In dit document worden enkele aspecten besproken over het ouder worden en hoe dit toe te passen in de farmacologie. Ook wordt de medicatie Asaflow uitgelegd.
Farmacologie: De oudere zorgvrager
Inhoudsopgave:
1. Veranderingen bij het ouder worden
2. Polyfarmacie
3. Toediening van medicatie aan ouderen
4. Medicatiegebruik casus Jef
Farmacokinetiek: verwerken gm in lichaam
Nier functie gaat achteruit, lever functie ook maar zeker niet even snel bij iedereen waardoor er een
aangepaste therapie nodig is.
Anti agregerende= om bloed te verdunnen om vermijden dat klonter zich vormt in bloedvaten
1. Veranderingen bij ouder worden
1.1 Aandachtspunten bij oudere zorgvrager
1.2 Farmacokinetische veranderingen bij ouderen
• verouderingsproces verloopt niet synchroon voor elk individu: meer ‘maatwerk’ nodig bij
ouderen (oa. dosis, keuze van het geneesmiddel)
• co-morbiditeit: : aandacht voor contra-indicaties en bijwerkingen
• Polyfarmacie: aandacht voor geneesmiddeleninteracties (bij 5 verschillende bv)
• Meestal chronische aandoeningen, dus langdurig geneesmiddelengebruik: therapietrouw!
• En mensen met bijwerkingen
• Meerdere inname per dag (hoe groter kans behandeling niet correct uitvoeren)
• Aandacht voor praktische problemen die ouderen ondervinden: zie verder
• Optreden van symptoommaskering (hartinfarct: pijn linker arm, pijn in borst wordt dan
snel gekoppeld aan een griep maar dat is het dus natuurlijk niet), -omkering (te snel
werkende schildklier, de symptomen zijn dus omgekeerd)of -armoede bij ouderen:
atypische ziektebeelden bemoeilijken de diagnose!
Voorbeelden:
• Hartinfarct: griepachtig beeld
• Hyperthyroïdie die zich als een hypothyroïdie manifesteert (of juist
andersom)
• Asymptomatisch verlopen van een infectie: zonder koorts of zelfs met een
ondertemperatuur
1.2 Farmacokinetische veranderingen bij ouderen
Farmacokinetiek= reid gm doorheen lichaam/ wat gm met lichaam doet
ADME
Absorptie:
• Opgelet voor verminderde motiliteit slokdarm: grote tabletten/capsules blijven makkelijker
in de slokdarm steken: lokale irritatie of soms zelfs perforatie bij bepaalde geneesmiddelen
bv. NSAID’s, tetracyclines (antibiotica), bisfosfonaten (tegen osteoporose= bot
ontkalking)ranomax bv
à Innemen met een groot glas water + niet meteen gaan liggen nadien
Distributie:
• Afname van de spiermassa en lichaamswater in verhouding tot % vetweefsel
à Andere verdeling van vet- en wateroplosbare verbindingen in het lichaam effect op
eliminatie halfwaardetijd (T1/2el)
, Farmacologie: De oudere zorgvrager
• Lipofiele stoffen, bv. Diazepam (gevaar voor vallen, verslaving…) (Valium®): groter
verdelingsvolume opstapelen in vet, met verhoging vd halfwaardetijd
Werking èn bijwerkingen zullen langer aanhouden bij staken
• Hydrofiele stoffen, bv. Digoxine (tegen hartfalen) (Lanoxin®): kleiner distributievolume
hogere plasmaconcentraties
Meer kans op bijwerkingen + toxiciteit! DOSISVERLAGING+ nauwe therapeutische breedte
Afname van de leverfunctie:
• afname lever volume (20-30%)
• afname leverdoorbloeding (20-50%)
• afname activiteit van cytochroom P450 enzymen
à Afname van de metabolisatie van geneesmiddelen!
bv. propranolol: leverklaring neemt af met 45%
bv. morfine: daling van 35%
Excretie:
• Belangrijkste verandering = daling nierfunctie!!! (bij 2/3 van de ouderen)
- Glomerulaire Filtratiesnelheid (GFR): snelheid waarmee het bloed gefilterd wordt (=
belangrijkste parameter voor de nierfunctie)
- Gevolg: stijging van de T1/2el met meer bijwerkingen, langere werkingsduur
- Renaal geklaarde medicatie: bijvoorbeeld diuretica, ACE remmers, lithium, digoxine
Het belang van deze farmacokinetische
veranderingen neemt toe bij geneesmiddelen met
een nauwe therapeutische breedte!
Therapeutische breedte:
= het gebied waartussen de plasmaconcentratie van een geneesmiddel mag variëren om een
therapeutisch effect te hebben (gebied tussen de Minimaal Toxische Concentratie (MTC) en
Minimaal Effectieve Concentratie (MEC)
à bij een nauwe therapeutische breedt treden bij opstapeling van het geneesmiddel of een
kleine overdosering al snel toxische effecten op
bv. digoxine, lithium, sotalol
2.1 Polyfarmacie: situering
• bij ouderen frequent polymorbiditeit: polyfarmacie nodig
• Polyfarmacie = chronisch gebruik van ≥ 5 verschillende geneesmiddelen
• 30-45% van 65+ gebruikt ≥ 5 verschillende geneesmiddelen
• 20 % van 75+ gebruikt ≥ 9 verschillende geneesmiddelen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur donatellapolizzi25. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.