stakeholders Tijdschrift voor Toezicht 2015 (6) 2................................................17
Week 3.................................................................................................................................................19
3.1 Kabinetsnota, Uitgangspunten bij de keuze van een sanctiestelsel, oktober 2008, TK 2009/09,
31 700 VI, nr 69................................................................................................................................19
3.2 G. Biezeveld en A. Mein, Moet de opmars van de bestuurlijke boete worden gestuit, Tijdschrift
voor Toezicht 2015 (6) 1, 64-71........................................................................................................19
3.3 J. Black, ‘Forms and paradoxes of principles-based regulation’, LSE Law, Society and Economy
Working Papers 13...........................................................................................................................20
3.4 H.E. Bröring en E.M van Vorselen: 'Lex certa en het financieel bestuursrecht', Jbplus 2013-3, p.
102-128............................................................................................................................................21
Week 4.................................................................................................................................................24
4.1 J. de Ridder, Proxytoezicht, Tijdschrift voor Toezicht (2013) 4, p. 23-40....................................24
4.2 Wieke Scholten, Naomi Ellemers, (2016) "Bad apples or corrupting barrels? Preventing traders’
misconduct", Journal of Financial Regulation and Compliance, Vol. 24 Issue: 4, pp.366-382..........25
4.3 O.O. Cherednychenko, ‘Het private in het publiekrecht: over de opmars van het financiële
‘toezichtprivaatrecht’ en zijn betekenis voor het verbintenissenrecht’, RMThemis 2012/5............27
Bijlage...................................................................................................................................................28
1
,Week 1
1.1 J. Stiglitz, ‘Regulation and failure’ uit New perspectives on
regulation, The Tobin Project, 2009, p. 11-23.
Alleen onder bepaalde ideale omstandigheden kunnen individuen, die op eigen houtje handelen,
pareto-efficiënte resultaten bereiken. Dat wil zeggen situaties waarin niemand beter af is zonder een
ander slechter af te zijn.
Dit stuk gaat vooral over de toezicht op de financiële markt en dat grote spelers vaak een oneerlijk
voordeel hebben.
Interventies op de financiële markten:
a) Het afsluiten van informatie;
b) Beperkingen op stimuleringsregelingen (met inbegrip van belangenconflicten);
c) Beperkingen op eigendom;
d) Bepekringen op bepaalde gedragingen;
e) Belastingen die bedoeld zijn om gepast gedrag uit te lokken.
Bij het ontwerpen van regelgevingsstructuren en systemen moet rekening worden gehouden met:
a) Asymmetrische informatie, aangezien de regelgever vaak in het nadeel is ten opzichte van de
gereguleerde;
b) Moreel risico, aangezien er vaak problemen zijn om ervoor te zorgen dat het gedrag van een
regelgever in overeenstemming is met het maatschappelijk welzijn (bijvoorbeeld dat hij/zij niet
loyaal is aan degenen die hij/zij geacht wordt te reguleren);
c) Menselijke feilbaarheid, aangezien fouten onvermijdelijk zijn en we de kosten van dergelijke
fouten moeten minimaliseren.
goed ontworpen regelgeving houdt rekening met de beperkingen van uitvoering en handhaving.
Hoewel geen enkel regelgevingssysteem perfect is, kunnen economieën met goed ontworpen
regelgeving veel beter presteren dan economieën met ontoereikende regelgeving. Regelgeving kan
zowel de markten versterken als diegenen beschermen die anders in ongereguleerde markten
zouden worden benadeeld.
1.2 A. Kasdorp, Tussen Scylla en Charybdis, Tijdschrift voor Toezicht
2016-2, p.29-48.
Samenvattend:
Nederlandse toezichthouders worstelen met schadelijk maar legaal ondernemingsgedrag. Dit artikel
laat spanningsvelden zien die toezichthouders in dit kader ondervinden, en plaatst dit in een kader
van vier mogelijke taakopvattingen. Een dialoog over deze spanningsvelden en taakopvattingen kan
de discrepantie verkleinen tussen wat toezichthouders doen en wat de samenleving van hen
verwacht.
Vier type toezichthouders:
Het type Juridisch Handhaver (Handhaver) hanteert de meest smalle of gefocuste taakopvatting. Dit
type toezichthouder beperkt zich tot het tegengaan van wets ‐ overtredingen. Handhaving is hierbij
kernactiviteit en afschrikking is in deze visie een cruciaal instrument om ondernemingen te
beïnvloeden. Dit is ook te typeren als een klassieke ‘legalistische’ toezichthouder.
2
, De Overheidsvertegenwoordiger (Vertegenwoordiger) hanteert een wat ruimere taakopvatting. Hij
focust zich op de geest van de wet en representeert daarmee de intentie van de wetgever. Dit brengt
mee dat deze toezichthouder tevens ondernemingsgedrag tegen wil gaan dat legaal is, maar de
mazen van de wet opzoekt (dit ondernemingsgedrag, en de toezichttaakopvatting om dit gedrag
tegen te gaan, zijn uitgebreid geanalyseerd in eerdere studies). Hierbij zal hij ook andere
ondernemingsmotivatie dan afschrikking moeten inzetten, aangezien hij tegen legaal gedrag in de
regel niet kan handhaven. Bij deze bredere taakopvatting past dat de toezichthouder zich ook op de
wetgever richt, om wetswijzigingen te bevorderen die nodig zijn om de geest van de wet te
realiseren.
De Sociale Bemiddelaar (Bemiddelaar) hanteert een nog ruimere taakopvatting. Hij beperkt zich niet
tot de geest van de wet, maar richt zich op het mitigeren van risico’s die burgers en andere
maatschappelijke stakeholders lopen in zijn toezichtdomein. Dit brengt met zich dat ook nieuwe en
daarom nog ongereguleerde maatschappelijke risico’s tot zijn scope kunnen behoren. Sparrow pleit
hier bijvoorbeeld voor: ‘When regulations are rendered obsolete by advances in technology or by the
waxing and waning of risks, regulatory agencies should “correct, by using their judgment, deficiencies
of law”.’ De legitimiteit van deze taakopvatting kan daarmee niet enkel liggen in de – soms nog niet
gevormde – wil van de wetgever: de toezichthouder ontleent zijn bestaansrecht aan het dienen van
de belangen van zijn maatschappelijke stakeholders, die zich ook een oordeel vormen over de
kwaliteit van deze ‘dienstverlening’. Hierbij past ook dat een toezichthouder inspeelt op
zelfregulering en op de ‘sociale’ motivatie van ondernemingen (bijvoorbeeld peer pressure tussen die
ondernemingen, of maatschappelijk verantwoord ondernemerschap): toezichthouders oefenen
immers via bijvoorbeeld gesprekken en publieke communicatie invloed uit op de maatschappelijke
‘licence to operate’ van deze ondernemingen.
De Maatschappelijk Regisseur (Regisseur) ten slotte hanteert de breedste taakopvatting, gebaseerd
op zijn inschatting van wat in zijn toezichtdomein in het belang is van de maatschappij. Hierdoor
kunnen zelfs bewust niet gereguleerde risico’s tot zijn interventiescope behoren, zoals die van een
‘giftige’ organisatiecultuur of een disfunctioneel verdienmodel. Hierbij past een beroep op de
‘intrinsieke’ of ‘normatieve’ motivatie van de onderneming om goed te handelen, ongeacht wat de
wet voorschrijft. Dit autonome risicoperspectief van de toezicht ‐ houder kan ook meebrengen dat hij
eigen ‘informele’ toezichtnormen creëert.
De vier aangeduide typen zijn uiteraard ideaaltypen. De praktijk van een toezichthouder kan
aspecten van diverse typen verenigen: een Vertegenwoordiger kan bijvoorbeeld ook inspelen op de
sociale motivatie van ondernemingen. De positionering van de toezichthouder kan tevens variëren
per toezichttaak of verschuiven naar verloop van tijd. Niettemin ligt het in de rede om enige
samenhang te verwachten in de taakopvatting van een toezichthouder: het zou immers opmerkelijk
zijn als bijvoorbeeld een Bemiddelaar, die een stakeholderperspectief op risico hanteert en daarbij
ook aangrijpt op nog niet gereguleerde risico’s, zijn missie beperkt tot handhaving en
ondernemingen alleen motiveert door afschrikking.
hij ontleent zijn draagvlak aan het aanpakken van maatschappelijke issues, waarbij hij in het
maatschappelijk speelveld niet alleen een toezichthoudende, maar ook een regisserende rol op zich
neemt. Maar de rolvermenging die dit met zich brengt, zet wel de bijbehorende draagvlakissues ‘op
scherp’.
De aan Sparrow toegeschreven probleemgestuurde toezichtbenadering lijkt op gespannen voet te
staan met de taakopvatting van een Handhaver of Vertegenwoordiger. Immers, probleemgestuurd
toezicht richt zich op maatschappelijke risico’s, waarbij de aard van deze problemen het primaire
referentiepunt is in plaats van eventuele hiermee gemoeide wetsovertredingen. Echter, zowel de
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PLodewijk. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,48. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.